Zoekresultaten
50 resultaten voor 'slapen'
-
Op zoek naar balans
Heerlijk! Na drie maanden kunnen we voorzichtig stappen gaan zetten op weg naar herstel. Dat is een ontwikkeling die best een beetje gevierd mag worden. Want die drie maanden waren voor veel mensen een periode van angst, onzekerheid en eenzaamheid. Het feit dat we nu zien dat de cijfers van aantallen besmettingen, ziekenhuisopnames en overlijdensgevallen sterk zijn gedaald, geeft hoop voor de toekomst. Aan de andere kant moeten we niet te veel te snel willen. Want die cijfers zijn juist zo gezakt doordat we met zijn allen actief maatregelen namen. Nu moeten we dus even zoeken naar de juiste balans. Wat kan en mag wel en wat niet. Het is soms verwarrend. Laten we elkaar in ieder geval letterlijk en figuurlijk de ruimte geven om die balans te vinden. Het is makkelijk om te oordelen over anderen maar soms is het goed om vooral te kijken naar de manier waarop jij het 'goed' kan doen. Wij zullen ons de komende tijd weer wat meer richten op de ‘gewone huis-tuin-en-keukenzaken van het opvoeden. Wat als je baby niet wil slapen? Hoe ga je om met een dreumes die steeds zelfstandig op stap wil? En waarom maken oudere kinderen steeds vaker liever online contact met vrienden dan op straat? Uiteraard zullen wij daarbij, waar dat nodig is, rekening houden met de bijzondere omstandigheden waar wij met z’n allen nog steeds dagelijks mee te maken hebben.
-
Slapen baby
Elke baby slaapt anders. De ene baby slaapt langer en eerder door dan de andere. Voor jou als ouder zijn de gebroken nachten vaak vermoeiend. Maar ze horen bij het hebben van jonge kinderen.Slaapritme ontwikkelenPasgeboren baby's weten nog niet het verschil tussen dag en nacht. Het is dus normaal dat een baby 's nachts wakker wordt. Na enige tijd komt er steeds meer een dag- en nachtritme en zal je baby vaker doorslapen. Maar ook dan is hij 's nachts nog wel eens wakker. Bijvoorbeeld als je baby verkouden is, droomt, last heeft van een mug of gewoon zomaar. Soms laat je baby zich niet eens horen.Een regelmatig slaappatroonBaby's van 0 tot 6 maanden hebben een slaappatroon van zo'n 50 tot 60 minuten. In die 50-60 minuten hebben ze eerst een actieve slaap en daarna een stille slaap. In de actieve slaap kan je baby geluidjes maken en bewegen. Je baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt je baby snel en onregelmatig. In de stille slaap beweegt je baby bijna niet en ademt veel dieper. In deze slaap wordt je baby minder snel wakker door bijvoorbeeld geluid. Na afloop van de stille slaap wordt je baby wakker of begint aan de volgende periode van 50-60 minuten.Voorspelbaarheid en structuurBaby's hebben veel slaap nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Voorspelbaarheid en structuur helpen bij het slapen.Zorg zoveel mogelijk voor een vast dag- en nachtritme.Probeer je baby op zijn vaste slaapplek te laten slapen en bijvoorbeeld niet in de box. De baby went er zo aan dat de slaapplek is om te slapen en de box om te spelen.Kijk goed naar je baby. Hij geeft signalen dat hij moe is! In dit filmpje zie je welke dat zijn: Maak van het naar bed gaan een positief en rustig ritueel van ongeveer 20 tot 30 minuten. Houd een vaste volgorde aan. Bijvoorbeeld eerst even zingen en dan de knuffels welterusten wensen. Daarna een kus van broer of zus en ten slotte de muziekdoos aanzetten.Gaat je baby naar de kinderopvang? Daar proberen ze je baby volgens zijn of haar eigen ritme te laten slapen. Het is op de kinderopvang drukker dan thuis. Je baby slaapt er misschien wat minder lang. Ook zijn er meer prikkels. Daardoor slaapt je baby de volgende dag misschien wat meer. Dat is niet erg. Ook kan je baby 's nachts weer (vaker) wakker zijn. Hoeveel slaap heeft een baby nodig?Alle kinderen zijn anders. De ene baby slaapt uren achter elkaar, de andere doet kortere slaapjes. Door goed naar je kind te kijken, leer je zijn slaapritme kennen. Je baby voelt zich het fijnst als je in dat ritme meegaat, ook als je bijvoorbeeld een dag op stap gaat. Om je een beetje houvast te bieden, zijn onderstaande feiten fijn om te weten.Pasgeboren baby's slapen gemiddeld 14-18 uur per 24 uur. 's Nachts slaapt een baby meestal 2½ tot 4 uur achter elkaar.Vanaf 10 tot 12 weken begint er een dag- en nachtpatroon te ontstaan.Na ongeveer zes maanden slaapt je kind overdag twee of drie keer. Gemiddeld slaapt het dan één of twee uur achter elkaar. Sommige baby's slapen 's nachts al 5 uur achter elkaar.Na ongeveer negen maanden slapen de meeste kinderen ongeveer twee keer per dag. Rond deze leeftijd vinden de meeste baby's het niet zo leuk om alleen te zijn 's avonds. Misschien gaat je baby dan niet meer rustig liggen. Je baby maakt overdag veel mee en verwerkt dat 's nachts. Hij kan gaan dromen en bang wakker worden.Kinderen van 1 jaar oud slapen gemiddeld zo'n 8 tot 9 uur achter elkaar door. Vaak doen ze ook nog een middagslaapje van 1½ tot 2 uur.Elk kind is verschillend. Dus het kan bij jouw baby anders zijn. Lekker slapenEen rustige, donkere en veilige kamer is belangrijk voor een goede nachtrust. Zorg dat het niet te warm of te koud is in de kamer waar je baby slaapt. Als je baby bang is in het donker kun je het licht op de gang laten branden of een nachtlampje gebruiken.Meer slaaptipsKijk ook bij de slaaptips voor nog meer adviezen om je baby beter te laten slapen.In dit filmpje geeft Fiona tips over hoe je ritme en regelmaat aanbrengt bij het naar bed brengen van je baby:Fiona deelt in meer filmpjes handige tips voor vaders en moeders. Benieuwd wie Fiona is? Fiona stelt zich voor:
-
Slapen peuter
Goed slapen is heel belangrijk voor de je kind. Hoe weet je of je kind genoeg slaapt? Tot wanneer laat je hem of haar een middagdutje doen? Hoe kun je je kind helpen om beter te (gaan) slapen?Slaapt je kind genoeg?Kinderen hebben genoeg slaap nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen, te groeien en overdag genoeg energie te hebben.Maar wat is genoeg slaap? Niet alle kinderen hebben evenveel slaap nodig. Kinderen tussen twee en vier jaar slapen in de nacht gemiddeld 10 tot 12 uur, maar de behoefte aan slaap verschilt heel erg per kind.Hoe weet je of je kind genoeg slaapt? Dat kun je vooral in de ochtend goed zien. Je kind krijgt genoeg slaap als het 's morgens spontaan wakker wordt en als het binnen een half uur na het opstaan trek heeft in een ontbijt. Ook wordt je kind in het weekend of in de vakantie niet veel later wakker dan door de week. Het zegt niet zoveel als je kind overdag slaap lijkt te hebben. Kinderen die te weinig slapen zijn lang niet altijd slaperiger. Soms zijn ze vooral veel drukker.Tot wanneer doet een kind een middagslaapje?Sommige kinderen hebben al met anderhalf jaar overdag geen slaap meer nodig, anderen nog wel tot en met 4 jaar.Gemiddeld slaapt bijna 90% van de tweejarigen nog overdag. De helft van de driejarigen slaapt nog overdag. Ook een derde van de vierjarigen die al naar school gaan, heeft af en toe nog behoefte aan een middagdutje.Je merkt het vanzelf als je kind het niet meer nodig heeft. Je kind valt overdag haast niet meer in slaap of wil 's middags niet meer naar bed. Ga dan gerust terug naar een paar keer per week 's middags slapen. Eventueel breng je je kind 's dan avonds iets eerder naar bed.Hoe leer je je kind alleen slapen?Als je kind lange tijd bij je op de kamer heeft geslapen, wil je misschien op een dag dat hij of zij in de eigen kamer gaat slapen. Voor sommige kinderen is dit helemaal geen probleem. Andere kinderen vinden dit moeilijk.Bereid dit dan goed voor en pak het stap voor stap aan, zodat je kind rustig kan wennen. Blijf bijvoorbeeld eerst naast het bedje zitten tot je kind slaapt. Als dat goed gaat, kun je steeds iets verder weg gaan zitten, totdat je kind heeft geleerd alleen in zijn kamer in slaap te vallen.Hoe help je je kind met slapen?Peuters willen soms niet gaan slapen of komen 's nachts uit bed. Een peuter doet veel nieuwe ervaringen op, die opwindend en vermoeiend zijn. Een vaste dagindeling geeft je kind houvast en een gevoel van veiligheid.Bouw de dag rustig af in de avond en vertel alvast duidelijk dat het over vijf of tien minuten bedtijd is. Zo krijgt je kind de ruimte voor de overgang van wakker zijn naar slapen. Je kind moet weten dat je het meent en dat het geen zin heeft om te treuzelen. Dit betekent niet dat je op een boze toon zegt dat het bedtijd is. Duidelijk zijn is het beste.Slaaptips:Stel een vaste bedtijd in met een vast slaapritueel, dat ongeveer 20 tot 30 minuten duurt.Doe een halfuur voor bedtijd alleen nog rustige spelletjes of activiteiten.Breng je kind naar bed in een gezellige, ontspannen sfeer.De slaapkamer moet een veilige plek zijn. Zet je kind er nooit voor straf. Dan voelt de slaapkamer niet meer als een fijne plek voor je kind.Het mag niet te warm of te koud zijn in de slaapkamer. Het beste is tussen 16 en 18 graden.Zorg dat de slaapkamer donker is. Als het erg licht is in de kamer, kun je een verduisterend rolgordijn of een niet-doorschijnend overgordijn ophangen.Is je kind bang in het donker? Laat dan het licht op de gang branden of gebruik een nachtlampje.Een knuffel in bed of een lapje met de geur van mama of papa kan een gevoel van veiligheid geven. Wat als je kind slaapproblemen heeft?Veel kinderen slapen wel eens slecht. Ze vinden het soms moeilijk om te gaan slapen en niet bij hun ouders te mogen zijn. Ze beginnen te dromen en verwerken zo dingen die overdag zijn gebeurd. Soms worden ze bang en hebben ze behoefte aan troost. Sommige kinderen vinden het moeilijk om alleen te zijn of verzetten zich tegen de slaap. Andere kinderen worden altijd vroeg wakker.Als je kind ziek is of pijn heeft, dan kan hij of zij daarom misschien niet goed slapen. Is je kind niet ziek? Dan is het misschien gewend geraakt aan de aandacht die het krijgt door te huilen. Als dat zo is, probeer dan een ander ritme op te bouwen en je kind te helpen om steeds meer zonder jouw hulp tot rust te komen.De aanpak van slaapproblemen kost moeite. Zeker in het begin. Het is belangrijk om te begrijpen wat er aan de hand is. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je kind minder goed slaapt. Maak je je zorgen? Neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg bij je in de buurt.
-
Slapen angst en enge dromen kind
Ieder klein kind is wel eens bang in bed. Hoe help je je peuter bij angst in bed en wat doe je als je kind nachtangsten heeft?Bang in de slaapkamerPeuters en kleuters weten nog niet altijd het verschil tussen werkelijkheid en fantasie en kunnen daardoor bang zijn. Dat is normaal. Dit soort angsten worden meestal minder als je kind ouder wordt.Peuters proberen mensen en gebeurtenissen steeds beter te leren begrijpen. Maar soms zijn de dingen anders dan ze denken.Je peuter weet bijvoorbeeld dat een knuffelbeer niet zelf beweegt of praat. Daarom kan je kind ineens heel bang zijn voor iemand die verkleed is als grote knuffelbeer. Je kind weet misschien nog niet dat er een echt mens in dat berenpak zit. En als hij of zij dat wel weet, is het soms nog steeds heel eng.Ook kan je kind denken dat er iets engs in de slaapkamer is. Soms is de angst alleen maar een gevoel of een gedachte, zonder dat ze echt iets zien in de kamer. Of je kind vindt steeds iets anders eng.Hoe kun je reageren op angst in de slaapkamer?Bedenk samen met je kind hoe je die angstige gedachte of dat angstige gevoel uit de kamer weg kunt krijgen. Bijvoorbeeld door het 'weg te jagen', weg te blazen op een wolk of weg te sturen met de post.Kijk dan samen eens goed rond en praat met je kind over de angst. Bewegen er schaduwen van buiten over de muren? Ziet een pop er in het halfdonker misschien eng uit? Misschien zorgt de wind voor enge geluiden. Bekijk of je iets tegen die geluiden kunt doen. Een tochtstrip plaatsen bijvoorbeeld. Of geef het geluid een andere betekenis, alsof het muziek is.Misschien vindt je kind een nachtlampje fijn? Als je kind wat ouder is, wil het dit waarschijnlijk niet meer. Hoe ga je om met dromen en nachtmerries van je kind?Je peuter maakt veel mee op een dag. En daar kan je kind over gaan dromen. Misschien wordt je kind soms huilend of paniekerig wakker. Het is belangrijk dat je je kind na een akelige droom of nachtmerrie geruststelt.Slaaptekort vergroot de kans op nachtmerries. Zorg er daarom voor dat je kind genoeg kan slapen. Een een vaste slaaptijd en een vast slaapritueel kan daarbij helpen.Wat zijn nachtangsten?Nachtangst is iets anders dan een nachtmerrie. Het komt vooral voor bij kinderen tussen drie en twaalf jaar, maar soms ook bij jongere of oudere kinderen.Bij nachtangst is je kind niet wakker maar hij of zij zit wel rechtop met opengesperde ogen en gilt van angst. Het komt meestal rond hetzelfde tijdstip terug: een half uur tot drie uur na het inslapen en duurt 10 tot 30 minuten.Hoe reageer je op nachtangsten?Maak je kind niet wakker. In gesprek gaan heeft ook geen zin. Je kunt het best je kind vasthouden en troosten tot het weer rustig is. Dan kan je kind weer verder slapen. Als je kind het niet prettig vindt als je het vasthoudt, ga dan in de buurt zitten en praat op een rustige en kalmerende toon. De volgende ochtend herinnert je kind zich er niets meer van.Hoe voorkom je nachtangsten?Waarschijnlijk heeft de rijping van de hersenen ermee te maken dat je kind nachtangst heeft. Spanning en slaaptekort kunnen ervoor zorgen dat je kind nachtangsten krijgt.Zorg daarom voor vaste bedtijden en voldoende nachtrust. Een peuter slaapt per nacht ongeveer 10 tot 12 uur. Rust en regelmaat overdag kunnen ook helpen.Heeft je kind vaak last van nachtangsten? Dan kun je je kind een kwartier voordat je ze verwacht even uit bed halen, bijvoorbeeld om te plassen. Soms voorkomt dit de nachtangst.Als je kind ouder wordt gaat nachtangst vanzelf over, je hoeft je er geen zorgen om te maken. Het kan er heel naar uitzien, maar je kind wordt rustiger als jij als rustig blijft.
-
Slapen en nachtrust
Kinderen van 4 tot 12 jaar hebben nog veel slaap nodig. Sommige kinderen van vier hebben nog behoefte aan een middagslaapje. Zolang dat kan, is het goed om dat mogelijk te maken. Genoeg slaap is goed voor de groei van kinderen, en voor hun humeur.Gemiddeld aantal uren slaapHet ene kind heeft behoefte aan meer slaap dan het andere. Er zijn geen regels die zeggen dat kinderen zoveel uur moeten slapen of op een bepaald tijdstip naar bed toe moeten. Meestal is het zo dat wanneer kinderen ouder worden, ze minder uren slaap nodig hebben. Komt je kind 's morgens meestal uitgerust uit bed? En kan het zich overdag goed concentreren? Dan heeft je kind voldoende slaap. Kijk dus altijd goed naar je kind. De gemiddelden hieronder geven je een richting.Kinderen in de leeftijd tussen 4 en 5 jaar slapen ongeveer 11 tot 12 uur per nacht.Kinderen van zes jaar hebben soms nog wel bijna tien uur slaap per dag nodig. Stel dat je om half zeven 's morgens opstaat, dan is half acht 's avonds dus een mooie bedtijd voor je kind.Als je kind negen is, heeft het rond de negen-en-half uur slaap nodig.Als je kind twaalf is, heeft het nog ongeveer negen uur slaap nodig. Een goede slaapplekZorg ervoor dat het niet te warm of te koud is in de slaapkamer. De ideale temperatuur ligt tussen 16 en 18°C.Het is voor je kind vaak prettig als het licht op de gang brandt. Of doe een nachtlampje aan op de kamer.Een knuffel geeft je kind houvast.Als het erg licht is in de kamer, kun je misschien een dicht rolgordijn ophangen of een niet doorschijnend overgordijn. Stapelbed of hoogslaperOverweeg je een stapelbed of hoogslaper voor je kind aan te schaffen? Veel ouders kiezen voor een hoog bed als hun kind uit het eerste bed is gegroeid. Hoe kun je voorkomen dat je kind uit bed valt en zich ernstig bezeert?Tips om een val te voorkomen:Laat kinderen onder de 6 jaar niet in een hoog bed slapen.Kijk naar je kind. Sommige kinderen zijn zich nog niet goed bewust van gevaar of zijn lichamelijk nog wat onhandig. Begin pas aan een hoogslaper als je denkt dat je kind er klaar voor is.Controleer of het bovenste bed van een stapelbed of de hoogslaper aan alle zijden een opstaande rand heeft om te voorkomen dat je kind uit bed valt. Moeite met naar bed gaanMisschien gaat je kind niet graag naar bed? Je kunt je kind helpen de overgang van de dag naar de nacht makkelijker te maken. Het is handig om daarbij een vast slaapritueel te hebben. Spreek af met je kind wat de vaste bedtijd is. Vertel ruim voor de start (bijvoorbeeld 20 minuten) van het slaapritueel dat het bijna bedtijd is. Je kind kan dan afmaken waarmee het bezig is. Herhaal deze boodschap nog eens (bijvoorbeeld na 10 minuten) voor het ritueel begint. Als je kind wat ouder wordt, is het zelfstandiger. Je kind kan zelf naar bed gaan en volgt dan zijn eigen ritueel. Maak goede afspraken over wanneer je kind gaat slapen en praat erover als je kind zich niet aan de afspraken houdt.SlaaptekortAls je je kind 's vaak ochtends wakker moet maken, heeft je kind waarschijnlijk slaap te kort. Je weet dat zeker als je kind in het weekend, als je het niet wakker maakt, meer dan een half uur langer slaapt dan op schooldagen. Een slaaptekort zorgt vaak voor hoofdpijn en een slechte concentratie, op school bijvoorbeeld. Kinderen die wakker gemaakt moeten worden, hebben vaak minder trek in een ontbijt. Vervroeg de bedtijd van je kind met stapjes van een kwartier in plaats van meteen een uur. Zo houdt je kind zijn ritme, ligt het niet te lang wakker en krijgt het geen last van een mini-jetlag.Vroeg wakker wordenAls je kind altijd erg vroeg wakker wordt en overdag niet moe is, kun je de vaste bedtijd een kwartier opschuiven. Kijk na een week of je kind nu wat later wakker wordt. Als ouder ga je meestal een stuk later naar bed dan je kind en 's morgens is het dan soms wel erg vroeg dag. Met wat oudere kinderen kun je afspreken hoe laat ze mogen opstaan. Op die manier kun je zelf nog even doorslapen terwijl je kind ligt te lezen of in bed speelt. Spreek eerst korte tijden af, bijvoorbeeld een kwartier. Stel een beloning in het vooruitzicht als je kind zich rustig houdt tot de afgesproken tijd. Als beloning kun je bijvoorbeeld samen een spelletje doen in de ochtend.SlaapproblemenSommige kinderen in de basisschoolleeftijd hebben slaapproblemen. Meestal gaat het dan om slecht in slaap kunnen komen. Maar ook nachtmerries, slaapwandelen en te vroeg wakker worden komen voor.Wat kun je zelf doen?Je kunt met je kind over de slaapproblemen praten. Doe dat het liefst op een rustig moment en niet 's avonds laat, als je zelf moe bent. Probeer samen met je kind oplossingen te vinden. Geduld, goed luisteren en het verhaal van je kind serieus nemen zijn belangrijk.Ook een kind moet leren om zich over te geven aan de slaap en gedachten of zorgen voor morgen te laten. Een vast ritueel zoals een liedje zingen kan daarbij helpen.
-
Samen slapen
Het is belangrijk dat jij en je baby veel bij elkaar zijn. Dat maakt jullie band beter. Samen in dezelfde kamer slapen is ook goed. Maar liever niet in hetzelfde bed, want dat kan gevaarlijk zijn. Hoe zorg je dat je baby zo veilig mogelijk bij jou in de kamer slaapt?Samen in de kamer, ieder in eigen bedLaat je baby, als het kan, in een eigen bed bij jou op de kamer slapen. Zeker het eerste halfjaar. Jij en je baby leren elkaars geluiden kennen en je kunt goed op je baby letten. Ook kan het makkelijker zijn voor de nachtvoedingen. Je verkleint zo ook de kans op wiegendood. Ook overdag is het goed om dicht bij je baby in de buurt te blijven.Het wordt afgeraden om samen met je baby in één bed te slapen, zeker tijdens de eerste zes maanden. Vooral als je rookt, alcohol hebt gedronken of heel erg moe bent, is samen in één bed slapen geen goed idee. Ook als je medicijnen gebruikt waar je slaperig van wordt, is het gevaarlijk. In je slaap kun je je omdraaien en ongemerkt op je baby gaan liggen.AanschuifbedEen aanschuifbed of co-sleeper kan aan één kant open. Je schuift zo'n bed tegen je eigen bed. Maak het aanschuifbed stevig vast aan jouw bed. Zo komt er geen ruimte tussen de bedden. Je baby slaapt naast je, maar toch op een eigen plek. Het aanschuifbed moet een tussenhekje hebben, dat je sluit als je gaat slapen. Zo komt je kind niet per ongeluk bij jou in bed terecht.Samen slapen is handig bij borstvoedingAls je borstvoeding geeft, is het handig als je je baby alleen maar uit het aanschuifbed hoeft te pakken. Maar als je tijdens het voeden of troosten in slaap valt, ligt je baby toch bij jou in bed. Voor de veiligheid kun je:je baby uit de buurt van kussens houden;zorgen dat je baby niet uit bed kan vallen;zorgen dat je baby niet tussen de muur en het matras klem kan komen;jouw beddengoed het hoofd van je baby niet bedekt;geen enkel risico nemen dat je in één bed in slaap valt als je baby te vroeg of te klein is geboren. Toch in jouw bed in slaap gevallen?Gebeurt het toch een keer dat je in bed met de baby in slaap valt, voel je daar dan niet ongelukkig of schuldig over. Leg je baby zodra je wakker wordt weer op de eigen plek.Overdag bij jou slapenIn het begin kan het je baby veel rust geven om overdag bij jou in je armen of in de draagzak te slapen. Dat voelt als voor de geboorte, toen je baby je hartslag en andere lichaamsgeluiden hoorde. Als jij je er prettig bij voelt is er niets mis mee. Wanneer je er genoeg van hebt, kun je je baby langzaam laten wennen aan steeds meer en steeds vaker in zijn eigen wieg slapen. Dat kun je ook doen als je merkt dat je baby dat zelf prettig vindt. Gaat je baby straks naar de opvang? Laat hem of haar dan op tijd wennen aan het slapen in een bed overdag.Samen op de bankSamen op de bank met je baby is heel fijn en hoeft niet gevaarlijk te zijn. Het is wel belangrijk dat je dan zelf niet in slaap valt. Je baby kan wegglijden, het te warm krijgen of in ademnood komen door kussens en rugleuningen.TweelingHet is niet veilig om een tweeling in hetzelfde bed te laten slapen. Ze kunnen elkaar in ademnood brengen, als ze op of tegen elkaar komen te liggen. Je kunt de bedjes natuurlijk wel naast elkaar zetten.Toch samen in bed met je baby ouder dan zes maanden?Is je kind ouder dan zes maanden en wil je het toch bij jou in bed laten slapen, bijvoorbeeld omdat het bang of niet lekker is? Maak dan in ieder geval je bed wat veiliger:Gebruik geen dekbed en zorg ervoor dat je kind niet tegen een kussen kan gaan liggen.Houd je baby uit de buurt van de kier tussen twee matrassen.Zorg voor een stevig matras. Een waterbed of een traagschuimmatras is niet veilig voor je baby.Gebruik geen slaapmiddelen, alcohol of drugs en zorg ervoor dat je niet oververmoeid of gestrest bent.Zorg ervoor dat je kind niet uit bed kan vallen. Kijk voor meer informatie over veilig slapen op VeiligheidNL. Je kunt ook de slaaptest doen.
-
Slecht slapen baby
In het leven van je baby gebeurt erg veel. Elke dag ontdekt hij weer nieuwe dingen. Baby's verwerken al deze ervaringen in hun slaap.SlaapritmeAls je baby net geboren is, slaapt hij veel. Je baby heeft een eigen slaapritme. Voor iedere baby is dit anders. In de eerste 6 maanden slapen de meeste baby's 13 tot 15 uur per 24 uur.HuilenSommige baby's huilen zichzelf vaak in slaap, ook als ze 's nachts even wakker worden. Dat kan erbij horen. Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.Als het huilen echt een probleem wordt, dan zijn er verschillende tips die kunnen helpen. Je kunt ook het een ander doen om slaapproblemen te voorkomen.Moeilijk in slaap vallenHet kan zijn dat je baby moeilijk in slaap valt. Misschien huilt je kind hard, of blijft het maar huilen.Ga na wat er aan de hand kan zijn. Heeft je kind een vieze luier? Heeft het honger? Of misschien is je kind niet slaperig genoeg? Let goed op slaapsignalen van je kind (bijv. wegkijken, gapen, in de oogjes wrijven).Niet ieder kind heeft evenveel slaap nodig. Als je merkt dat je kindje nog niet moe genoeg is, probeer het iets later dan nog een keer.Misschien huilt je baby omdat hij ergens last van heeft, bijvoorbeeld omdat er een tand doorkomt.Als je baby blijft huilen, is hij niet rustig genoeg om weer in slaap te vallen. Troost je baby tot hij rustiger wordt en leg hem daarna weer terug op de eigen slaapplek.Een vast bedritueel helpt je kind om een goed slaappatroon op te bouwen. 's Nachts wakker wordenEen baby wordt in de eerste maanden 's nachts verschillende keren wakker voor voeding. Na de voeding valt hij weer in slaap. Langzamerhand gaat je baby leren om zelf verder te slapen zonder dat voeding of hulp nodig is.Veel kinderen zijn 's nachts soms even wakker en vallen dan vanzelf weer in slaap. Maar het kan ook gebeuren dat je baby opeens weer 's nachts je hulp nodig heeft bij het verder slapen. Dat is normaal. Andere baby's zijn juist vroeg wakker.DromenIn het leven van je baby gebeurt erg veel. Elke dag ontdekt hij weer nieuwe dingen. Baby's verwerken al deze ervaringen in hun slaap. Soms wordt een kind paniekerig en huilend wakker, omdat het heeft gedroomd. Dat kan heel naar zijn om te zien. Stel je baby gerust door tegen hem te praten, en hem te aaien. Als het nodig is, pak je je kind op tot het weer rustig is.Als je kind gekalmeerd is, leg je het weer terug in bed. Dit kan een moeilijk moment zijn, omdat je baby dan graag bij je blijft. Probeer je baby gerust te stellen, door erbij te blijven en het eigen bedje weer prettig te maken. Zorg ervoor dat het bedje een veilige en fijne plek is. Blijf erbij tot je kind weer gerust is en kan inslapen.Filmpje over slecht slapenBekijk onze video over wat je kunt doen als je baby slecht slaapt.
-
Slecht slapen
Jonge kinderen slapen soms moeilijk in en komen vaak uit hun bed. Als het een keer gebeurt, vanwege een nachtmerrie of een drukke dag, is het meestal geen probleem. Soms blijft je kind volhouden niet (meer) alleen te willen of kunnen slapen.Wat maakt dat je kind niet kan slapen en hoe helpt je je kind de dag goed af te sluiten en toch te gaan slapen? Duidelijke afspraken en grenzen zijn belangrijk.Waaróm kan je kind niet slapen?Het is belangrijk dat je probeert te begrijpen waardoor je kind nu niet kan slapen. Praat erover met je kind. Als je weet waarom je kind moeilijk inslaapt geeft dat jou minder stress en kun je samen met je kind zoeken naar een oplossing.Oorzaken zijn bijvoorbeeld:Je kind zit net in een groeispurt of het wordt ziek.Het is overdag te druk geweest. Of er zijn er spanningen in huis of zijn er veel veranderingen geweest.Je kind heeft moeite met het loslaten van de dag. Om in slaap te vallen 'moet' je ontspannen, terwijl het nog onrustig kan zijn in je hoofd of lijf. De een heeft daar meer last van dan de ander. Er is juist weinig gebeurd en je kind heeft weinig gedaan waardoor het niet moe is. Het kan ook zijn dat je kind echt te vroeg naar bed gaat.Soms liggen kinderen na te denken over een heleboel dingen. Misschien maakt je kind zich zelfs zorgen? Hoe geef je je kind een veilig gevoel?Je kind moet weten dat het op jou kan terugvallen als de angst of onrust te groot is om in slaap te vallen. Toon begrip voor de zorgen van je kind, maar ga er alleen op in als het echt niet kan wachten. Zeg anders dat je er de volgende dag samen over praat of samen een oplossing zoekt. Houd je aan deze afspraak. Wanneer kinderen wat ouder zijn kunnen ze er over tekenen of schrijven.Hoe help je je kind te gaan slapen?Geef de hele dag door aandacht aan zelfstandig gedrag van je kind. Geef complimenten over wat het zelf al doet. Laat je kind dingen doen die het zelf kan.Breng de pop of knuffel van je kind samen naar het eigen bed. Praat over de voordelen van zelf slapen in het eigen bed.Grotere kinderen vinden het vaak gezellig om even met hun ouder(s) alleen te zijn als hun jongere broer of zus al naar bed is. Geef je oudste kind extra aandacht en zeg dan rustig dat het nu echt bedtijd is.Geef je kind een compliment dat het gaat proberen te slapen in het eigen bed, ook als het uiteindelijk niet lukt.Zorg dat je kind altijd overdag genoeg beweegt. Hoe sluit je de dag van je kind af?Laat je kind niet vlak voor het naar bed gaan nog bijvoorbeeld gamen of naar spannende televisie kijken. Je kind heeft de tijd nodig om tot rust te komen en de dag af te sluiten.Doe alles voor het naar bed gaan in dezelfde volgorde: bijvoorbeeld douchen/bad, tandenpoetsen, plassen, naar bed. Dit noemen we een vast bedritueel. Lees bij zijn of haar eigen bed een verhaal voor of zing samen wat liedjes. Zo maak je het vanzelfsprekend dat je kind in het eigen bed slaapt.Als je kind niet naar bed wil, zeg je dat je kind het wel gaat proberen. Als je kind erg onrustig is, vragen blijft stellen of verdrietig wordt, vertel dan dat je in de buurt bent en dat de deur open kan blijven. Ga zelf dan iets doen in de buurt van de slaapkamer, zodat je kind je hoort. Vouw de was op of ruim het speelgoed op. Stel je kind gerust. Het moeilijk of spannend vinden hoort er soms even bij, vertel ook dat dit mag. Toch kan je kind proberen om te gaan slapen. Hoe ga je strijd over slapen uit de weg?Het is belangrijk dat je niet met je kind gaat onderhandelen als het niet wil slapen, of niet in zijn of haar eigen bed wil slapen. Laat merken dat je het normaal vindt dat je kind in het eigen bed slaapt.Je kind laten huilen kan, als het een zeurend of dreinend huilen is. Hiermee zegt je kind dat hij of zij het moeilijk vindt, en dat is oké.Hard huilen, schreeuwen of in paniek raken helpt niet bij in slaap vallen. Probeer te voorkomen dat de onrust zo ver komt. Ga naar je kind toe, stel je kind gerust, laat het rustig liggen knuffel je kind opnieuw. Zo blijf je je kind gerust stellen en een veilig gevoel geven. Het vraagt van jou misschien veel geduld. Dat is lastig als je zelf erg moe bent. Doe dit als je het kunt. Als je een partner hebt, breng je kind dan om de beurt naar bed.Als het je kind lukt om in bed te blijven liggen, geef het dan complimenten. Welke aanpak van slecht slapen?Hieronder staan een paar manieren om slecht slapen van je kind aan te pakken. Bedenk van tevoren welke aanpak bij je kind past en wat jij aan kunt. Houd vol en doe het elke avond op dezelfde manier. Het is ook belangrijk dat je eventuele partner hetzelfde doet. En dat je kind eraan went dat soms de ene en soms de ander het naar bed brengt.Vaak zie je al binnen een week dat de aanpak helpt.Stap voor stap in slaap vallenBreng je kind op de gewone manier naar bed, maar vertel je dat je na vijf minuten even komt kijken. Dit doe je dan ook na vijf minuten, of je kind nu rustig of onrustig is. Vervolgens vertel je weer rustig - als dat nodig is - dat het tijd is om te gaan slapen. Je belooft dat je over acht minuten (een paar minuten later dan eerst) weer komt kijken. Je maakt de periode tussen het komen kijken steeds iets groter. Geef je kind een compliment als het lekker ontspannen in bed ligt. Dan vertrek je weer. Je blijft dus niet bij je kind. Het is belangrijk dat je je aan de afspraak houdt dat je komt kijken. Heb je het idee dat het aantal minuten te groot is voor je kind? Kom dan bijvoorbeeld eerst na twee minuten kijken en daarna weer na vier minuten.Langzaam de kamer uitBij deze aanpak ga je steeds iets verder van het bed van je kind zitten tot je uiteindelijk uit de kamer van je kind bent. De eerste dag zit je nog naast het bed van je kind. Gaat dit goed, dan zet je je stoel de volgende dag een stukje verder. Gaat ook dit goed, dan zet je je stoel nog iets verder weg. Lukt het je kind niet om zelfstandig in slaap te vallen? Ga dan een stukje terug en probeer het de volgende avond nog een keer. Uiteindelijk lukt het je kind zelf in slaap te vallen zonder dat jij op de kamer aanwezig bent. Je kunt de stapjes zo groot of zo klein mogelijk maken als past bij jou en je kind.Belonen met ‘bedpas’Reageert je kind goed op beloningen? Komt het niet kunnen inslapen vooral door een onrustig lijf of doordat je kind moeite heeft om de dag los te laten? Of wil je kind niets missen en erbij blijven, als de rest van het gezin nog wakker is? Dan kan het helpen om met een bedpas te werken. Je spreekt samen af hoe vaak je kind uit bed mag komen. Je kind krijgt dat aantal bedpassen. Gaat het goed, dan kan je kind een beloning verdienen. Als je kind minder passen gebruikt dan het heeft, kan het een extra beloning verdienen. Houd de beloning klein en gezellig: bijvoorbeeld extra spelletjestijd, extra voorleestijd of samen een filmpje kijken, Het is het leuk om de pas samen te maken. Dat is al extra aandacht of beloning.Zie je na een week geen verandering of vind je het moeilijk om vol te houden? Vraag dan advies bij de Jeugdgezondheidszorg.Wat als je kind niet doorslaapt?Het is heel normaal als je kind wakker wordt omdat het moet plassen, dorst heeft of droomt. De meeste kinderen gaan dan weer gewoon terug in bed en slapen verder.Het kan ook zijn dat je kind 's nachts slaapwandelt of dat het bang is in bed.Kinderen willen dan soms graag bij hun ouders in bed. Ouders denken hier verschillend over. Er bestaan over de hele wereld verschillende meningen over. Het is belangrijk dat je als ouder weet wat je wilt en dat je daar afspraken over maakt met je kind. Zo weet je kind ook waar het aan toe is.Wel of geen melatonine voor je kind?Melatonine is een stof die het lichaam zelf maakt waardoor je in slaap kunt komen. Sommige kinderen hebben te weinig van deze stof en komen hierdoor moeilijk in slaap. Extra melatonine in de vorm van pilletjes kan dan helpen, maar alleen wanneer het in de juiste hoeveelheid en op het juiste tijdstip wordt gegeven.Je kunt melatonine zelf bij de drogist kopen. Maar kinderartsen raden af om melatonine aan je kind te geven zonder doktersadvies. Het is belangrijk om er eerst achter te komen of je kind wel te weinig melatonine aanmaakt. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor het inslapen niet goed lukt. In dat geval kan melatonine juist voor meer klachten zorgen en kunnen de problemen veel langer gaan duren. Bespreek het dus altijd met een dokter.
-
Moe en slapen
Pubers willen vaak 's avonds niet naar bed en komen 's morgens niet uit bed. Hun slaapritme verandert. Het is niet fijn als ze daardoor te laat op school komen of door de haast niet goed ontbijten. Hoe kan je je kind helpen om beter en meer te slapen?Slaapritme en biologische klok pubersPubers worden later op de dag moe dan jongere kinderen. Daarom kunnen ze langer opblijven. Je kind valt pas een paar uur later in slaap. Ze moeten dan eigenlijk ook later opstaan om toch negen tot tien uur slaap te krijgen. Dat kan niet, omdat ze op tijd naar school moeten. Een puber slaapt daardoor vaak te weinig.Het slaapritme verschuift ongeveer twee tot drie uur. Het kost je puber echt meer moeite om op tijd op te staan en naar school te gaan. Soms neemt hij of zij dan ook te weinig tijd om te ontbijten.Zolang de schooltijden niet veranderen, moet je kind toch vroeg op staan.Moe zijn en hangenIs je kind vaak moe? Dat is in deze leeftijdsfase heel normaal. Pubers slapen daarom vaak langer uit en hangen veel op de bank. In de puberteit groeien jongeren hard en worden ze vruchtbaar. Dat kost veel energie. Ze hebben daarom ook veel slaap nodig: ongeveer negen tot tien uur per nacht.Goed slapen en pubersHet is verstandig om je puber aan te moedigen om genoeg te slapen. Vertel je kind wat de voordelen zijn van een goede nachtrust en wat de gevolgen zijn van slecht slapen: je presteert minder en raakt sneller gestrest. Dan is het nog moeilijker om in slaap te komen.Bedenk samen wat een handige bedtijd is en hoe laat je puber echt gaat slapen. De bedtijd is dan bijvoorbeeld om 21.30 uur, maar je kind gaat om 22.00 uur slapen.Tips om beter te slapenHet is bijna onmogelijk om te zorgen dat je puber elke nacht negen tot tien uur slaapt. Je kunt wel samen proberen om te zorgen dat hij of zij niet te weinig slaapt:Laat je kind een uur voor het slapengaan geen inspannende dingen doen. Zoals huiswerk maken of een beeldscherm gebruiken (telefoon, computer, tablet of gamen). Het licht van beeldschermen verstoort het moment dat je kind in slaap moet vallen. Veel beeldschermen hebben een 'Night Shift'-functie. Je kind kan die aanzetten via de instellingen. Door de 'Night Shift'-functie wordt het witte en blauwe licht gefilterd en zijn de kleuren op het scherm warmer. Dat kan helpen om beter in slaap te vallen.Stimuleer je puber om voor het slapen te lezen of te luisteren naar een luisterboek, in plaats van met de computer of telefoon bezig te zijn. Het licht van beeldschermen remt de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. Ook is het onrustig als er steeds informatie binnenkomt. Je kind slaapt dan niet makkelijk in. Adviseer je kind anderhalf uur voor bedtijd alle digitale apparaten uit te doen. Het is beter om de telefoon of de tablet niet in de slaapkamer te laten.Zorg voor een slaapkamer die rustig en donker is. De beste temperatuur voor een slaapkamer ligt tussen 16 en 18 °C.Stimuleer je kind om te sporten. Beweging overdag maakt dat je beter slaapt. Maar laat je kind niet te laat in de avond sporten. Dan duurt het langer voordat je in slaap valt.Laat je kind 's avonds geen dranken drinken waarin cafeïne zit, zoals koffie, thee, Ice-tea, cola, chocolademelk of energydrinks.Vraag eens of je kind zelf iets weet om makkelijker op tijd op te staan.Help je kind om de ochtendstress te verminderen. Zorg dat je zelf rustig blijft.Vertel dat het handig is om de avond ervoor alle spullen voor de volgende dag klaar te zetten. Help hierbij als dat nodig is.Zoek samen naar oplossingen. Misschien helpt een truc met meer wekkers, een ander wekkergeluid dan normaal, een wekker die niet naast het bed staat of een leuke weddenschap.En vooral: laat je kind uitslapen wanneer dat kan, want een puber heeft meer slaap nodig dan dat hij op schooldagen krijgt. Bijslapen in het weekend helpt. Maar leg je puber uit dat het beter is om niet meer dan twee uur later dan normaal op te staan. Anders bestaat de kans dat je ritme te veel verschuift. Vanaf een jaar of 14 wordt het moeilijker om deze tips uit te voeren. Pubers willen dan zelf beslissen wat ze doen en hoe laat ze gaan slapen.Ruzie over bedtijdSoms is het lastig om met een puber te praten. Het helpt vaak niet als jij zegt wat goed voor je kind is. Veel pubers vinden tot laat op zijn en 'moe zijn' stoer. Als ze 's avonds laat nog op Instagram of WhatsApp zitten, zien hun vrienden dat ook. Met je kind ruzie maken omdat het 's avonds laat nog bezig is met de telefoon, werkt daarom niet. Je kind weet ook best dat het licht van de telefoon slecht is voor zijn of haar slaap. Je kind gaat zijn gedrag alleen veranderen als het zelf gaat zien en voelen dat goed slapen grote voordelen heeft. Als je uitgerust bent, gaan dingen makkelijker en voel je je beter.Dag en nacht omkerenAls je je zorgen maakt over het slaappatroon van je puber, bespreek dat dan eerlijk met hem of haar. Als kinderen of pubers écht vaak hun bed niet meer uit kunnen komen of hun dag- en nachtritme gaan omkeren, kan dit reden zijn tot zorg. Misschien weet je kind geen oplossing en blijkt het te moeilijk is om in de ochtend op te staan. Het kan een teken zijn dat je kind een depressie of angst voor school heeft. Bespreek dit eerlijk, maar niet te dwingend. Praat er ook over met andere ouders. Hoe pakken zij dit aan?Geen melatonine zonder doktersadviesBlijft slapen, ondanks alle tips hierboven, een probleem? Dan heb je misschien al eens nagedacht over het gebruiken van melatonine. Melatonine is een lichaamseigen stof die ervoor zorgt dat je in slaap kunt komen. Sommige jongeren hebben een tekort aan deze stof en komen hierdoor moeilijk in slaap. Extra melatonine kan dan helpen, maar alleen wanneer het in de juiste hoeveelheid en op het juiste moment wordt gegeven.Kinderartsen raden af om melatonine zonder doktersadvies te gebruiken. Het is belangrijk om er eerst achter te komen of je kind wel een melatoninetekort heeft. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor het inslapen niet goed lukt. Dan kan melatonine juist voor meer klachten zorgen en kunnen de problemen blijven. Bespreek het gebruik van melatonine dus altijd met een dokter, ook al kun je het gewoon kopen bij de drogist.Contact met de jeugdarts over slecht slapenJe kunt ook contact opnemen met de jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg, die is verbonden aan de school van je kind. De jeugdarts kan samen met jullie uitzoeken waar het probleem ligt. Hij of zij kan zelf begeleiding geven of andere hulp inschakelen.
-
Slaaphouding baby
De houding waarin je kind slaapt is belangrijk voor de veiligheid en voor de ontwikkeling van het hoofd.Op de rug slapenLeg je baby vanaf de geboorte op de rug in bed. De kans op wiegendood is dan kleiner, omdat je baby vrij kan ademen. De eerste weken slaapt je baby onder een laken en deken. Als je baby beweeglijk wordt en zich gaat verplaatsen in bed, is het tijd om een babyslaapzak te gaan gebruiken. Een laken en deken zijn dan niet meer nodig. Gaat je baby proberen om te rollen, dan kun je eventueel wel een laken en deken strak en stevig instoppen. Dan blijft je baby langer op zijn rug liggen.Je hoeft niet bang te zijn dat je baby stikt als hij spuugt. Baby's draaien automatisch hun hoofd om.VoorkeurshoudingLeg je baby op de rug met het gezicht om de beurt naar links of naar rechts. Sommige baby's draaien hun hoofd vanzelf naar een favoriete kant. Als je baby steeds met het hoofd naar dezelfde kant ligt, bestaat het risico dat hij of zij een voorkeurshouding ontwikkelt.Je kunt dit proberen tegen te gaan door bijvoorbeeld een mobiel boven de andere kant van het bed te hangen.Je kunt het bed regelmatig andersom opmaken of het hele bed omdraaien.Als je flesvoeding geeft, neem dan je baby de ene keer op je linkerarm en de andere keer op je rechterarm.Je kunt je baby overdag, als hij wakker is, regelmatig op de buik leggen. Dat is goed voor de ontwikkeling van de motoriek. Blijf er wel bij als je baby op zijn buik ligt. Bekijk ook het filmpje van Groter Worden over voorkeurshouding:Buikligging en zijliggingLeg je baby niet op zijn zij. Met deze houding is het risico op wiegendood groter. Ook ontstaat na enkele weken de kans dat je baby op zijn buik rolt. Bij de ene baby gebeurt dit wat eerder dan bij de andere. Je baby op de zij vastleggen met behulp van zogeheten stabilisatierolletjes of wigjes is geen veilige oplossing.Niet te warm toestoppenHet is belangrijk dat je kind het niet te warm krijgt. Gebruik daarom geen dekbed bij kinderen jonger dan twee jaar. Een dekbed is te warm en baby's kunnen zich eronder wurmen. Gebruik in plaats hiervan een goed passende babyslaapzak (trappelzak). Als je een gewatteerde slaapzak gebruikt, is extra beddengoed niet nodig. Een dunne slaapzak kun je eventueel combineren met een laken en/of een dunne deken. Maak het bed kort op, zodat de voeten van je baby bijna het voeteneind van het bed raken.Dek je baby met koorts minder toe dan normaal.Heen- en terugrollenDe meeste baby's kunnen zelf omrollen als ze 5 tot 6 maanden zijn. Snelle baby's kunnen dit al met 3 maanden. Soms kan je baby een poosje wel omrollen van rug naar buik, maar nog niet terug. Als je baby in bed op de buik gerold is, draai hem of haar dan terug naar zijn rug. Je kunt het omrollen in bed tegengaan door een laken en deken te gebruiken en die strak in te stoppen. Nog belangrijker is om het terugrollen te oefenen. Leg je baby overdag regelmatig op zijn buik en daag hem of haar uit terug te rollen, met een speeltje bijvoorbeeld. Zodra je kind zelfstandig heen en terug kan rollen, mag hij of zij zelf zijn slaaphouding bepalen en hoef je je baby niet meer terug te rollen naar de rug.InbakerenSoms worden baby's die veel huilen of onrustig slapen ingebakerd. Bij het inbakeren wikkel je je baby stevig in doeken. Of je kunt een kant-en-klare inbakerzak gebruiken. Dat is vaak veiliger en makkelijker dan een doek die los kan gaan. Overleg met de Jeugdgezondheidszorg als je je baby wilt inbakeren. Zij kunnen ook tips geven hoe je een vast patroon opbouwt bij het slapengaan. En ook hoe je bijvoorbeeld zorgt voor minder prikkels en meer regelmaat. Dat helpt vaak goed.Kijk voor meer informatie over veilig slapen op de website van VeiligheidNL. Je kunt ook de slaaptest doen.
-
Inbakeren
Sommige mensen bakeren hun baby in met het idee dat het dan minder gaat huilen en beter gaat slapen. Begin niet meteen met inbakeren: leer je baby eerst goed kennen. Neem daar een paar weken de tijd voor.Beginnen met inbakerenAls je er over denkt om je baby in te bakeren, bespreek dit dan eerst met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. Zij kunnen je vertellen of inbakeren iets voor jouw kind kan zijn en welke manier van inbakeren veilig is. Vaak word je baby al rustiger door regelmaat, een voorspelbare vaste volgorde in de dagen en minder prikkels.Begin in elk geval niet meteen met inbakeren na de geboorte. Zo hebben jij en je baby eerst nog de tijd om aan elkaar te wennen door middel van lichamelijk contact.Veilig inbakerenBij inbakeren wikkel je je baby in doeken om huilen of onrustig slapen te voorkomen. De volgende tips zijn belangrijk voor de veiligheid:De stof die je voor het inbakeren gebruikt mag niet te dik zijn.De stof mag niet te los of te strak zitten: een baby moet zijn benen in opgetrokken stand kunnen spreiden (de kikkerstand).Zorg dat de bakerdoek niet tegen het gezicht van je baby komt. Je baby kan dan onrustig worden, omdat het dan voor je baby kan lijken alsof hij wordt aangelegd voor een voeding.Een inbakerdoek moet onder de voeten gesloten worden.Armen moeten stevig langs het lichaam worden ingepakt.Ook moet er stof om de schouders, om te voorkomen dat je baby zijn armen aan de bovenkant bevrijdt.Het hoofd mag niet bedekt zijn vanwege kans op oververhitting.Stop altijd met inbakeren als je baby begint te draaien (zonder inbakerdoek). Het is gevaarlijk als een ingebakerde baby op de buik draait.Begin met afbouwen voordat je kind vier maanden is en stop voordat het zes maanden is.Als je je baby in bed legt, leg hem dan altijd op de rug. Wanneer je baby niet inbakerenBaker je baby niet in:Als hij ziek is of koorts heeft.De eerste 24 uur na een vaccinatie.Als je baby een ernstige luchtweginfectie heeft.Verschijnselen van of aanleg voor heupdysplasie heeft.Wanneer de baby scoliose (kromming van de ruggengraat) heeft.Als je baby zelf begint om te rollen.Overleg met de jeugdarts, huisarts of specialist als de baby eczeem heeft. Meestal kan de baby wel ingebakerd worden bij droog eczeem, maar niet bij nat eczeem.Als je baby ouder is dan zes maanden (rond de vier maanden ga je afbouwen). InbakerdoekenNaast losse doeken, kun je ook speciale kant-en-klare inbakerdoeken gebruiken. Het is belangrijk dat de doeken voldoen aan de veiligheidsrichtlijnen voor veilig inbakeren. Op het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg kun je hier meer informatie over krijgen. Er zijn ook inbakerslaapzakjes te koop. In een inbakerslaapzakje zitten geen armsgaten; de armpjes zitten in de slaapzak. Met een inbakerslaapzakje kun je je baby niet volgens de richtlijnen inbakeren. Kijk voor het verschil tussen een inbakerslaapzak en een inbakerdoek op Kinderveiligheid.nl.Advies en uitleg inbakeren van de jeugdgezondheidszorgDe jeugdverpleegkundige en jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg kunnen je advies geven. Zij weten precies wat een veilige manier is van inbakeren. Zij kunnen je ook helpen met adviezen zodat je baby minder gaat huilen, bijvoorbeeld door rust en regelmaat.Bekijk ook dit filmpje over inbakeren en troosten van de stichting Artsen voor kinderen (2021):Wil je weten of je baby veilig slaapt? Doe dan de slaaptest.
-
Slaapritueel en bedtijd peuter
Met een bedritueel help je je peuter de dag goed af te sluiten en te gaan slapen. Hoe ziet een bedritueel er uit en hoe zorg je dat je peuter in bed blijft?Je peuter naar bed brengenGebruik een vast dagritme, met vaste momenten voor opstaan, wassen en aankleden, eten en naar bed gaan.Breng je kind iedere avond op dezelfde tijd naar bed.Zorg ervoor dat je dit met volle aandacht doet. Doe dus geen andere activiteiten tussendoor.Als jij, of iemand anders die je kind naar bed brengt, gehaast bent, voelt je kind die onrust. Dat helpt niet bij het slapen gaan.Sluit de avond rustig af. Doe bijvoorbeeld geen wilde of drukke spelletjes meer.Laat je kind vlak voor het slapengaan niet meer op een scherm. Het licht van de schermen zorgt ervoor dat je kind minder snel slaap krijgt.Zeg vijf of tien minuten van tevoren dat het bedtijd is.Zeg het duidelijk als je je kind naar bed gaat brengen en doe het dan ook echt.Zegt je kind dat het niet naar bed wil, ga er dan niet over discussiëren. Je kind leert zo dat naar bed gaan geen keuze is, maar er gewoon bij hoort. Je kunt er een grapje van maken en met een glimlach zeggen: 'Je hebt geen zin, maar we gaan wel.' Of beloof iets wat je peuter interessant vindt, bijvoorbeeld zelf tandenpoetsen.Als het slaaptijd is, zorg er dan voor dat er geen afleiding en geluiden meer zijn, zodat je kind de kans krijgt om te gaan slapen.Maak het slaapritueel leuk voor je peuter, zodat hij er zin in heeft. Een vast slaapritueelZorg voor een rustig avondritueel dat 20 tot 30 minuten duurt. Neem er die tijd ook voor. Jouw rust straalt af op je kind.Houd een vaste volgorde aan in de dingen die jullie doen. Bijvoorbeeld: omkleden, tanden poetsen, verhaaltje voorlezen en dan een knuffel. Je kind weet dan dat het na het voorlezen en de knuffel gaat slapen. Na het slaapritueel zeg je welterusten.Bijna alle kinderen vinden het leuk om voor het slapengaan nog even voorgelezen te worden. Kleine kinderen kun je steeds opnieuw hetzelfde boekje voorlezen. Houd je wel aan de slaaptijd. Regels over slapenHet geeft je peuter veel duidelijkheid en houvast om te weten dat er regels zijn, ook rond het slapengaan. Zo help je je kind om gemakkelijker te gaan slapen.Zo kun je je kind bijvoorbeeld leren om in de slaapkamer rustig te zijn. En ook kun je je peuter leren tot de volgende ochtend in het eigen bed te blijven.In bed leren blijvenWanneer je wilt dat je peuter in bed blijft, kun je dat het beste als volgt aanpakken:Na het slaapritueel zeg je welterusten en vertrek je of je gaat in een hoek van de kamer zitten (uit het zicht). Soms vraag een peuters op dat moment weer om aandacht. Om het afscheid uit te stellen, zeggen ze bijvoorbeeld dat ze weer moeten plassen. Ze stellen allerlei vragen of maken grapjes.Vertel dat het de volgende dag weer tijd is voor alle vragen en grapjes en zeg opnieuw welterusten. Als je kind uit bed gaat, begeleid je je kind weer naar zijn eigen bed.Als er iets is, troost je kind dan eerst in bed. Lukt dat niet? Neem je kind dan even bij je totdat het rustig is. Breng hem of haar daarna weer naar zijn eigen bed.Geef de volgende dag een compliment als je kind de hele nacht lekker geslapen heeft.Blijft je peuter maar uit bed komen? In het het artikel over slaapproblemen staan verschillende manieren om dit aan te pakken. Kies een manier die bij jullie past.
-
Slaapproblemen peuter
Valt jouw peuter moeilijk in slaap of komt je kind vaak weer uit bed? Er zijn verschillende manieren om dit aan te pakken.Waaróm kan je kind niet slapen?Het komt veel voor dat peuters en kleuters moeilijk inslapen en een periode of uit hun eigen bed komen. Als het een keer gebeurt, vanwege een nachtmerrie of een drukke dag, is het meestal geen probleem. Maar als je kind blijft volhouden niet (meer) alleen te willen of kunnen slapen, kan dat voor jou moeilijk zijn.Probeer te ontdekken waardoor je kind nu niet kan slapen. Is het overdag te druk of zijn er juist te weinig prikkels? Zijn er spanningen in huis of zijn er veel veranderingen geweest? Zit je kind net in een groeispurt of wordt het ziek? Als je de reden weet, geeft dat jou misschien rust. En je kunt je kind misschien makkelijker helpen. Bijvoorbeeld door de dagen wat minder druk te maken voor hem of haar.Soms valt een kind niet goed in slaap omdat hij of zij de dag moeilijk los kan laten. Misschien herken je dat. Om in slaap te vallen 'moet' je ontspannen, terwijl het nog onrustig is in je hoofd of lijf. De een kan er meer last van hebben dan de ander.Er zijn verschillende manieren om je kind te helpen met (weer) zelfstandig slapen:Je veilig voelen in bedBelangrijk is dat je kind zich veilig voelt in het eigen bed. Je kind moet zeker weten dat het op jou kan rekenen als de angst of onrust te groot is om in slaap te vallen. Dat geeft rust.Positieve aandacht werktGeef aandacht aan je kind en geef complimenten als het iets zelfstandig kan. Laat je kind dingen doen die hij of zij zelf kan.Geef ook positieve aandacht aan de kamer en het bed van je kind. Breng de pop of knuffel van je kind samen naar het eigen bed. Praat over de voordelen van zelf slapen in het eigen bed. Geef je kind een compliment dat het gaat proberen te slapen in het eigen bed, ook als het uiteindelijk niet lukt.Naar bed brengenZorg voor een vast bedritueel. Houd elke dag dezelfde volgorde aan. Bijvoorbeeld douchen/bad, tandenpoetsen, plassen, voorlezen of zingen en dan slapen. Zo maak je het gewoon dat je kind in het eigen bed slaapt.Als je kind niet wil, zeg je dat je kind het gaat proberen. Als je kind erg onrustig is, vragen blijft stellen of verdrietig wordt, vertel dan dat je in de buurt bent en dat de deur open kan blijven. Ga zelf dan iets doen in de buurt van de slaapkamer, zodat je kind je hoort. Vouw de was op of ruim het speelgoed op. Stel je kind gerust. Het moeilijk of spannend vinden hoort er soms even bij, vertel ook dat dit mag. Toch kan je kind proberen om te gaan slapen.Geen strijd bij het slapen gaanZorg dat je geen strijd aangaat. Verzin geen redenen waarom iets gaat gebeuren, begin geen discussie. Laat merken dat het nu eenmaal normaal is dat je kind in het eigen bed slaapt. Je kind laten huilen kan, als het een zeurend of dreinend huilen is. Hiermee zegt je kind dat het het moeilijk vindt, en dat is oké.Hard huilen, schreeuwen of in paniek raken helpt niet bij in slaap vallen. Probeer dat voorkomen. Ga naar je kind toe en stel je kind gerust. Ga even rustig samen liggen en geef een knuffel.Het vraagt van jou misschien veel geduld om je kind telkens gerust te stellen. Het is best lastig als je zelf erg moe bent. Doe dit als je er toe in staat bent. Als je een partner hebt, wissel dan af wie het bedritueel die avond doet.Als het je kind lukt om in bed te blijven liggen, geef dan complimenten.Geleidelijk in slaap vallen-methodeBij de geleidelijke aanpak breng je je kind op de gewone manier naar bed, maar vertel je dat je na vijf minuten even komt kijken. Dit doe je dan ook na vijf minuten, of je kind nu rustig of onrustig is. Vervolgens vertel je weer rustig - als dat nodig is - dat het tijd is om te gaan slapen. Je belooft dat je over acht minuten (een paar minuten later dan eerst) weer komt kijken. Je maakt de periode tussen het komen kijken steeds iets groter.Geef je kind een compliment als het lekker ontspannen in bed ligt. Dan vertrek je weer. Je blijft dus niet bij je kind. Het is belangrijk dat je je aan de afspraak houdt en echt komt kijken. Heb je het idee dat het aantal minuten te groot is voor je kind? Kom dan bijvoorbeeld eerst na twee minuten kijken en daarna weer na vier minuten.'Stoel-methode' bij slapen gaanBij deze aanpak ga je steeds iets verder van het bed van je kind zitten tot je uiteindelijk uit de kamer van je kind bent.De eerste dag zit je nog naast het bed van je kind. Gaat dit goed, dan zet je je stoel de volgende dag een stukje verder. Gaat ook dit goed, dan zet je je stoel nog iets verder weg. Lukt het je kind toch nog niet om zelfstandig in slaap te vallen? Ga dan een stukje terug en probeer het de volgende avond nog een keer.Uiteindelijk lukt het je kind zelf in slaap te vallen zonder dat jij op de kamer bent. Je kunt de stapjes zo groot of zo klein mogelijk maken als past bij jou en je kind.Consequent zijnBedenk van tevoren welke aanpak bij je past en wat je aan kunt. Het is belangrijk dat je deze aanpak een tijd volhoudt en het elke avond op dezelfde manier doet.Heb je een partner? Dan is het belangrijk dat hij of zij dezelfde aanpak gebruikt. Het is ook belangrijk dat je kind eraan went dat soms de ene ouder en soms de andere ouder het naar bed brengt.Vaak helpt een aanpak al binnen een week.Zie je na een week geen verandering of vind je het moeilijk om vol te houden? Probeer dan een andere manier of vraag advies bij de Jeugdgezondheidszorg.In dit filmpje geeft Fiona tips over slaapproblemen bij peuters:
-
Depressief tijdens de zwangerschap
Veel vrouwen denken dat ze blij moeten zijn als ze zwanger zijn. Maar veel zwangere vrouwen voelen zich somber. Hoe weet je of je een prenatale depressie hebt?Normaal somber zijnHet is van buitenaf moeilijk om somberheid van depressie te onderscheiden. Je rot voelen en huilerig zijn hoort soms gewoon bij het leven. Meestal kun je deze gevoelens aan als je goed naar jezelf luistert en op jezelf let. Je ziet vaak nog wel een lichtpuntje en je kunt jezelf wel op andere gedachten brengen of laten troosten.Kenmerken van depressieJe kunt somber zijn, het kind niet meer willen of van je lichaam vervreemd raken. Je denken, slapen en eten raakt verstoord. Je krijgt gevoelens van paniek en angst om gek te worden. Ook extreme prikkelbaarheid en fysieke klachten als misselijkheid en braken kunnen kenmerken van een depressie zijn.Verschil tussen somberheid en depressieBij een depressie kan de somberheid weken tot maanden blijven. Als je somber bent kun je de dingen nog relativeren, maar bij een depressie vaak niet meer. Mensen die depressief zijn, kunnen het gevoel hebben dat het leven niet meer de moeite waard is. Suïcidale gedachten komen ook voor.Wat kun je doen aan een prenatale depressie?Bij een depressie is het belangrijk om hulp te zoeken. Soms kan iemand die depressief is dit niet goed zelf, ook omdat het onderwerp taboe lijkt. Veel vrouwen zwijgen over deze gevoelens, wat het alleen maar eenzamer en erger maakt, maar hulp zoeken is noodzakelijk. Je huisarts kan je helpen.Je kunt ook deze vragenlijst invullen om er achter te komen of je hulp nodig hebt.Prenatale depressie is te behandelenEr zijn verschillende behandelmethoden mogelijk bij prenatale depressie. Soms worden aanvullingen op de voeding voorgeschreven, soms hormonen en zo nodig antidepressiva. Vraag advies van je dokter. Steun is belangrijk, want een depressie kan na de bevalling blijven. Een depressie na de bevalling noemt men ook wel een post-partumdepressie.
-
Veilig bed voor je baby
Je baby slaapt het veiligst in een eigen bed. Kies je een slaapzak of deken voor je baby? En wat is de beste temperatuur op de babykamer? Is een babyfoon nodig? Kortom: hoe zorg je voor een veilige slaapplek?Hoe veilig is jouw wieg of ledikant?Tot een half jaar kies je misschien voor een (familie)wieg. Check op Kinderveiligheid.nl of de wieg veilig is. Ook aan welke veiligheidseisen een ledikant moet voldoen lees je op Kinderveiligheid.nl.Leg je baby altijd op zijn rug te slapen en niet bij jou in bed. Het is wel verstandig om zijn of haar bed naast je eigen bed te zetten, dit is het prettigst en het veiligst.Wanneer verzet je de bodem?Veel ledikanten hebben een verstelbare bodem. Vooral de eerste tijd, vlak na de bevalling, is de hoogste stand heel prettig. Je hoeft dan niet zo diep te bukken om je kind in bed te leggen of eruit te halen. Tegen de tijd dat je kind kan omrollen, zet je de bodem op de middelste stand. Als je kind eenmaal kan zitten, moet de bodem op de laagste stand worden gezet, zodat hij of zij niet uit bed kan vallen.Leg je kind nooit vast om uit bed vallen of omrollen te voorkomen.Het bed verven?Als je van plan bent het bed zelf te gaan schilderen, vraag dan advies bij de verfwinkel zodat je verf kiest zonder giftige stoffen. Kleine kinderen bijten en sabbelen ook aan hun bed.Hoe warm moet de babykamer zijn?Beddengoed (kleding, slaapzak en eventueel een deken) is bedoeld om je baby warm te houden tijdens de slaap. Maar té warm verhoogt het risico op wiegendood. De temperatuur in de slaapkamer bepaalt samen met het beddengoed hoe warm het is om te slapen.Als je wilt controleren of je slapende baby het niet te warm of te koud heeft, voel dan met de bovenkant van je vingers aan de achterkant van het nekje. Voelt dit lauw aan, dan heeft je baby het aangenaam. Bedenk dat een gezonde baby niet zomaar onderkoeld raakt in de goed geïsoleerde en verwarmde Nederlandse huizen. Een slaapkamertemperatuur van 16 - 18°C is ideaal.Slaapzakken, dekens en kleding hebben een bepaalde TOG-waarde (Thermal Overall Grade) die aangeeft hoe warm ze zijn. Hoe hoger de TOG-waarde van bijvoorbeeld een slaapzak of deken, hoe warmer ze zijn. Hoe lager de TOG-waarde, hoe meer warmteverlies er is. Het advies is om voor een baby beddengoed met maximaal 4.0 TOG-waarde te gebruiken.Zet het bed niet direct naast een verwarming.In dit filmpje van VeiligheidNL wordt alle informatie over temperatuur op de babykamer nog eens op een rij gezet:Wat doe je met koorden, snoeren en stopcontacten?Zet het bed zo ver mogelijk bij elektriciteitssnoeren en gordijnkoorden vandaan. Zo voorkom je dat je kind die vastpakt en erin verstrikt raakt. Ook stopcontacten kunnen gevaarlijk zijn. Zet het bed er zo ver mogelijk bij vandaan of beveilig stopcontacten met speciale afdekplaatjes.Welk matras voor baby?Kies een vlak en stevig matras, dat goed in het bed past. Gebruik het liefst een nieuw matras. Je mag ook een matras gebruiken, waarop een oudere broer of zus heeft geslapen. Maar zorg er dan wel voor dat het matras schoon is. Er mag geen plastic hoes om het matras zitten. Plastic ventileert niet en dan kan je kind het te warm krijgen. Om het matras te beschermen kun je een matras-topper gebruiken met een ventilerende structuur en een niet-vochtdoorlatende laag. Belangrijk is dat je baby ook op deze matras-topper altijd op de rug slaapt.Waarom een babyslaapzak?Een baby slaapt het veiligst in een babyslaapzak. Het is belangrijk dat de babyslaapzak goed past. De armsgaten en de halsopening mogen niet te groot zijn. En de slaapzak moet sluiten met een rits naar de onderkant. Zo kan je baby zich niet uit of dieper in de slaapzak wurmen. Gebruik ook geen babyslaapzak zonder armsgaten. Hierin kunnen de armen van je baby niet goed bewegen. Dat kan gevaarlijk zijn als je baby zich vanaf 3 maanden naar de buik draait en niet meer terug kan draaien naar de veilige rugligging.Als je een gewatteerde slaapzak gebruikt, is ander beddengoed niet nodig. Een dunne slaapzak kun je eventueel combineren met een laken en een dunne deken. Het bed moet dan wel op de juiste manier zijn opgemaakt. Combineer een babyslaapzak nooit met een dekbed.In een slaapzak kunnen kinderen moeilijker uit bed klimmen.Hoe gebruik je een deken in babybed?Kies je voor een deken, zorg er dan voor dat je het bed kort en stevig opmaakt en dat de voeten van je baby bijna tegen de onderkant van het bed liggen. Je baby kan zo niet met het hoofd onder de dekens kruipen. Controleer of je kind het niet te warm krijgt door aan de achterkant van de nek te voelen. Voelt dit prettig aan, dan is het in orde. Koude handen zijn normaal. Als je baby zweet heeft hij te warm.Leg je baby met zijn voeten bijna tegen het voeteneind van het bed.(Opmaken babybedje. Bron: NCJ)Waarom geen dekbed?De eerste twee jaar kun je beter geen dekbed gebruiken. Het gevaar is dat je baby het onder een dekbed te warm krijgt. Bovendien kan je baby door zijn getrappel makkelijker onder het dekbed komen en in de hoes verstrikt raken. Dat is allebei een risico voor wiegendood.Waarom geen babynestje in bed?Een babynestje is een nestje waar je je baby in kunt leggen met een opstaande, gewatteerde rand.Het gebruik van babynestjes in het ledikant, of tussen de ouders in het grote bed, wordt afgeraden. Het vergroot de kans op wiegendood. Zodra je baby gaat omrollen, kan hij of zij met het gezicht tegen de kussenachtige rand aankomen. Hierdoor kan je kind moeite krijgen met ademhalen. Gebruik je een babynestje in een box of op een kleed? Blijf er dan altijd bij en houd je kind in de gaten.Waarom geen kussens en knuffels in bed?Gebruik geen kussens en grote knuffels in bed tot je kind twee jaar is. Je kind kan daar met het gezicht tegenaan kruipen en daardoor niet goed kunnen ademen. Wanneer je kind wat ouder is en in een groter bed slaapt, kun je wel knuffels en kussens in het bed leggen. Een klein, zacht knuffeldoekje of geurdoekje van een niet te zware stof is niet gevaarlijk. Let op dat er geen plastic in verwerkt is en dat er geen versiersels (zoals oogjes of knoopjes) aan zitten, die kunnen losraken.Waarom geen hoofdbeschermers en bedverkleiners?Je kunt ook beter geen hoofdbeschermers of bedverkleiners gebruiken, want ook die kunnen ervoor zorgen dat je baby niet kan ademhalen als hij of zij er tegenaan komt. Gebruik ook nooit een gewoon kussen om het bed te verkleinen.Wanneer is een kruik nodig?Een kruik is nodig voor pasgeboren baby's, die moeite hebben om op temperatuur te blijven. Vraag de kraamverzorgende of het nodig is bij jouw baby en hoe lang. Gebruik de kruik alleen om het bed te verwarmen vóórdat je baby erin gaat. Haal de kruik uit het bed als je je baby in bed legt.Wil je toch de kruik gebruiken wanneer je baby in bed ligt, overleg dit eerst met een arts, kraamverzorgende of verloskundige. Als de deskundige wil dat je de kruik bij je baby in bed legt, leg de kruik dan óp de deken op een handbreedte afstand van je baby. Stop de kruik ook altijd in een kruikenzak, zodat niemand zich eraan kan branden! De kruik mag niet te dicht bij je baby liggen, vanwege verbrandingsgevaar van de tere huid.Is een (beeld)babyfoon nodig? Als je baby in een andere ruimte is en je kunt niet regelmatig even bij je kind kijken, kan een babyfoon handig zijn. Woon je in een appartement of in een niet te groot huis, dan is een babyfoon misschien minder snel nodig. Babyfoons met alleen geluid worden het meest verkocht. Deze zijn het goedkoopst.Er zijn ook beeldbabyfoons. Ouders vinden het handig dat je niet voor niets naar de babykamer hoeft te lopen om te kijken of je kind nog goed in bed ligt. Je maakt je kind niet per ongeluk wakker. Maar er zijn ook ouders, die merken dat ze té vaak op het schermpje kijken om hun baby te controleren. Daar worden ze zelf dan onrustig van.Als je net ouder bent, vind je het misschien moeilijk om je baby te laten slapen zonder dat je erbij bent. Je moet nog leren vertrouwen dat je kind jou niet nodig heeft tijdens de slaapjes. Probeer je kind ook eens te laten slapen zonder (beeld)babyfoon. Dat geeft jezelf waarschijnlijk ook meer rust.En weet: als je kind wakker is of getroost moet worden, is een echte knuffel fijner dan je stem uit de luidspreker.Wil je een babyfoon kopen? Op Consumentenbond.nl vind je een keuzehulp.Op vpngids.nl lees je alles over privacy bij het gebruiken van een babyfoon. Meer over veilig slapenKijk voor meer informatie over veilig slapen op de website van VeiligheidNL. Hier kun je ook een slaaptest doen.In dit filmpje van VeiligheidNL hoor je de tips voor een veilige en fijne slaapplek voor je baby nog eens: Bekijk ook dit filmpje van Stichting Wiegedood:
-
De baby voelen
Voor het eerst je baby in je buik voelen is een heel bijzonder moment. Voor de meeste moeders voelt het als vlinders of kriebels in de buik. Als je al eerder zwanger bent geweest, herken je het gevoel misschien eerder.Wanneer kun je iets voelen?De meeste moeders voelen hun baby voor het eerst bewegen tussen de 14 en 20 weken zwangerschap. Wanneer je precies iets voelt is afhankelijk van je bouw en of je al eens eerder zwanger bent geweest. Is het je eerste zwangerschap? Dan kan het wat langer duren voordat je je baby voelt.De bewegingen zijn in het begin nog zwak, maar worden sterker naarmate de baby groeit.Ritme van je baby in je buikJe baby ontwikkelt vanaf 28 weken een patroon waarin hij slaapt en wakker is. Slapen duurt meestal 20 tot 40 minuten. Tijdens het slapen beweegt je baby niet of nauwelijks, maar zodra je baby wakker is, is het actief. De meeste baby’s bewegen in de middag en in de avond.Sommige baby's hikken veel in de baarmoeder. De ene baby is druk en de andere rustig. Dit kan per zwangerschap verschillen en zegt niets over de hoe je kind straks is. In de loop van de zwangerschap raak je steeds meer gewend aan het bewegingspatroon van jouw baby.Aan het eind van de zwangerschapNiet iedere moeder voelt de bewegingen op dezelfde manier. Aan het eind van de zwangerschap worden de bewegingen meestal anders, want je baby heeft dan steeds minder ruimte en kan daardoor niet meer alle kanten op schoppen.Wanneer naar de verloskundige?Lees meer op deverloskundige.nl over het voelen bewegen van jouw baby.Wanneer je geen of minder bewegingen voelt dan je gewend bent, kun je het volgende doen. Ga rustig zitten of liggen met je handen op je buik. Reageert je baby daar niet op zoals je gewend bent of ben je ongerust? Neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog. Wacht bij ongerustheid niet tot de volgende dag.Neem ook contact op met je verloskundige of gynaecoloog wanneer je ongerust bent en merkt dat de bewegingen van je baby rustiger worden of anders zijn dan normaal.
-
Aantal voedingen
Het aantal voedingen dat je geeft hangt af van je baby. Hoe meer je baby drinkt, hoe meer moedermelk je lichaam aanmaakt. Hoe kun je de borstvoeding goed op gang brengen en houden?Voedingen de eerste dagenJe borsten maken in de zwangerschap en in de eerste dagen na de bevalling al moedermelk. Deze eerste heel geconcentreerde melk noemen we colostrum en is rijk aan voedingsstoffen en antistoffen. Het zijn kleine hoeveelheden. Na de bevalling duurt het een paar dagen voordat de melkproductie verder op gang komt en de hoeveelheden groter worden. Dat is normaal.In de eerste dagen leg je je baby zo vaak en zo goed mogelijk aan, zodat hij of zij lang genoeg kan drinken en je melkproductie goed op gang komt.Aantal voedingen na de eerste weekNa de eerste week willen veel baby's op sommige momenten van de dag vaker drinken. Dat is normaal. Laat je borsten 's avonds goed en misschien wat vaker leegdrinken, zodat je 's nachts misschien een uurtje langer kunt slapen.Voed je baby elke keer als hij of zij daarom vraagt.In de eerste weken na de geboorte heeft je baby ongeveer 8 tot 12 voedingen per dag nodig. Meestal ontstaat er een ritme, omdat je baby erom vraagt. De eerste weken verandert dat ritme nog regelmatig, omdat je baby snel groeit.Is de borstvoeding goed op gang gekomen? Geef dan de eerste maanden minstens zes voedingen per 24 uur.Is overdag de vorige voeding meer dan drie uur geleden en slaapt je baby? Dan kun je hem of haar wakker maken voor de volgende voeding. Doe dat het liefst als je baby licht slaapt. Zo krijgt je baby overdag genoeg binnen en voorkom je misschien dat je baby het 's nachts gaat inhalen.Als je baby goed groeit en je voeding goed op gang is, ga 's nachts dan gewoon slapen. Je baby wakker maken is niet meer nodig. Als je baby wakker wordt of huilt, geef je hem of haar een voeding, of volg het advies van je verloskundige of arts op. Iedere baby is andersHet duurt een tijdje voordat je de signalen van je kind goed leert herkennen. Sommige baby's vragen maar zes voedingen per 24 uur, andere baby's negen. Dat is geen probleem als je kind genoeg plast en goed groeit. En baby's vragen niet alleen om voeding, maar ook om troost. Dan hebben ze ook zuigbehoefte.Sommige baby's zijn langzame drinkers, andere zijn snelle drinkers. Alles tussen vijf en twintig minuten per borst is prima, zolang je borsten met regelmaat soepel gedronken worden.De ene baby wil vaker kleine beetjes, de andere wil liever een paar grote voedingen.Probeer te herkennen of je baby echt honger heeft of gewoon bij je wil zijn en zuigbehoefte heeft.Iedere baby heeft een eigen karakter. De ene baby is rustig en tevreden, de andere vraagt meer aandacht. RegeldagenSoms wil je baby een of twee dagen wat vaker drinken. Zo 'regelt' je baby dat de melkproductie toeneemt, zodat die weer aansluit bij zijn behoeften. We noemen dit dan ook regeldagen.Voedingsritme na zes wekenNa ongeveer zes weken krijg je vanzelf meer vaste tijdstippen voor voedingen. Hoeveel je voedt, hangt af van je kind. Sommige kinderen zijn tevreden met zes voedingen per dag, andere willen zeven of acht keer per 24 uur drinken of zelfs nog vaker!DonormelkAls je niet genoeg moedermelk hebt of als je die tijdelijk niet mag geven omdat je medicijnen slikt, kun je kiezen voor gedoneerde melk van andere moeders. Er bestaat een netwerk waarbij ouders die moedermelk te veel hebben in contact worden gebracht met ouders die moedermelk nodig hebben. Je kunt je aanmelden bij dit netwerk op Moedermelknetwerk.nl. Er is ook een moedermelkbank bij het Amsterdam UMC, die gebruikt wordt om premature en zieke baby’s te voeden. Je kunt daar moedermelk aan doneren.Meer over borstvoedingBorstvoeding.nl - website van borstvoedingsorganisatie La Leche League, waarom vaak voeden belangrijk isBorstvoeding gevenHoe werkt borstvoeding?
-
Buikligging baby
Regelmatig op de buik liggen is belangrijk voor baby's. 'Tummy time' noemen we dit ook wel. In buikligging oefent je baby belangrijke spieren. Hoe help je je baby die spieren te trainen? En hoe maak je' tummy time' leuk?Oefenen met op de buik liggenAls je baby op de buik ligt, leert hij of zij het hoofd optillen. Daardoor worden de romp, de schouders en het bekken sterker. Die sterke spieren heeft je baby nodig om het hoofd rechtop te houden. En om straks te leren zitten, kruipen en lopen. Blijf er wel altijd bij en laat je kind niet op de buik slapen.Vanaf de geboorte kun je je baby al aanmoedigen om te bewegen:Leg je baby minimaal drie keer per dag even op de buik als hij wakker is. Dat kun je doen vanaf de geboorte totdat je baby zichzelf kan omdraaien.Maak een gewoonte van de buikligging tijdens de dag. Draag je baby bijvoorbeeld op je arm in buikligging of wieg hem in buikligging.Als je baby nog heel klein is, kun je hem of haar iedere keer als je de luier verschoont een paar tellen op de buik leggen. Je baby spant dan even de spieren aan. Je baby wordt steeds sterker en kan het hoofd steeds beter omhoog houden. Als je baby steeds meer interesse heeft in wat hij of zij ziet, kan hij of zij de buikligging wat langer volhouden.Leg je baby niet op de buik als hij of zij moe is of honger heeft. Spuugt je baby makkelijk? Wacht dan een uurtje voor je je baby op de buik legt.Stop met oefenen als je baby gaat huilen. Je baby moet het spelen op de buik leuk blijven vinden.Bouw tummy time op1 maand: twee of drie keer per dag, een tot vijf minuten per keer2 maanden: werk toe naar 20 tot 30 minuten per dag, verdeeld over meer momentenvanaf 3 tot 4 maanden: probeer vijf keer 15 minuten of drie keer 30 minuten per dag Je gaat door met oefenen op de buik tot je baby zelf van rug naar buik rolt en op de buik gaat spelen. Meestal is je baby dan tussen 5 tot 7 maanden.Tips om de buikligging aan te moedigenLeg je baby af en toe op zijn buik in de box, op een kleed op de grond, dwars op je knieën of op het aankleedkussen terwijl je hem aan- of uitkleedt.Je maakt het voor je baby makkelijker om op de buik te liggen door met één hand zacht op de billen te duwen. Een opgerolde handdoek onder de oksels helpt ook.Houdt je baby er niet zo van om op de buik te liggen? Leg je kind dan in buikligging op je eigen borst. Zo went je baby aan de buikligging terwijl hij of zij lekker knus bij je ligt.Laat je baby in buikligging naar voren op zijn onderarmen steunen. Zo maak je het makkelijker voor je baby.Ga zelf tegenover je baby op je buik liggen en praat met hem of haar. Zo stel je je baby gerust als hij of zij het nog spannend vindt.Leg speelgoed altijd recht voor je baby als hij of zij in buikligging ligt.Leg je baby niet op een gladde ondergrond of een speelkleed dat kan wegglijden. Dat maakt bewegen moeilijker. Baby's kunnen zich zo onveilig voelen. Dan willen ze misschien helemaal niet meer gaan bewegen. Kijk het filmpje 'Oefenen op de buik' van Groter Worden:
-
Gehoorscreening baby
In de eerste week na de geboorte krijgt je baby een gehoortest. Met deze test meet een medewerker van de jeugdgezondheidszorg of je kind genoeg hoort om te leren praten. Hoe gaat de gehoorscreening? En wat als de uitslag van de test onvoldoende is?Hoe gaat de gehoortest?De gehoortest wordt meestal thuis uitgevoerd. Soms gebeurt het op het consultatiebureau. Thuis gebeurt het meestal samen met de hielprik. Van de gehoortest merkt je baby bijna niets. De meeste baby's slapen tijdens de test gewoon door.Je baby krijgt een klein zacht dopje in zijn oortje. Dat dopje zit vast aan een meetapparaat.In het dopje zit een kleine luidspreker en een microfoon. Uit de luidspreker komt een zacht ratelend geluid.Als reactie op het ratelende geluid geeft een gezond oor een geluid terug.De microfoon kan dat geluid opvangen.Het meetapparaat bepaalt aan de hand van dat geluid of het oor goed werkt.Na de test krijg je meteen de uitslag. Op RIVM.nl staat meer informatie over de gehoortest en vervolgonderzoek.Wat gebeurt er als de uitslag van de test onvoldoende is?Soms is de uitslag van de gehoortest onvoldoende aan een of beide oren. De test wordt dan na ongeveer een week herhaald. Zo nodig volgt een week later nog een derde test. Bij de derde test wordt een ander apparaat gebruikt.Als ook de uitslag van een derde test onvoldoende is aan een of beide oren, betekent dit niet meteen dat je kind een blijvend gehoorverlies heeft. Het gehoor kan tijdelijk minder goed zijn. Bijvoorbeeld omdat je kind verkouden is. Of misschien was je kind wat onrustig waardoor de test niet goed lukte.Om vast te stellen wat er aan de hand is, is meer onderzoek nodig. Dit gebeurt in een audiologisch centrum. Dat is een instelling die gespecialiseerd is in onderzoek naar gehoor, spraak en taal.Blijf opletten of je kind goed hoortAls het resultaat van de gehoortest voldoende is, betekent dit dat je kind op dat moment vrijwel zeker goed met dat oor kan horen. Toch is het belangrijk dat je op het gehoor van je kind blijft letten. Soms ontwikkelt een gehoorverlies zich pas na de gehoortest. Dit komt gelukkig niet vaak voor. Als je twijfelt aan het gehoor van je kind, neem dan contact op met je huisarts of met de Jeugdgezondheidszorg.Filmpje: gehoorscreeningBekijk in het filmpje van het RIVM hoe de gehoorscreening gaat bij pasgeboren baby’s.
-
Gebit baby
Voor je het weet krijgt je baby het eerste tandje. Wanneer komen de verschillende tanden en kiezen door? Wat merk je dan aan je baby? Wat kun je doen tegen de pijn van doorkomende tandjes? Vanaf het eerste tandje begin je met mondverzorging: je gaat tandenpoetsen en jaarlijks naar de tandarts.Wanneer komen de tanden en kiezen door?6-10 maanden: 2 snijtanden onder;8-12 maanden: 2 snijtanden boven;9-13 maanden: de tweede snijtanden boven;10-16 maanden: de tweede snijtanden onder13-19 maanden: de eerste melkkiezen;16-23 maanden: de hoektanden;23-33 maanden: de tweede melkkiezen. Kan je kind last hebben van doorkomende tandjes?Sommige kinderen hebben last van doorkomende tanden en kiezen. Je merkt dat aan:meer huilen dan anders;prikkelbaar en aanhankelijk zijn;moeilijk slapen;soms niet eten. Er wordt gedacht dat ook koorts en diarree tekens zijn van doorkomende tanden. Maar daar is geen bewijs voor.Vaak kwijlen baby's meer als hun tanden doorkomen, en wrijven ze over hun gezicht. Ook bijten ze graag op speelgoed.Wat kun je doen tegen pijn van doorkomende tandjes?Geef je baby iets om op te kauwen: een broodkorst of een speciale bijtring, die je van tevoren in de koelkast legt.Je kunt ook met een schone, koude vinger over het tandvlees van je baby wrijven.Bij de apotheek kun je een tandgel kopen, dat je op het tandvlees masseert.Als je baby er erg veel last van heeft, kun je hem of haar een paracetamolzetpil geven. Lees de bijsluiter voor de goede dosering. Borstvoeding als je kind tanden krijgt?Als je borstvoeding geeft, kun je dat gewoon blijven doen als je kind tanden krijgt. Om te voorkomen dat je kind in je tepel bijt, zorg je dat je kind de tepel goed achter in de mond heeft. Vanaf 6 maanden hebben de meeste kinderen 's nachts geen voeding meer nodig. Ook voor het gebit is het beter om 's nachts geen suikers, zoals lactose in (moeder)melk, meer te geven. Vanaf 6 maanden kun je een bekertje of flesje water geven. Water beschadigt het gebit niet.Hoe poets je de tanden van je baby?Poets vanaf het moment dat de eerste tand doorkomt één keer per dag. Het liefst 's avonds voordat je baby naar bed gaat. Gebruik speciale peutertandpasta met fluoride zonder extra smaak.Een klein beetje tandpasta is al genoeg. Meer dan een bolletje ter grootte van een erwt is niet nodig. De hoeveelheid fluoride is aangepast, omdat jonge kinderen een deel van de tandpasta inslikken.Je kunt het best een kleine, zachte tandenborstel gebruiken. Masseer daarmee ook het tandvlees.Een goede houding helpt. Leg je kind op het aankleedkussen en ga achter zijn of haar hoofd staan. Zo kun je het hoofd van je kind met één hand vasthouden en met je andere hand poetsen.Lees meer over de verzorging van het kindergebit op Allesoverhetgebit.nl. Met je baby naar de tandarts?Ga met je kind vanaf het doorbreken van het eerste tandje naar de tandarts of mondhygiënist. Je hoeft daarvoor niets te betalen en er gaat ook niets van je eigen risico af. Mondzorg voor kinderen van 0-18 jaar zit in de basisverzekering. Je kunt je kind meenemen als je zelf voor controle gaat of een afspraak hebt bij de mondhygiënist. Ben je zelf bang om naar de tandarts te gaan? Maak dan een aparte afspraak voor je kind. Ga je zelf (bijna) nooit naar de tandarts? Gun je kind een goed gebit en zorg ervoor dat hij of zij regelmatig bij de tandarts komt.Wat kun je nog meer doen om het babygebit te beschermen?Tuitbekers zijn een bekende oorzaak van gaatjes in de voortanden. Begin daarom zo vroeg mogelijk je kind te leren drinken uit een gewone beker zonder tuit.Fopspenen en duimen zijn vaak slecht voor de ontwikkeling van het gebit van je kind. Het is belangrijk dat je kind het op tijd afleert.
-
Scheef hoofdje
Wil je baby steeds in dezelfde houding liggen? Zo'n voorkeurshouding kan zorgen voor een scheef hoofdje. Hoe voorkom je een scheef hoofdje? Wat kun je doen tegen een voorkeurshouding?Hoe voorkom je een scheef hoofdje?Een scheef of 'afgeplat hoofdje' gaat vaak langzaamaan weer over, maar soms niet. Het risico is het grootst in de eerste vier weken. Het is niet ernstig, maar het hoofdje van je baby kan hierdoor een andere vorm hebben dan normaal. Om een scheef hoofdje te voorkomen, probeer je te voorkomen dat je baby steeds in de voorkeurshouding ligt.Hoe slaapt je baby zonder voorkeurshouding?Leg je baby vanaf de geboorte op de rug in bed met het hoofd afwisselend naar links en naar rechts. Laat je baby nooit slapen op de zij of de buik. Dit vergroot de kans op wiegendood.Baby's zijn erg op het licht gericht. Maak het bed af en toe omgekeerd op, zodat het raam aan de andere kant is. Zo kijkt je baby eerder de andere kant op.Probeer de voorkeurshouding niet te voorkomen door steunen in het bed te leggen. Voorwerpen in het bed kunnen gevaarlijk zijn voor je baby. Wat doe je tegen voorkeurshouding als je baby wakker is?Doe af en toe een spelletje met je baby. Kijk je baby aan en beweeg met je hoofd van links naar rechts zodat je baby je hoofd kan volgen. Vanaf 2 maanden kan je baby steeds verder en beter met de ogen en het hoofd jouw bewegingen volgen.Als je baby 3 maanden is, kan hij drie of meer keer per dag al even een tijdje op zijn buik spelen. Blijf er wel bij en kijk hoe je baby het vindt.Leg speelgoed in de box zo neer dat je baby afwisselend naar links en naar rechts kan kijken. Wissel ook de richting waarop je baby in de box ligt af.Als je je baby tegen je schouder legt, let er dan op dat je hem afwisselend tegen de linkerschouder en de rechterschouder legt.Wanneer je borstvoeding geeft, wissel je al de houding van je baby. Geef je flesvoeding, neem je baby dan de ene voeding op je rechterarm en de andere op je linkerarm.Leg je baby tijdens het aankleden en verschonen recht voor je op het aankleedkussen zodat hij naar jou kan kijken. Als dat niet kan, leg je baby dan afwisselend naar links en naar rechts op de commode. Hoe help je rug- en nekspieren ontwikkelen?Leg je baby al vanaf de eerste weken drie tot vijf keer per dag kort op de buik. Dit kun je bijvoorbeeld na het verschonen doen. Blijf er altijd bij als je baby op de buik ligt.Leg de armen naar voren. Je baby kan dan op de ellebogen steunen. Help eventueel door je hand op de billen te leggen of door een rol gemaakt van een handdoek onder de borst te leggen op de hoogte van de oksels. Zo kan je baby het hoofd optillen en naar links en naar rechts kijken. Je baby maakt zo de nek- en rugspieren sterker en je baby kan makkelijk draaien met zijn hoofd.Is een scheef hoofdje gevaarlijk?Als je baby toch een scheef hoofd heeft ontwikkeld, is dit geen probleem voor de gezondheid. Als je kind 2 jaar wordt is er meestal niets of bijna niets meer van te zien. Heel soms ontstaat een scheef hoofdje voor of tijdens de geboorte, of door een aangeboren groeistoornis van de schedel. Het is belangrijk om een scheef hoofdje te bespreken met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg.Bekijk ook het filmpje van Groter Worden over voorkeurshouding:
-
Wiegendood
Als baby's tussen 0 en 2 jaar onverwacht in hun slaap overlijden noemen we dat wiegendood. Het komt in Nederland niet vaak meer voor, maar toch overlijden er nog 25 baby's per jaar aan wiegendood. Wat zijn de grootste risico's op wiegendood en hoe kun je die voorkomen?Kies veilig beddengoedHet is belangrijk om je baby te laten slapen in een veilig babybed met veilig beddengoed. De eerste weken na de geboorte slaapt je baby onder een laken en deken. Maak het bed dan kort op en leg je kind met de voeten bijna tegen het voeteneind van het bed. Stop het beddengoed stevig in. Gebruik tot je kind 2 jaar is geen dekbed, want dat is veel te warm voor je kind. Zodra je kind veel beweegt en zich gaat verplaatsen in bed, is het tijd om een slaapzak te gebruiken. Zorg voor een goed passende slaapzak. Een laken en deken zijn dan niet meer nodig.Laat je kind niet bij jou in bed slapen. Deskundigen adviseren om het bed van je baby naast je eigen bed te zetten. Dat wordt rooming-in genoemd. Dit is prettig en veilig.Leg je baby op zijn rug in bedDe manier waarop je je kind in bed legt, kan het risico op wiegendood verkleinen. Je kunt je baby het best op de rug in bed leggen, en niet op zijn zij of buik.De buikligging kun je wel oefenen als je baby wakker is. Dat is goed voor de motoriek.Bekijk ook het filmpje van Stichting Wiegedood:Leg geen kussens en knuffels in bedJe baby kan niet goed ademen als hij of zij met het gezicht tegen kussens, knuffels of andere zachte materialen aan ligt. Dit geldt ook voor een babynestje; laat je baby daar niet in slapen.Zorg voor de juiste temperatuur in de kamerEen goede temperatuur voor de slaapkamer ligt tussen 16 en 18 graden. Een te hoge temperatuur kan het risico op wiegendood vergroten. Wil je controleren of je slapende kind het niet te warm heeft? Voel dan met de bovenkant van je vingers aan de achterkant van de nek van je baby. Als dit prettig aanvoelt, dan is dit de goede temperatuur voor je kind.Natuurlijk bestaan er verschillen in temperatuur tussen de zomer- en de wintermaanden. Dit is niet zo erg, maar houd de temperatuur van je kind en de slaapkamer wel goed in de gaten.Voorkom meerokenRoken is voor niemand gezond, maar voor baby's is het extra slecht als er iemand rookt in hun omgeving. Meeroken kan het risico op wiegendood namelijk vergroten.Vertrouw niet op alarmapparatenAlarmapparaten of matjes die wiegendood kunnen voorkomen bestaan helaas niet. Ook al maken fabrikanten er reclame voor. Het risico kan zelfs groter zijn, als ouders denken dat hun kind met zo'n matje veilig op de buik kan slapen. Denk je dat het nodig is om iets van controle te hebben, gebruik dan een (beeld)babyfoon.Meer over wiegendoodLees meer over Wiegendood voorkomen op Kinderveiligheid.nl.Ouders van wiegendoodkinderen vinden veel steun op de website van de Stichting Wiegedood.
-
Verlatingsangst peuter
Sommige kinderen worden bang als hun vader of moeder weggaat en beginnen dan te huilen. Dit heet scheidingsangst of verlatingsangst. Het is heel normaal dat je peuter zich aan jou vastklampt of bang is dat je niet meer terugkomt als je even weg gaat. Hoe kun je omgaan met verlatingsangst?Wat is verlatingsangst?Kleine kinderen kunnen verlatingsangst hebben door angst voor het onbekende en het missen van bekende mensen en bekende situaties. Peuters kunnen zich verloren en onbegrepen voelen zonder hun ouders. Bij vertrouwde mensen die hen goed kennen, voelen ze zich veilig: daar kunnen ze van op aan. Dit heeft alles te maken met hechting.Als je kind wat ouder is raakt het niet meer zo overstuur als jij weggaat. Je kind kan zichzelf dan geruststellen.Verlatingsangst is iets anders dan eenkennig zijn, dat met angst voor vreemden te maken heeft.Wat kun je doen tegen verlatingsangst?Heb je je kind naar bed gebracht, dan moet het alleen gaan slapen. Om je kind wat veiligheid te bieden kun je op de slaapverdieping nog even wat gaan rommelen. Dan hoort je kind dat je nog in de buurt bent.Het heeft geen zin om boos te worden, want je kind kan er niets aan doen dat het bang wordt.Je kunt vertellen wat je gaat doen en je daar ook aan houden. Bijvoorbeeld dat je even naar de wc gaat en daarna weer terugkomt. Bij terugkomst roep je: "Daar ben ik weer, wat goed dat jij kon wachten."Je kunt benoemen wat je ziet bij je kind: "Je vindt het een beetje moeilijk dat ik nu wegga, he?"Ga nooit zomaar ineens weg zonder afscheid te nemen. Dat kan je kind de volgende keer extra angstig maken. Je kind denkt dat je zomaar plotseling kan verdwijnen.Je kunt duidelijke afscheidsrituelen maken als je kind naar het kinderdagverblijf of de oppas gaat. Bijvoorbeeld samen nog een puzzeltje maken of een boekje bekijken. Dan zeg je dat je weggaat. Vertel wanneer je je kind weer komt halen (na het spelen, na de boterham, na het slapen) en dat je gaat zwaaien. Maak die afscheidsrituelen niet te lang! Als je kind gaat huilen, laat je het troosten over aan degene bij wie je kind blijft.Het helpt niet om weer terug te komen bij je kind als je ziet dat jouw kind huilt bij het afscheid. Het is dan voor je peuter onduidelijk of je wel of niet weggaat en het huilen wordt 'beloond' met jouw terugkeer. Wat als je kind 's nachts huilend wakker wordt?Tussen twee en vier jaar kan je kind allerlei angsten hebben (voor onweer, voor het donker, voor een beest onder het bed). Sommige peuters worden 's nachts wakker en gaan dan huilen. Dit kan een combinatie zijn van angst voor het donker en scheidingsangst.Ga naar je peuter toe, probeer hem of haar gerust te stellen zonder allerlei extra's, zoals extra drinken of uit bed. Houd het contact kort.Je helpt je peuter als je elke dag een vast slaapritueel van ongeveer 20-30 minuten gebruikt. Doe, in een vaste volgorde, rustige dingen met je kind. Bijvoorbeeld een boek voorlezen of even praten over de dag. Het laatste deel van het slaapritueel is altijd in de slaapkamer.Neem de angsten van je kind serieus. Benoem de angst van je kind en geef een korte uitleg: "Ik zie dat je schrikt. Wat een herrie! Een straaljager is een supersnel vliegtuig. Hij vliegt zo hard dat je hem niet kunt zien alleen maar horen. Gek, hè?"
-
Mijn peuter is bang
Peuters kunnen veel dingen nog niet begrijpen. Ze zien ook niet goed het verschil tussen de werkelijkheid en fantasie. Dat kan je kind bang maken. Hoe ga je om met kinderangsten?Angst en fantasieJonge kinderen weten nog niet goed wat echt is en wat fantasie is. Ze kunnen bijvoorbeeld denken dat schaduwen op de muur van hun slaapkamer monsters zijn. Of ineens midden in de nacht bij je bed staan en zeggen: 'Mam, er zit een spook in mijn kamer.' Door die spoken en monsters kunnen ze bang worden om te gaan slapen.Luister naar je kind en neem het gevoel van je kind serieus, want het is echt bang. Probeer te begrijpen hoe je peuter de wereld ziet. Ga bijvoorbeeld samen naar het spook kijken.Als je er een grapje over maakt, begrijpt je kind dit waarschijnlijk niet. Dan kan hij of zij langer bang blijven dan nodig is.Je kunt kinderen ook voorbereiden op moeilijke situaties, bijvoorbeeld door erover te praten of door er samen een boek over te lezen. Niet begrijpen maakt angstigPeuters maken elke dag dingen mee, die ze nog niet begrijpen.Als je zegt: 'Het huis staat op zijn kop,' kan je peuter daar echt van schrikken.Of je kind ziet dat er van alles verdwijnt in de stofzuiger, maar snapt niet dat hij of zij zelf niet in de stofzuiger past. Of ze zien op televisie een grote brand en zijn bang dat hun eigen huis ook in brand gaat.Omdat kinderen nog niet alles van het leven begrijpen, zijn ze vaker angstig dan volwassenen.Misschien heeft jouw peuter last van verlatingsangst: hij ziet jou weggaan, maar snapt nog niet dat je weer terugkomt.Angst kan versterkt wordenAngst kan ook erger worden, bijvoorbeeld door enge films, spookverhalen of bangmakerij door andere kinderen.Maak je kind nooit bang. Soms doen we dit zonder dat we het in de gaten hebben, bijvoorbeeld als je erg heftig reageert als je een spin ziet.Hoe ga je om met kinderangsten?Probeer kalm te blijven en probeer niet te veel je eigen angst te laten zien. Je kunt natuurlijk wel zeggen dat jij iets ook spannend of een beetje eng vindt.Neem het gevoel van je kind serieus, want hij of zij is echt bang. Benoem die gevoelens op een rustige manier. Zeg bijvoorbeeld: 'Ik merk dat je bang bent voor die hond.'Stel je kind gerust en probeer samen iets te doen wat hij of zij spannend vindt, maar dwing niet.Geef je kind meteen een compliment als het lukt rustig te blijven in enge situaties.Help je kind stap voor stap zich over angsten heen te zetten. Bij angst voor honden kun je bijvoorbeeld eerst eens samen naar plaatjes van honden kijken, dan eens voorzichtig een kleine hond aaien en daarna een grotere.Bouw de steun in enge situaties langzaam af. Als je kind bijvoorbeeld achter je kruipt als jullie een hond tegenkomen, moedig hem of haar dan de volgende keer aan dicht naast je te blijven lopen. En de keer daarna alleen je hand vast te houden. Vind je dat je kind te veel last heeft van angst? Praat er dan over met de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts.Meer over bange peutersLees meer over angst van je kind op Thuisarts.nl.Kijk het filmpje 'Bange peuters' van Groter Worden:
-
Taal tussen 3 en 4 jaar
Kinderen tussen de 3 en 4 jaar zetten grote stappen in taalontwikkeling. Ze stellen waarom-vragen, je kunt steeds meer een gesprek met ze voeren, en ze ontdekken dat er letters bestaan.Langere zinnen en eigen woordenRond de drie jaar maakt je kind zinnen van drie tot vijf woorden: ‘Ik wil niet slapen.’ Je peuter kan nu ook opdrachten uitvoeren die uit twee delen bestaan, zoals: ‘Pak je pyjama en trek hem aan.’Peuters zijn heel creatief met taal. Ze maken vaak hun eigen woorden. Zo is bijvoorbeeld een caravan een ‘autohuis’.Je peuter gaat steeds duidelijker pratenAls je kind 3 jaar is, begrijpt hij of zij gewone gesprekken en eenvoudige verhalen. In deze fase praten peuters duidelijker. Vreemden verstaan al ongeveer de helft van wat ze zeggen.De zinsbouw wordt steeds beter. Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Ik heb zin in kersen,’ en niet: ‘Ik zin in kersen heb.’ Je kind gebruikt nu 'ik' en 'jij' op een goede manier. Rond 3 jaar kent je kind alle klanken uit zijn moedertaal.Voorwerpen bij elkaar leggenDriejarigen krijgen interesse in woorden en getallen. Ze gaan voorwerpen sorteren; bij elkaar leggen wat bij elkaar hoort. Bijvoorbeeld alle gele blokken bij elkaar. Sorteren is nodig om te kunnen tellen en om verschil te kunnen maken in meer, minder en evenveel. Je kind begint nu ook kleuren en vormen te benoemen.Waarom-vragenJe kind wil alles weten en zal steeds vaker een waarom-vraag stellen. Als je antwoord geeft, leert je kind steeds meer begrijpen en hoort het moeilijkere zinnen. Bijvoorbeeld: ‘Omdat het nu bedtijd is!’ in plaats van: ‘Het is nu bedtijd.’Gesprekken voeren met peutersPeuters leren er iedere maand tientallen woorden bij. Je kunt nu hele gesprekken met elkaar voeren. Je kind vertelt verhalen met verschillende toonhoogtes. Je kind weet nu ook dat je moet vertellen wat er is gebeurd als iemand ergens niet bij was. Je peuter kan dat al een beetje, maar het is nog wel moeilijk. Veel peuters praten in zichzelf of tegen een knuffel. Zo leren ze zich steeds beter uitdrukken. Op deze leeftijd gaat je kind ook vaak ‘voorlezen’ aan anderen of aan een pop.Schriftelijke taalTussen 3 en 4 jaar ontdekt je kind schriftelijke taal. Je peuter merkt dat in een boek allerlei tekens en symbolen staan. Je kind ontdekt dat die tekens letters zijn, en dat je kunt lezen wat er staat. Daarbij leert je kind steeds beter begrijpen waar die letters voor zijn: om een boek te kunnen lezen, een boodschappenlijst te maken of een mail te schrijven. Dit begrijpen is nodig om later op school te leren lezen.Fiona legt in dit filmpje uit hoe jij als ouder je baby of peuter kan helpen bij het leren van taal. Ook zie je hoe een andere ouder dit aanpakt:
-
Logeren peuter
Voor veel kinderen is uit logeren gaan erg leuk! Het is wel goed om ze er op voor te bereiden. Hoe zorg je dat het goed loopt?Wennen aan logerenAls je kind als baby al af en toe bij een familielid of bekende ging slapen, is hij of zij al gewend aan logeren. Peuters vinden het vaak prettig als ze bij iemand logeren met wie ze vertrouwd zijn, bijvoorbeeld bij opa en oma.Je peuter uit logerenAls kinderen voor het eerst gaan logeren, is het verstandig om hen daarop voor te bereiden.Leg rustig uit wat logeren precies is en hoe dat gaat. Breng het als een leuk uitstapje. Zo kun je voorkomen dat je kind zenuwachtig of onzeker wordt.Geef ook rustig antwoord op vragen als waarom je kind gaat logeren of waarom het niet bij jou kan blijven.Vertel je kind ook wanneer je hem of haar weer op komt halen. Houd er rekening mee dat je peuter waarschijnlijk nog weinig besef heeft van tijd. KnuffelbeestSommige kinderen zijn erg gehecht aan hun knuffelbeest. Een knuffelbeest werkt kalmerend en geeft troost als je kind heimwee krijgt.Bellen voor het slapenSoms vinden kinderen het fijn als je nog even opbelt voordat ze gaan slapen.Het kan ook zijn dat ze dit juist niet fijn vinden, omdat ze heimwee krijgen bij het horen van je stem. Ook als je het zelf moeilijk vindt dat je kind weg is, kun je beter niet opbellen. Als je kind merkt dat jij verdrietig bent, wordt hij of zij zelf ook verdrietig.Ritueel voor het slapenBij peuters is het belangrijk om een vast bedritueel te hebben. Ook als ze gaan logeren kan het goed werken om zo veel mogelijk de volgorde aan te houden die ze thuis gewend zijn. Bijvoorbeeld eerst de pyjama aantrekken, dan tandenpoetsen en dan een verhaaltje voor het slapengaan.HeimweePeuters hebben meestal nog geen last van heimwee. Als kinderen wat ouder worden, kan dat wel gebeuren. Heimwee is een vorm van angst.
-
Op reis met peuter
Als je op vakantie gaat met een peuter, heeft je kind misschien vaccinaties nodig. En hoe voorkom je dat je kind ziek wordt? Lees ook de tips voor onderweg en voor een veilige vakantie.Hoe bereid je een peuter voor op een reis?Voor kinderen is op vakantie gaan heel spannend, op een leuke manier. Je kunt je (oudere) peuter al betrekken bij je vakantie.Kijk eens samen op internet en laat foto's zien van waar jullie naartoe gaan. Praat over waar jullie gaan slapen en wat er te zien is. Welke taal spreken de mensen in het vakantieland? Hoe klinkt dat? Wat gaan jullie doen? Zo kan je kind al vooruit denken.Je kunt een aparte lijst te maken van wat je voor je kind mee wilt nemen. Bijvoorbeeld luiers, spenen, voorleesboeken, speelgoed, zonnebrandcrème, een zonnehoedje en de lievelingsknuffel. Bedenk ook samen met je kind wat hij of zij mee kan nemen.Heeft je kind vaccinaties nodig voor de reis?In veel landen komen namelijk ziektes voor, die in Nederland niet (meer) voorkomen. Vooral jonge kinderen kunnen sneller ziek worden.Zijn er extra vaccinaties nodig voor de plek waar jullie naartoe gaan?Bezoek minimaal zes weken voor vertrek de huisarts, GGD of een travel clinic. Daar vertelt de dokter of er vaccinaties nodig zijn. Kijk op LCR.nl voor meer informatie over reisadviezen en vaccinaties per vakantieland.Het kan zijn dat je kind dezelfde inentingen krijgt als jij, zoals tegen hepatitis A. Het kan ook dat je kind sommige inentingen juist niet hoeft, omdat het bijvoorbeeld al ingeënt is tegen bepaalde ziektes, zoals tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP). Als je kind een bepaalde vaccinatie nog niet heeft gehad die belangrijk is in het vakantieland, zouden ze die eerder kunnen geven.Welke medicijnen neem je mee op reis voor je kind?Slikt je kind medicijnen? Vraag je huisarts om een verklaring in het Engels om aan te tonen dat het om medicijnen gaat (en geen drugs).Natuurlijk zijn er in het buitenland ook apotheken, maar het kan handig zijn om deze spullen bij je te hebben:paracetamol voor peuters. Neem bij reizen naar een warm land liever geen zetpillen mee. Die smelten. Er bestaan ook paracetamol-druppels;digitale thermometer;ORS zakjes, om uitdroging te voorkomen bij kinderen, bijvoorbeeld bij diarree;neusdruppels Xylometazoline 0,05%, tegen oorpijn bij het vliegen;een middel tegen reisziekte;DEET tegen muggen;zalf tegen insectenbeten en jeuk;tekentang;pleisters;zwaluwstaartjes om grotere wondjes dicht te houden;betadinejodium. Hoe voorkom je dat je kind ziek wordt?Er zijn ook veel ziektes waar je geen vaccinaties voor kunt krijgen. Let er dus op dat je kind niet besmet kan worden:Eet bijvoorbeeld geen rauw of half doorbakken vlees.Geef je kind in landen waar het kraanwater onveilig is, alleen gekookt water of mineraalwater uit flesjes.Geef geen eten waarvoor kraanwater is gebruikt, zoals fruitsalades en schep- of softijs. Geef liever verpakt ijs.Gebruik geen ijsblokjes die gemaakt zijn van kraanwater.Geef geen ongekookt eten, schil fruit en was groenten extra goed.Denk aan handen wassen na toiletbezoek en voor het eten. Dek onderweg en op de camping de wc-bril af met wc-papier of neem schoonmaakdoekjes mee. Hoe voorkom je Malaria?Malaria wordt overgebracht door muggen. Er zijn medicijnen tegen malaria, maar die zijn soms niet goed voor je kind. Dat ligt aan zijn of haar leeftijd, hoe lang je op reis gaat en tegen welk type mug je bescherming nodig hebt.Zo maak je de kans kleiner dat je kind door een mug gestoken wordt:Blijf binnen tijdens de ochtend- en avondschemering, dus als het ochtend of avond wordt.Zorg voor kleding die de huid zo veel mogelijk bedekt.Gebruik horren en klamboes en doe daar een insectenwerend middel in.Alleen het insectenwerend middel DEET houdt muggen en teken goed weg. Gebruik voor jonge kinderen max. 30% DEET en maximaal vier keer per 24 uur. Wat als je kind op vakantie diarree krijgt?Als je kind in het buitenland diarree krijgt, kun je beter geen diarreeremmers geven. De bacterie die de diarree veroorzaakt, moet juist via de poep uit het het lichaam kunnen.Laat je kind veel water drinken en normaal blijven eten.Jonge kinderen kunnen door diarree makkelijk uitdrogen, zeker als het ook nog erg warm is. Gebruik dan zakjes ORS. Dit is een mengsel van zout en druivensuiker of zetmeel, dat je oplost in water.Laat je kind vaak handen wassen en geef geen eten dat over de datum is. Hoe maak je het onderweg fijner voor je peuter?Voor een peuter is het moeilijk om lang stil te zitten. Stop bij een lange autoreis regelmatig even om te kunnen bewegen. Je kunt bijvoorbeeld even samen rondlopen of voetballen op het gras bij de parkeerplaats. Houd als regel aan: twee uur rijden, een kwartier rust.Waarschijnlijk zal je peuter slapen onderweg. Zorg in de auto dat je kind lekker en veilig kan slapen in een goede peuterautostoel.Het is belangrijk dat je kind van tevoren goed eet en drinkt. Zeker als je kind snel last heeft van reisziekte.Van eten tijdens het rijden kan je kind misselijk worden. Geef onderweg dus liever licht voedsel, zoals fruit, crackers, soepstengels en plakjes komkommer.Houd rekening met vertragingen of files: zorg dat je genoeg eten en water bij je hebt.Voor een lange vliegreis kun je een nekkussen, lievelingsknuffels, speelgoed, voorleesboekjes, kleurplaten of andere spelletjes meenemen.Oorpijn in het vliegtuig kun je voorkomen door je kind te laten drinken tijdens het stijgen en het dalen. Een ouder kind kun je op een snoepje laten zuigen of kauwgom geven. Ook kun je je kind voor het stijgen en dalen neusdruppels/spray (xylometazoline 0.05%) geven. Let op hoeveel je kind op zijn of haar leeftijd mag. Overleg eventueel met de apotheek. Wat kun je doen tegen verveling bij een lange reis?Praat met elkaar over wat je ziet onderweg. Samen liedjes zingen en rijmen is ook leuk. Of zet kinderliedjes of verhaaltjes op.Geef boeken, kleurplaten of eens een stuk speelgoed. Geef niet alles wat je bij je hebt tegelijk.Doe spelletjes zoals: ‘Wie ziet het eerst een: ....... (bijv. paard, molen, kerk)’ of ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet en de kleur is: ........’Er zijn speciale reisspelletjes voor onderweg. Let op, sommige spelletjes hebben kleine onderdelen die gevaarlijk zijn voor kinderen onder de 3 of 4 jaar. Hoe houd je de vakantie veilig voor je peuter?Veilig huis of tentKijk eens door de ogen van je kind rond in je vakantiehuis, kamer of tent. Let op scherpe randen, losse snoeren waar je kind aan kan trekken, stopcontacten, gevaarlijke stoffen onderin (keuken)kasten, trappen. Bedenk hoe kun je je kind hierbij weg kunt houden of wanneer je het extra in de gaten moet houden.Zorg voor een veilige slaapplek. Staan de spijlen in het kinderbed niet verder dan 6,5 cm uit elkaar? Doe ook hier in het bed geen kussen of dekbed!Kijk ook buiten: is er een weg in de buurt, die bereikbaar is voor je kind? Is er water? (vijver, sloot of zwembad). Houd je kind dan de hele tijd in de gaten.Geef je kind een briefje in zijn zak met je telefoonnummer. Je kunt je peuter natuurlijk ook een naamplaatje omdoen, of je telefoonnummer op zijn of haar arm of T-shirt schrijven. Veilig in de hitteLaat je kind veel water drinken als het warm is. Geef geen extra vruchtensap of limonade, maar vooral thee en water. Veel suikerhoudende drankjes drinken geeft diarree en is slecht voor het gebit.Daarnaast kun je ook beter uit de zon blijven en de schaduw opzoeken. Lees de tips over hoe om te gaan met zon en hitte. Veilig bij het waterSpeelt je kind bij het water? Geef het dan zwemvleugeltjes aan en blijf er bij zitten. Doe je peuter zeker geen wegwerpluier aan, ook niet samen met een zwembandje of vleugeltjes. De lucht in de luier zorgt ervoor dat de billen omhoog gaan en het hoofd onder water gaat!Doe liever helemaal geen luier aan, maar eventueel een zwembroekje of een speciale zwemluier.Gaat je met je kind varen, doe het dan een reddingsvest aan. Veilig in de bergenGa je in de bergen wandelen met je peuter en mag hij of zij zelf lopen? Doe je kind een tuigje aan, dan kan hij niet van het pad af vallen.Zorg voor genoeg pauzes met wat eten en drinken.Ga met kinderen onder de 4 jaar niet langere tijd naar een hoogte boven de 2500 m. Kinderen kunnen last van hoogteziekte krijgen, maar peuters kunnen nog niet goed vertellen hoe ze zich voelen. Hierdoor herken je hoogteziekte minder makkelijk. Een paar uur boven de 2500 meter zijn met je peuter is geen probleem.
-
Stinkende adem
Ruikt de adem van je kind vies? Dat is vervelend, want tieners kunnen zich hier ook erg voor schamen. Waar komt stinkende adem vandaan? En wat kun je doen tegen een slechte adem?Wat zijn oorzaken van een slechte adem?Bacteriën in de neus-keelholte, bijvoorbeeld door een verkoudheid.Vergrote neus- of keelamandelen door vaak voorkomende infecties.Bacteriën op de tong.Lang of steeds weer ontstoken tandvlees.Niet goed genoeg verzorgen van het gebit.Soms is een ziekte de oorzaak. Als je kind zo'n ziekte heeft, dan weet je dat vaak al. Bij ontregelde diabetes ruik je in de adem de lucht van aceton, die lijkt op nagellakverwijderaar. Wat kun je doen tegen een slechte adem?Om te beginnen moet je kind de tanden en kiezen zeker twee keer per dag goed poetsen: na het ontbijt en voor het slapen gaan.Komt de slechte adem door bacteriën op de tong? Het helpt als je kind dagelijks de tong schoon schuurt met een speciale tongreiniger (te koop bij de drogist).Met tandenragers en flosdraad kan je kind het gebit ook tussen de tanden en kiezen goed schoonmaken.Laat je kind de mond spoelen met mondwater.Laat het gebit van je kind schoonmaken door de tandarts of mondhygiënist.Vraag je tandarts om advies. Helpt dit niet? Vraag dan de huisarts om te onderzoeken waar de stinkende adem vandaan komt. Op Thuisarts.nl lees je meer over slechte adem.
-
Slaaptips en bedritueel
Voor je kind is het prettig om de dag rustig af te sluiten. Je kunt je kind helpen door alles op een vaste volgorde te doen. Bijvoorbeeld eerst uitkleden, wassen, tanden poetsen, pyjama aantrekken, en dan voorlezen en knuffelen. Je kind weet dan dat het na het verhaaltje en de knuffel moet gaan slapen. Dit geeft je kind duidelijkheid en rust.SlaaptipsStel een vaste bedtijd in. Begin een halfuur voor bedtijd met rustige activiteiten. Het is beter als je kind dan geen computerspel of wilde spellen meer doet. Leg digitale apparatuur als telefoons en tablets in een andere kamer. Leg de apparatuur niet weg als straf, maar gebruik de tijd die ontstaat als gezellige 'samen tijd'. Praat na over de dag of maak samen een puzzel.Zorg voor een rustige, donkere slaapkamer. De ideale temperatuur ligt tussen 16 en 18 °C.Geef je kind voor het slapengaan geen dranken met cafeïne, zoals cola, thee, Ice-tea en energydrinks.Leg je kind niet vlak na het avondeten in bed. Dan slaapt het moeilijk in.Bewegen in de buitenlucht is goed voor kinderen. Maar laat je kind niet sporten vlak voor het naar bed gaan. Dan valt je kind moeilijker in slaap.Breng je kind naar bed in een gezellige, ontspannen sfeer. Maak ook de slaapkamer gezellig en zorg voor een lekker bed.Wens je kind welterusten en ga de slaapkamer uit. Voorlezen of pratenBijna alle kinderen vinden het leuk om voor het slapengaan nog even voorgelezen te worden. Kleine kinderen kun je eindeloos hetzelfde boek voorlezen. Je kunt je kind ook zelf laten kiezen. Ook grotere kinderen vinden het nog leuk om naar een verhaal te luisteren. Soms vinden ze het ook leuk om zelf hun vader of moeder voor te lezen.Je kunt er ook voor kiezen om samen nog even te praten over de dag. Dit is een goed moment voor kinderen om te vertellen over iets leuks wat ze hebben meegemaakt. Of over iets dat niet leuk was. Stel je kind dan gerust en vertel dat je er de volgende dag samen verder over gaat praten, als dat nodig is.Houd je aan de slaaptijd. Dan moet je kind ook echt rustig gaan liggen om de slaap te laten komen.In bed blijvenNa het slaapritueel zeg je welterusten en vertrekt. Het kan zijn dat je kind opnieuw onrustig wordt en begint te praten, omdat de slaap niet direct komt. Reageer hier rustig op. Herhaal dat het tijd is om de slaap te laten komen en dat er morgen tijd is voor alle vragen en grapjes. Blijf dit rustig herhalen. Als je kind uit bed komt, breng het dan terug met dezelfde geruststellende woorden dat het morgen weer tijd is voor alle ideeën. Is je kind angstig? Troost het dan in bed. Zeg dat je erop vertrouwt dat het goed komt en dat jullie morgen verder praten over wat je kunt doen aan verdrietig of bang zijn.Is je kind goed in bed gebleven? Geef het de volgende morgen dan een compliment en praat over het fijne gevoel van goed slapen.Oudere kinderenAls je kind wat ouder is, gaat het misschien alleen naar de kamer. Wil het op de eigen kamer nog wat lezen of muziek luisteren? Dat is prima, maar spreek een duidelijke slaaptijd af. Controleer of je kind dan ook echt stopt met lezen of luisteren. Help je zoon of dochter ook bij het volhouden van een eigen vaste volgorde.
-
Social media kind
Is je kind veel met social media bezig? Wat gebeurt er op Snapchat, Instagram en Tiktok? Hoe praat je met je kind over social media en over nepberichten? Wat kun je doen als je kind onzeker wordt van wat er op social media gebeurt? En wat doe je als je kind minder gaat slapen door veel online te zijn?Wat is Snapchat, Instagram en TikTok?Via social media houdt je kind contact met vrienden. Hij of zij blijft op de hoogte wat vrienden doen, krijgt informatie en ziet grappige filmpjes. Welke social media gebruiken kinderen en jongeren vooral?Op Instagram laten mensen zichzelf zien. Bijvoorbeeld hun nieuwe schoenen of kapsel of hoe ze met vrienden chillen.Bij Snapchat ben je met vrienden onder elkaar. Ze delen foto’s en filmpjes met elkaar, die anderen niet zien. Kinderen bevestigen en versterken zo hun vriendschap met elkaar. Door elke dag bijvoorbeeld minstens één foto uit te wisselen, bouw je een 'streak' op.Op TikTok kun je korte video’s plaatsen en vinden. Eerst waren het vooral playbackfilmpjes, maar nu vind je er veel meer soorten korte video's.WhatsApp gebruiken kinderen ook, om te appen of gratis te bellen. Of omdat ze in een WhatsApp-groep zitten met de klas of met een team. Mag een kind een eigen account?Vanaf ongeveer 9 jaar kunnen de meeste kinderen zelf accounts aanmaken op internet. Door de privacywet mag je kind pas vanaf 13 jaar een eigen account maken op Facebook, Google of YouTube. Daar moet jij dan nog toestemming voor geven. Als Facebook of Google erachter komt dat een kind nog geen 13 is, blokkeren ze het account. Ook als jij het als ouder wel goed vindt. Pas met 16 jaar kan je kind zonder toestemming accounts aanmaken.Contact met vrienden op social mediaSocial media kunnen heel leuk zijn voor je kind. Kinderen en jongeren houden zo contact met vrienden. Zelf merk je misschien ook wel dat je sommige vrienden vaker even ‘spreekt’ door WhatsApp.Je kind blijft op de hoogte wat vrienden doen, krijgt informatie en ziet grappige filmpjes.Het is een aanvulling op het zien en spreken van vrienden. Door contact met vrienden, ontdekken kinderen wie ze zijn.Soms begrijpen kinderen elkaar verkeerd op social media. Er kan pestgedrag ontstaan en ruzie. Pubers zijn meestal al wat meer vertrouwd met social media en maken minder ruzie. Ook het digitale pesten neemt op die leeftijd af.Social media tips voor je kindHet is belangrijk om te weten wat je kind doet en ziet via social media. Zo houd je ook in de gaten of je kind er blij of onzeker van wordt. Praat met je kind over hoe je met elkaar om kunt gaan op social media. Wat deel je wel en wat niet? Hoe reageer je?En deel deze tips met hem of haar:Wees eerlijk over jezelf op social media.Vraag jezelf af waarom je iets post. Wil je iets delen of wil je vooral meer volgers en vrienden krijgen? Waar voel je je goed bij?Probeer jezelf niet te vergelijken met anderen. Want vaak stellen mensen zichzelf en hun leven graag mooier voor dan het is. En veel foto's en video's zijn bewerkt, bijvoorbeeld met Photoshop.Gedragen je vrienden zich vreemd op social media? Praat erover met hen als je ze ziet.Je kunt ook (tijdelijk) stoppen met social media als je er moeite mee hebt. Of blokkeer contacten waar je geen goed gevoel van krijgt.Doe niet mee aan gevaarlijke internetspelletjes.Op verschillende social media kun je privacy-instellingen aanpassen. Je kunt het instellen op 'alleen vrienden' of er een slotje op zetten. Dan kan niet iedereen bij je profiel komen en de foto's en posts zien. Op VPNgids.nl lees je meer over hoe je je privacy op bijvoorbeeld Facebook, Twitter en Tik Tok kunt beschermen.Doe voorzichtig met het versturen van berichten of foto's.Op hoezomediawijs.nl leert je kind hoe hij of zij een nepprofiel kan herkennen. Last van social mediaOnzeker door posts anderenDe meeste mensen delen op social media vooral positieve en leuke dingen. Daardoor lijkt het alsof ze allemaal een perfect leven hebben. Bijna niemand deelt zijn saaie dagen. Misschien gaat je kind door al die geweldige posts twijfelen over zichzelf. Je kind wéét natuurlijk wel dat mensen alleen de mooie momenten uit hun leven delen, maar kan er toch somber van worden.Onzeker door reactiesBijna iedereen is gevoelig voor reacties online. Als de post van je kind wordt geliket of gedeeld, geeft dat een goed gevoel. En als dat niet gebeurt, kan je kind zich misschien teleurgesteld of onzeker voelen. Je kunt je ook buitengesloten voelen door wat er gebeurt op social media.Angst om iets te missenVeel jonge mensen zitten de hele tijd op social media. Ze zijn bang om dingen te missen. Dat noemen we ‘Fear of Missing Out’ (FOMO). Iemand die veel last heeft van FOMO kan ook zenuwachtig worden, gaan zweten en hartkloppingen krijgen. Bijvoorbeeld als er een nieuw bericht binnenkomt. Of als er nog heel veel whatsappjes gelezen moeten worden.Leer je kind omgaan met de angst om iets te missen. Praat over die druk, zodat hij of zij keuzes leert maken. Zorg dat er genoeg momenten zijn om ook even los van die druk te zijn: even zonder smartphone.Somber en slaapproblemenSommige mensen die veel op social media zitten krijgen psychische klachten. Zoals angst, depressie en slaapproblemen.Social media kunnen je kind tot laat bezighouden. Het is dan moeilijk om in slaap te vallen. Steeds vaker krijgen kinderen hierdoor moeite met slapen. Door slaaptekort kun je je slechter concentreren en minder goed presteren.Minder goed zienVeel op je telefoon zitten betekent ook dat je lang naar een beeldscherm kijkt. Dat is slecht voor de ogen. Je kunt er bijziend van worden. Dat betekent dat je op afstand niet scherp kunt zien. Om te voorkomen dat je bijziend wordt, moet je afwisselend dichtbij en veraf kijken. Oogartsen raden aan: na 20 minuten beeldschermtijd, 20 seconden in de verte kijken. En het liefst 2 uur per dag buiten zijn!Nep berichten op social mediaNepnieuwsOp social media staat veel nepnieuws. Dit zijn berichten met onzin of verzonnen nieuws die speciaal gemaakt zijn, zodat je erop gaat klikken. Je herkent niet altijd meteen dat het niet klopt.Om te ontdekken of het nieuws echt is, kun je controleer of het op andere plaatsen ook te vinden is. Vind je het op drie verschillende websites terug, dan is de kans groter dat het klopt. Voor de zekerheid kun je voor het echte nieuws vertrouwen op de krant, radio en tv en hun websites.Vertel je kind dat niet alles wat je op social media ziet en leest, waar is. Dat je na kunt denken over wie de tekst geschreven heeft en waarom de tekst geschreven is.Deepfake-video'sDeepfake-video's zijn nepvideo's, die heel echt lijken. Met Artificial Intelligence (AI) kunnen computers mensen dingen laten zeggen en doen, die ze in het echt nooit gezegd of gedaan hebben.Om te zien of een filmpje nep is, kun je het langzamer afspelen. Dan zie je misschien dat de mond niet goed met de tekst mee beweegt of dat mensen niet met de ogen knipperen. Ook wanneer de video onscherp is, vooral aan de randen om het hoofd, klopt er waarschijnlijk iets niet.Kijk naar wie heeft het gemaakt en waarom. Stuur nooit iets zomaar door.Praat met je kind over wat het van deepfake vindt.Online kettingbrieven en horror-appjesMensen sturen elkaar via WhatsApp soms berichten door die lijken op de kettingbrieven van vroeger. Als je een bericht niet doorstuurt naar tien anderen, dan gebeurt er iets naars. Of je wint bijvoorbeeld een geldprijs als je het wel doet. Het is onzin.Spreek af met je kind dat hij of zij het vertelt als er zo'n berichtje binnenkomt. Leg uit dat je zo'n bericht beter niet kunt doorsturen. Laat je kind er op school ook over vertellen. Zodat ook andere kinderen het niet verder verspreiden. Hoe eerder het doorsturen stopt, hoe minder kinderen ervan schrikken.Meer over social media en opvoedenMediawijsheid.nlHoezomediawijs.nl - kinderen vanaf 10 jaar lezen hier of ze digitaal in balans zijnFilmpje: Fiona over leuk en veilig mediagebruik:
-
Gezond bewegen kind
Voldoende beweging is goed voor de gezondheid en de ontwikkeling van je kind. De meeste kinderen houden van klimmen, rennen en ontdekken. Maar soms moet je je kind daar een beetje bij helpen. Het is goed om je kind te stimuleren om veel en gevarieerd te bewegen.Voordelen van bewegenDoor regelmatig te bewegen worden kinderen fitter en krijgen ze meer energie. Door te bewegen traint je kind de spieren, zoals de arm- en beenspieren en de hartspier. Het is ook goed voor de ademhaling en de bloedsomloop. De spijsvertering werkt beter en je kind blijft beter op gewicht. Kinderen die regelmatig bewegen voelen zich meer ontspannen, energieker en ze slapen beter. Bewegen en sporten hebben een positief effect op het zelfvertrouwen en de sociale vaardigheden van je kind. Een goede conditie zorgt ook voor een betere weerstand. Daardoor word je minder snel ziek.Hoeveel beweging heeft je kind nodig?Volgens de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad hebben basisschoolkinderen elke dag minimaal een uur matig intensieve beweging nodig om gezond te blijven. Buitenspelen, naar school fietsen en wandelen zijn goede manieren om meer te bewegen. De Gezondheidsraad adviseert ook dat kinderen minimaal drie keer per week bot- en spierversterkende activiteiten doen.Doe de Beweegrichtlijnentest van het Kenniscentrum Sport & Bewegen om inzicht te krijgen in hoeveel je kind beweegt en welke kansen er nog liggen.Meer informatie over de beweegrichtlijnen is te vinden op Allesoversport.nl.Matig intensieve inspanningBij matig intensieve inspanning gaat je kind wat sneller ademen en gaat de hartslag omhoog. Je kind kan nog wel makkelijk praten. Voorbeelden van matig intensieve activiteiten zijn:wandelen (boswandeling, speurtocht, naar vrienden lopen);fietsen (naar school);helpen in het huishouden (grasmaaien, stofzuigen). Zwaar intensieve inspanningBij zwaar intensieve inspanning gaat je kind veel sneller ademen en stijgt de hartslag flink. Je kind heeft moeite om hele zinnen nog makkelijk uit te spreken. Voorbeelden van zwaar intensieve inspanning zijn:sporten bij een vereniging (turnen, hockey, tennis);zelfstandig of met vrienden sporten (hardlopen, voetballen, skaten);gymles op school. De spieren versterkenSpierversterkende activiteiten zijn activiteiten, die kracht en uithoudingsvermogen van de spieren verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn sporten waarbij je moet rennen en springen, zoals voetbal en tennis. Ook zwemmen en fietsen of activiteiten die minder kracht kosten, maar die je kind lang kan volhouden, versterken de spieren. Voorbeelden van spierversterkende activiteiten die geschikt zijn voor basisschoolkinderen:een bal overgooien;in het klimrek slingeren;trampolinespringen. De botten versterkenBotversterkende activiteiten zijn activiteiten waarbij het lichaam met het eigen gewicht wordt belast. Voorbeelden van botversterkende activiteiten, die geschikt zijn voor basisschoolkinderen:touwtjespringen;traplopen;dansen;trampolinespringen. Laat je kind meer bewegenHet is belangrijk om ervoor te zorgen dat je kind niet te veel zit. Laat je kind na elk half uur zitten even opstaan om te bewegen. Bijvoorbeeld om een glas water te halen, een paar kniebuigingen te doen of om te springen op de plaats. Bij buiten spelen bewegen kinderen meer, doordat ze de vrijheid en de ruimte hebben. Buitenlucht is ook nog eens gezond en je kind leert er ook andere kinderen door kennen.Laat je kind helpen met een huishoudelijk klusje, bijvoorbeeld met de fiets of lopend boodschappen doen of de was ophangen.Fiets samen naar school.Ga samen met je kind voetballen.Daag je kind uit voor een wedstrijd hardlopen.Speel een spel (badminton, volleybal, tikkertje, blikspuit) met je kind.Help je kind met het bouwen van een hut.Stimuleer je kind om eens uit te zoeken welke sporten er allemaal zijn naast bekende sporten als voetbal, zwemmen en volleybal. Misschien vindt je kind waterpolo, klimmen of streetdance ook leuk? Laat hem een proefles doen.Kijk samen op Sport.nl welke sport geschikt en leuk is voor je kind en welke sportverenigingen er bij jullie in de buurt zijn.Op school worden vaak door verenigingen proeflessen gegeven voor verschillende sporten. Vraag op een ouderavond eens of dat op de school van je kind ook wordt georganiseerd. Op zoek naar beweegtips voor ouders en kinderen voor alle seizoenen? Kijk dan op Allesoversport.nl.BeeldschermtijdKinder- en jeugdartsen adviseren om kinderen en jongeren buiten schooltijd maximaal 2 uur per dag een computer of tablet te laten gebruiken of tv te laten kijken. Voor kinderen tot 5 jaar is het advies: maximaal 1 uur beeldschermtijd per dag.Jij en je kind kunnen op de volgende dingen letten:Laat je kind regelmatig van houding wisselen. Een goede houding is op de grond op de buik, maar ook zittend aan een tafel of liggend op de bank met de nek ondersteund.Het is belangrijk dat je kind niet te lang achter elkaar naar een beeldscherm kijkt, zoals de tablet of telefoon. Artsen wijzen op het gevaar van bijziendheid. Daarom is het advies: kijk na 20 minuten beeldschermtijd altijd minimaal 20 seconden in de verte en speel tenminste 2 uur per dag buiten. Door deze 20-20-2 regel is de kans op bijziendheid kleiner.Het is nog niet bekend wat de effecten zijn van de straling van mobiele telefoons.Je kind leert gezond gedrag makkelijker aan en houdt het vol wanneer je dit als ouders stimuleert en het goede voorbeeld geeft.
-
Slechte slaap en gezondheid
28 juni 2018Bron: www.trimbos.nl Slecht slapen is van invloed op de gezondheid. Zo kan te kort of juist te lang slapen bij volwassenen het risico op ziektes als obesitas, diabetes, depressie, en beroerte verhogen en het dagelijks functioneren belemmeren. Slechte slaap kan ook leiden tot hoge economische en maatschappelijke kosten, bijvoorbeeld door verzuim en verminderde schoolprestaties. Meer aandacht voor preventie van slaapproblemen is daarom van belang. Dit blijkt uit de strategische verkenning ‘Slechte slaap: een probleem voor de volksgezondheid?’ van het Trimbos-instituut, het RIVM en de Hersenstichting. Slaapproblemen voorkomen Uit de verkenning blijkt dat in Nederland nog relatief weinig aandacht is voor de preventie van slaapproblemen. Er is een gebrek aan kennis en (bewezen effectief) aanbod voor preventieve interventies. Voor slaapstoornissen is meer aanbod en kennis beschikbaar. Slaapvoorlichting, richtlijnen voor een goede slaap en gedragsinterventies zijn mogelijke aanknopingspunten voor preventie. Aandachtspunten daarbij zijn om de bewustwording van het belang van gezonde slaap te bevorderen, kennis over de samenhang tussen slaap en gezondheid te verhogen en preventieve interventies te ontwikkelen en evalueren. Slechte slaap en risicogroepen In de strategische verkenning is goede en gezonde slaap gedefinieerd als voldoende uren slaap van goede kwaliteit. Met slechte slaap wordt te weinig of teveel slaap en slaap van slechte kwaliteit bedoeld. Goed slapen bleek bij een deel van de bevolking een probleem te zijn. Er zijn verschillende risicogroepen voor slecht slapen: vrouwen, pubers/jongvolwassenen, ouderen, lager opgeleiden en Nederlanders met een migratie-achtergrond. De kennis over slechte en goede slaap als leefstijlfactor was gefragmenteerd. Daarom zijn de gevolgen van slecht slapen en kennis over preventiemogelijkheden op een rij gezet in opdracht van het ministerie van VWS. Deze verkenning is mede mogelijk gemaakt door ZonMw.
-
Peuters; een handleiding voor ouders die de controle verliezen
De peutertijd is een leeftijdsfase die vaak gepaard gaat met uitdagingen op het gebied van eten, slapen en zindelijkheid. Natuurlijk zijn dat niet de enige onderwerpen waar je met je kleine de strijd over aan kunt gaan, maar dit zijn wel drie onderwerpen waar veel ouders tegenaan lopen. Vandaar dat we in dit artikel bespreken waarom zoveel kinderen weerstand bieden op deze drie gebieden en hoe je als ouder het beste met deze situaties kunt omgaan. We bieden je ook een paar handige tips en inzichten. Waarom hebben peuters eigenlijk zo vaak problemen met eten, slapen of zindelijk worden? Het is belangrijk om te begrijpen dat kinderen tussen de 2 en 4 jaar een fase van ontwikkeling doormaken waarin ze hun autonomie beginnen te ontdekken. Dat wil zeggen dat ze steeds meer hun eigen keuzes maken en het anders willen doen dan hoe jij het wilt. Dit kan resulteren in weerstand en strijd, vooral als het gaat om dagelijkse routines zoals eten, slapen en zindelijkheid. Op die gebieden kan een peuter namelijk vrij gemakkelijk macht uitoefenen en als het ware ‘de baas’ zijn. Daarnaast kunnen factoren zoals veranderingen in de omgeving of sprongen in de emotionele ontwikkeling ook een rol spelen. Niet willen eten Een van de meest voorkomende problemen bij jonge kinderen is kieskeurig zijn of weigeren om bepaald voedsel te eten. Het is belangrijk om te onthouden dat op deze leeftijd de persoonlijke smaakvoorkeuren zich ontwikkelen en dat het normaal is dat kinderen verschillende voedingsmiddelen accepteren of afwijzen. Hier zijn een paar dingen die je kunt proberen: Bied verschillende gezonde voedingsmiddelen aan en moedig je kind aan om alles te proberen. Maak maaltijden leuk en interactief door bijvoorbeeld vormpjes te gebruiken of ‘samen te koken’ Laat je kind in ieder geval niet alleen de smaak, maar ook de geur en de textuur van het eten ontdekken. Creëer een ontspannen en gezellige eetomgeving zonder dwang of druk. Niet willen slapen Veel ouders merken dat hun kind op zeker moment niet naar bed wil of moeite heeft met slapen. Dit kan te maken hebben met angst voor het donker of simpelweg het feit dat ze liever wakker blijven om dingen te ontdekken. Hier zijn enkele tips om een goede slaaproutine te bevorderen: Stel een vaste bedtijd in en volg elke avond hetzelfde ontspannende avondritueel. Zorg voor een comfortabele en rustige slaapomgeving. Bied geruststelling en troost als je kind bang is of nachtmerries heeft. Niet zindelijk worden Het proces van zindelijk worden kan zowel voor kinderen als ouders een uitdaging zijn. Het is belangrijk om te onthouden dat elk kind zijn eigen tempo heeft en dat het afdwingen van zindelijkheid eigenlijk alleen maar leidt tot frustratie. Hier zijn enkele suggesties om het proces wat soepeler te laten lopen: Wacht tot je kind er klaar voor is en zelf interesse toont in zindelijkheid, zoals aangeven dat ze een vieze luier hebben of interesse tonen in de wc. Moedig je kind aan om regelmatig naar het toilet te gaan en beloon positief gedrag, zoals succesvol gebruik van het toilet. Wees geduldig en begripvol als er ongelukjes gebeuren. Vermijd straffen en bekritiseer je kind niet, want dit kan leiden tot angst en negatieve associaties met zindelijkheid. Omgaan met weerstand Geduldig blijven terwijl je kind niet wil eten, slapen of zindelijk wil worden, kan lastig zijn. Het helpt als ouders begrijpen in welke ontwikkelingsfase hun kind zit en slimme opvoedstrategieën gebruiken. Bied structuur en voorspelbaarheid: Kinderen gedijen goed bij routines. Zorg voor een consistente dagelijkse routine, inclusief maaltijden, slaaptijden en wc-pauzes. Geef keuzemogelijkheden: Laat je kinderen binnen bepaalde grenzen keuzes maken. Bijvoorbeeld, laat ze kiezen tussen twee gezonde opties voor het avondeten of welke pyjama ze willen dragen. Geef het goede voorbeeld: Kinderen leren door jou te observeren. Wees een rolmodel door gezonde eetgewoonten, een goede slaaphygiëne en goed toiletgedrag te tonen. Bied positieve versterking: Prijs je kinderen voor hun inspanningen en successen. Dit moedigt hen aan om positief gedrag voort te zetten. Door geduldig, positief en begripvol te zijn, creëer je een ondersteunende omgeving. Elk kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Met tijd, geduld en consistentie worden deze uitdagingen uiteindelijk overwonnen. Blijf vertrouwen hebben in jezelf als ouder en geniet van de mooie momenten met je kinderen in deze bijzondere leeftijdsfase.
-
Hou je hoofd en je huis koel
Een beetje warm is lekker, te warm is vervelend. Zeker kinderen kunnen hier veel last van hebben. Dat resulteert soms in dreinen, hangen en slecht slapen en daar wordt je als ouder ook niet gezelliger van. We hebben daarom een paar tips voor je onder elkaar gezet die je helpen om cool te blijven in de zomerhitte. Ramen gesloten en gordijnen dicht. Houd het binnen koel door warme lucht van buiten en hete zonnestralen niet binnen te laten. Alleen ‘s ochtends vroeg en ‘s avond als het is afgekoeld, kun je lekker even alles tegen elkaar open zetten om te luchten. Als je zonwering hebt, hou die dan de hele dag omlaag. Vermijd het gebruik van apparaten die warmte opwekken. Hang de was buiten in plaats van de droger aan te zetten. Maak een koude salade en koude tapas voor het avondeten, in plaats van de kookplaat of oven aan te zetten. Gebruik in plaats van de stofzuiger tijdens hete dagen een bezem of een vloerwisser. Scheelt ook nog eens een hoop energie. Koel je polsen en je nek Door je polsen even onder de koude kraan te houden of een koude natte doek in je nek te leggen, koel je lekker snel af. Dat komt omdat daar de slagaders vlak onder de huid liggen. Door juist op die plekken te koelen, verlaag je de temperatuur van je hele lichaam. Kinderen overdag met hun handen in koud water laten spelen, heeft hetzelfde effect. Draag lichte kleding van natuurlijke stoffen Witte of lichtgekleurde kleding reflecteert het zonlicht en houdt minder warmte vast. Daarnaast zijn stoffen als katoen en linnen het best geschikt in de zomer, omdat ze luchtdoorlatend zijn en vocht (zweet) snel laten verdampen. Doe rustig aan Rennen, stressen, haasten; het zijn allemaal no-go’s in de hitte. Plan wat meer tijd in voor alle activiteiten die je moet doen of plan ze op een tijdstip dat het minder warm is. Neem ook tijd om even niks te doen. Sommige dingen kunnen best tot morgen wachten. Ook voor de kinderen is af en toe een uurtje niksen met een filmpje of luisterboek heel fijn op hete dagen. Koel je bed voor het slapen Leg een half uurtje voor je naar bed een paar flessen met ijskoud water in je bed en dat van je kind. Dit werkt als een soort omgekeerde kruik. Zo stap je in een heerlijk koel bed. Ga onder een laken of dunne deken liggen. Als je het erg warm hebt kun je een ventilator naast het bed zetten. Zorg dan wel dat deze op de onderste helft van het lijf is gericht en niet op het gezicht om onderkoeling en uitdroging tijdens de nacht te voorkomen. Voorkomen is beter Last but not least: zorg dat je lichaam goed gehydrateerd blijft. Dat geeft de ingebouwde thermostaat in je lichaam de kans om op temperatuur te blijven. Veel water drinken dus. 2 liter voor een volwassene en een liter voor een kind. Daarnaast voorkom je dat jullie het te warm krijgen, door tijdens de heetste uren van de dag in de schaduw te blijven.
-
Soms kun je het even niet alleen
Iedere ouder wil natuurlijk dat het goed gaat met zijn of haar kind. Gelukkig lukt dat meestal ook wel maar iedere ouder loopt gegarandeerd ook af en toe tegen problemen aan. Een kind dat niet wil eten of slapen, dat maar niet zindelijk wordt, gepest wordt op school, last heeft van ADHD of dyslexie. Hoe weet je als ouder nu eigenlijk welke problemen je zelf kunt oplossen en wanneer het tijd is om hulp te gaan zoeken voor je kind? Wanneer je kind ‘even niet zo lekker gaat’ kun je je daar als ouder behoorlijk druk om maken. Je natuurlijke instinct zegt dat het kind tegen alle ellende en gevaren beschermd moet worden. Maar gezond opgroeien betekent ook dat er af en toe problemen, klein en grote, overwonnen moeten worden. Een heel groot deel daarvan kun je zelf oplossen samen met je kind. Met een dosis gezond verstand en betrouwbare informatie van websites zoals deze of bijvoorbeeld de GGD komt u al een heel eind. Ook mensen in de omgeving zoals andere ouders of grootouders kunnen waardevolle tips bieden uit eigen ervaring. Maar soms duurt een probleem zo lang of is het zo ingewikkeld, dat je er zelfs met de beste wil van de wereld niet meer uitkomt. In dat geval is het goed om hulp te vragen aan een professional. We geven een paar voorbeeldsituaties. Zindelijkheid De meeste kinderen leren tussen hun derde en vierde jaar wanneer het tijd is om naar de wc te gaan en hoe je dat doet. Ze leren de signalen van hun lichaam te herkennen, een beslissing te nemen en daarnaar te handelen. Er zijn echter ook veel kinderen waarbij het ergens in dit proces niet helemaal goed gaat: ze herkennen de signalen niet of herkennen ze wel maar voelen geen behoefte ernaar te handelen. Soms herkennen ze de signalen en willen ze wel handelen maar weten ze niet goed hóe ze dat moeten aanpakken. Als ouder kun je je kind helpen door vaste wc-tijden in te plannen, goed uit te leggen wat je voelt als je moet plassen of poepen en wat je dan moet doen. Ook helpt het om een kind te belonen met een compliment of een sticker wanneer het goed gaat. Zo’n beloning helpt je kind de motivatie te vinden om het ‘goed’ te doen. In sommige gevallen helpt het allemaal niet en blijft je kind maar in bed plassen of te laat naar de wc gaan. Zelfs als ze 5, 6 of zelfs ouder zijn en precies weten hoe een wc werkt. Het is in dat geval goed om hulp te vragen. Er kan worden uitgezocht of er misschien een medische oorzaak is voor het probleem en als ouder krijg je steun en praktische hulp om met het probleem om te gaan. Leer- en concentratieproblemen Bijna iedere ouder met een zoon zal het beamen; jongens zijn druk! Vaak een stuk drukker dan meisjes. Ze vinden het moeilijk om stil te zitten en vinden niks leuker dan rennen, hard schreeuwen en dingen uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. In een klas kan dit nog wel eens lastig zijn. Het gedrag is daar storend voor anderen. Gelukkig zijn veel docenten genoeg begripvol om al die drukke jongens een beetje bij de les te houden. Maar soms is het gedrag van bepaalde kinderen (jongens en meisjes) zo storend en niet beïnvloeden met beloning of straf dat het een probleem wordt. Ook als ouder merk je vaak dat deze kinderen het moeilijk vinden om hun dagelijkse taken als aankleden en huiswerk maken te volbrengen zonder tien keer afgeleid te worden. Soms kan het helpen om een dagschema voor een kind te maken waarop duidelijk alle taken van die dag in de juiste volgorde zichtbaar worden gemaakt. Maar soms is het belangrijk om de oorzaak achter het gedrag te achterhalen en daar is de hulp van een professional vaak bij nodig. Heeft het kind ADHD of is het erg gespannen over een situatie thuis? Kan het misschien niet goed lezen en gaat het uit frustratie dan maar uit het raam kijken in plaats van op te letten. Ga in dit soort situaties altijd praten met de docent van je kind en zoek samen naar de juiste professional die jullie en je kind kan helpen. Pesten en gepest worden Het blijft een hardnekkig probleem: pesten. Nog steeds worden dagelijks veel kinderen in Nederland op school en daarbuiten gepest. Van schelden en uitlachen tot spullen afpakken en zelfs fysiek geweld. Een kind dat gepest wordt voelt zich vaak enorm onveilig in de klas en is niet weerbaar genoeg om de pesters aan te kunnen. Gek genoeg blijkt vaak dat ook de pesters zelf niet gelukkig zijn. Het pesten is een manier waarop ze hun frustraties uiten of proberen om hun eigen onzekerheid te maskeren. Zowel de pester en de gepeste hebben dus eigenlijk hulp nodig om het gedrag te stoppen. Als ouder is het belangrijk dat jij je kind serieus neemt, een luisterend oor biedt en samen met je kind gaat bespreken wat jullie zouden kunnen doen om het pesten te stoppen. Maar pesten is bij uitstek een voorbeeld van een probleem dat je niet alleen kunt oplossen. Het helpt pas goed wanneer ook de school, de ouders van de pesters en eventueel een pedagogisch medewerker of andere professionele begeleider samenwerken. Gelukkig hebben veel scholen hier een traject voor en anders kun je natuurlijk ook bij ons terecht voor advies.
-
Waar slaapt jouw baby?
Baby's vinden niks lekkerder dan de hele dag dicht bij je zijn. Dat is niet gek want je baby is volkomen afhankelijk van jouw zorg en bescherming. Sommige ouders laten daarom de baby tussen hen in, in bed slapen, terwijl anderen hun kind liever zo snel mogelijk in zijn of haar eigen kamertje leert slapen. Wat is nu eigenlijk beter en hoe pak je het aan? Hoewel de gemiddelde babykamer vaak al ruim voor de uitgerekende datum helemaal gereed is in afwachting van de toekomstige bewoner, slapen de meeste baby's de eerste maanden in de slaapkamer van de ouders. Dat is niet gek want juist in die eerste maanden wil je zeker weten dat je kindje veilig en gezond is en verlies je hem of haar liever nooit uit het oog. Daarnaast biedt het gemak bij de nachtelijke voedingen. Rooming-in Je baby in jullie kamer laten slapen heet rooming-in. Dan heb je ook nog co-sleeping (het ledikantje tegen de rand van jullie bed) en bedding-in (de baby bij jullie in bed). Dat laatste wordt in Nederland vaak afgeraden want, hoe gezellig het ook is, de risico’s dat je kindje uit bed valt, verstikt onder de deken of dat een van jullie per ongeluk op de baby rolt, zijn behoorlijk groot. Rooming-in is daarentegen een prima manier om jullie baby de eerste zes maanden goed in de gaten te houden. Ook helpt het je baby zich veilig te voelen en zich aan jullie te hechten. Anderzijds heeft het ook een paar nadelen: zo bestaat de kans dat je baby wel goed slaapt maar jullie niet meer. Al je ouderzintuigen staan op scherp en maken je bij elk geluidje wakker. Daarnaast maakt een baby in de slaapkamer het voor ouders ook lastig om even samen te zijn en tijd voor elkaar te hebben. Wennen aan de babykamer Daarom is het een prima idee om op zeker moment je kindje te laten wennen aan het slapen op zijn eigen mooie kamertje. Bijvoorbeeld als je baby ‘s nachts geen extra voeding meer nodig heeft, als hij meer dan zes uur achter elkaar doorslaapt, of wanneer hij zelfstandig van zijn buik naar zijn rug kan rollen. Zoals gezegd moet je de overstap van de ene naar de andere kamer niet te snel nemen. Je baby (en jullie waarschijnlijk ook) zal er even aan moeten wennen. Dat kun je doen door bijvoorbeeld de babykamer te gebruiken om te verschonen of door daar af en toe gewoon even samen te zitten en een liedje te zingen. Daarna kun je je kindje voor de middagdutjes in zijn eigen kamertje leggen. In het begin zal het wat langer duren voor hij in slaap valt. Ga dan wel naar je baby toe maar leg hem niet weer in jullie slaapkamer. Na een paar keer zal het steeds beter gaan. Het helpt wanneer je een knuffelbeestje of doekje een paar weken meeneemt in jouw bed zodat het lekker naar jou gaat ruiken en dat vervolgens bij je baby in bed legt. Avondritueel Zodra de middagdutjes goed gaan kun je ook voor de nacht je kind in zijn eigen kamertje gaan leggen. Zorg daarbij dat jullie elke avond rond dezelfde tijd een vast slaapritueel doorlopen zodat je baby er al snel mee vertrouwd raakt en weet wat er gaat gebeuren. Dat geeft een veilig gevoel. Zing voor je de kamer uitgaat een liedje of lees een boekje voor. Je kunt ervoor kiezen een klein nachtlampje aan te laten maar zorg dan dat het licht niet direct op het gezicht van je kind valt. Na een paar weken slaapt je kind heerlijk in zijn eigen kamertje en hebben jij en je partner weer wat tijd en ruimte voor elkaar.
-
Ieder kind heeft rechten
Als een kind iets wil, is het aan de ouders om te bepalen of dat mag of niet. Toch heeft ieder kind rechten waar zelfs de ouders niet aan kunnen tornen. Deze rechten zijn sinds 1989 officieel vastgelegd in het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties. Zo hebben kinderen bijvoorbeeld het recht om te spelen, om contact te hebben met hun familie, om mee te praten over beslissingen die een grote invloed hebben op hun leven en op privacy. Als ouder heb je die kinderrechten natuurlijk niet in een lijstje op de koelkast hangen als handig opvoedplan. Maar hoe kun je die rechten toch meenemen in de dagelijkse opvoeding van je kinderen? Overheid en ouders samen verantwoordelijk Ouders hebben natuurlijk de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Die verantwoordelijkheid houdt in dat zij de kinderen gezond eten geven, een bed om in te slapen en kleren om aan te trekken. Maar ook dat ze hun kinderen liefde, aandacht en waardering geven. De overheid geeft ouders de vrijheid om hun kinderen op hun eigen manier op te voeden zolang die dat op een verantwoordelijke manier doen. Daarbij moet de overheid ouders wel ondersteunen en een aantal voorzieningen aanbieden voor de zorg voor kinderen. Zoals betaalbare kinderopvang bijvoorbeeld. Als ouders de zorg voor een kind niet goed aankunnen of als zij het kind mishandelen of verwaarlozen mag de overheid ingrijpen om het kind te beschermen. Kinderrechten thuis Behalve eten, drinken, kleding en een veilige slaapplaats zijn er nog een aantal andere universele kinderrechten (rechten waar ieder kind ter wereld recht op heeft). Dat zijn bijvoorbeeld: recht op een eigen mening recht op privacy recht op medische zorg recht op spelen en vrije tijd recht om zichzelf te zijn Iedereen in het leven van een kind moet helpen te zorgen dat kinderen van deze rechten gebruik kunnen maken. De juf, de opvangmedewerkers, de sportcoach én de overheid. Maar in de eerste plaats natuurlijk de ouders. Dat betekent in de praktijk bijvoorbeeld dat je jouw kinderen tijd geeft om lekker te spelen. Of dat je met ze naar de dokter gaat wanneer ze al een paar dagen buikpijn hebben. En dat je ze de ruimte geeft om zelf keuzes te maken over wie ze willen zijn of willen worden; ook wanneer dat niet helemaal past bij wat jij zelf graag zou willen. Rechten van een kind met gescheiden ouders Wanneer ouders gaan scheiden heeft een kind daarnaast nog het recht om contact te hebben met allebei de ouders. Dat betekent ook dat een kind niet zomaar meegenomen mag worden naar een ander land. Wanneer ouders ruzie hebben met elkaar vinden ze het soms moeilijk om te accepteren dat hun kind wel recht heeft op contact met de andere ouder. Alleen wanneer dat contact écht de veiligheid van het kind in gevaar brengt kan een ouder via de rechter afdwingen dat dit contact (tijdelijk) verbroken wordt. Maar probeer er altijd eerst samen op een goede manier uit te komen. Eventueel met hulp van een professional. Vragen of hulp nodig? Het is helemaal geen schande als je het moeilijk vind om altijd het belang en de veiligheid van je kinderen voorop te stellen. Je kunt hier kosteloos advies en hulp bij krijgen. Neem dus gerust contact op als je vragen hebt. En ook wanneer je je zorgen maakt over een kind van iemand anders in je omgeving.
-
Tips voor een betaalbare vakantie
De Meivakantie is aangebroken. Twee weken geen school en hopelijk elke dag mooi weer. Maar de grote vraag voor veel ouders is: wat gaan we doen? In dit artikel lees je een aantal leuke en vooral betaalbare tips. Tip 1: kamperen in de tuin Het ultieme vakantiegevoel in eigen tuin. Veel meer dan een klein tentje, luchtbedden en slaapzakken of beddengoed heb je niet nodig. Heb je dat zelf niet in huis, dan kun je het vast lenen van buren of vrienden. Voor kinderen is het ontzettend leuk en spannend om een nachtje in de tent te mogen slapen met de veiligheid van thuis een paar meter verderop. Tip 2: oud-Hollandse straatspelletjes Oud-Hollands klinkt misschien heel ouderwets, maar de meeste straatspelletjes zijn echt tijdloos. Denk aan knikkeren, tikkertje, verstoppertje, blikkietrap, touwtjespringen, rolschaatsen en hinkelen. Je kunt het bijna overal doen en kost bijna niets. Maak een strippenkaart voor je kinderen waarop ze kunnen bijhouden welke spelletjes ze hebben uitgeprobeerd. Tip 3: op ontdekkingstocht in de natuur Meestal hebben we het veel te druk met andere dingen om eens écht om ons heen te kijken. Maar in de vakantie is het een heerlijk tijdverdrijf om met een paar jampotjes en een vergrootglas de natuur in te trekken. Als je goed kijkt zie je overal wel iets bijzonders. Kleine torretjes en miertjes die druk aan het werk zijn. En een blad ziet er door een vergrootglas ineens heel spannend uit! Aan de waterrand is vaak ook een heleboel te ontdekken. Tip 4: naar een museum Als het geen mooi weer is en je er toch samen op uit wil, is het museum een goed idee. Nederland heeft bijna 700 musea waarvan een heleboel ook erg leuk zijn om met kinderen te bezoeken. Denk bijvoorbeeld aan het Spoorwegmuseum of het Museum van Speelklok tot Pierement in Utrecht, NEMO of het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, het Gevangenismuseum in Veenhuizen of de Kleine Mensjes Route in Leeuwarden. Genoeg te beleven en meestal toegankelijk voor minder dan €10,- per persoon. Natuurlijk zijn er daarnaast nog allerlei andere mogelijkheden om de vakantie door te komen: zwemmen, knutselen, picknicken, hutten bouwen en pannenkoeken bakken. Wat je ook gaat doen, laat je niet wijsmaken dat een vakantie alleen maar geslaagd is met tripjes naar dure vakantiebestemmingen en attractieparken. Je kinderen zullen het vooral heel erg leuk vinden om samen met jou eropuit te gaan.
-
De leukste vakantie zónder tropisch zwemparadijs
Denk je dat kinderen het alleen leuk hebben op vakantie als ze een subtropisch zwemparadijs, een animatieteam en een speeltuin zo groot als een voetbalveld ter beschikking hebben? Dat is zeker niet het geval. In dit artikel lees je hoe je van de vakantie voor jouw kinderen één groot avontuur maakt. 1: Overnacht in een tent Natuurlijk is een hotel of een luxe chalet wat comfortabeler, maar slapen in een tent is voor kinderen ontzettend avontuurlijk. Van het samen opzetten van de tent, tot het inrichten, tot het wegkruipen in een slaapzak met een zaklantaarn bij de hand. 2: Maak een avond- of nachtwandeling Is je kind wat ouder en niet bang aangelegd? Dan is het maken van een wandeling in het donker véél leuker en spannender dan een ‘saaie’ wandeling overdag. Alles lijkt anders en ineens hoor je geluiden op die je overdag niet hoorde. En durven jullie onderweg ook nog spookverhalen te vertellen? 3: Ga op onderzoek uit Ieder jaar naar dezelfde bestemming gaan is natuurlijk gezellig en lekker bekend, maar waarom gaan jullie niet eens op onderzoek uit in een nieuw gebied? Dat kan in de natuur of in een stad of dorp. Ga naar links waar iedereen naar rechts gaat, ontdek gekke kleine winkeltjes, beklim die heuvel en gluur eens door dat hek. Vergeet niet om veel foto’s te maken van jullie ontdekkingen. 4: Maak een kampvuur Waar het precies vandaan komt weten we niet, maar al eeuwenlang zijn mensen aangetrokken tot vuur. Dat geldt ook voor de meeste kinderen. En met een beetje goede begeleiding kunnen ze heel veilig een mooi kampvuurtje bouwen. Verzamel droge takjes, blaadjes en andere natuurlijke brandbare materialen en maak een vuurplaats op een veilige plek. Hou voor de zekerheid emmers water of zand bij de hand. Knappert er een vrolijk vuurtje? Maak het dan helemaal af met het roosteren van marshmallows. 5: Ontdek andere culturen Het is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd, maar als je financieel de mogelijk hebt om met je kind echt op reis te gaan, biedt je ze een ervaring die ze hun hele leven niet zullen vergeten. Het kennismaken met andere, niet-Westerse culturen in Azië, Zuid-Amerika of Afrika leert je kind dat het leven zoals wij dat kennen, niet voor iedereen de norm is. Ze leren zo open te staan voor nieuwe dingen zoals smaken, geuren en gebruiken. Ze ontdekken een kant van de wereld waar zij zich anders nooit bewust van zouden zijn.
-
Zo gaan jullie samen ontspannen de feestdagen in
Ja hoor, daar gaan we weer! De feestdagen staan voor de deur en hoewel je kinderen nog geen klok kunnen kijken of de functie van een kalender snappen, lijken ze precies aan te voelen dat er van alles te gebeuren staat. Ze zijn drukker dan normaal, slapen minder goed en het lijkt wel of hun batterij nooit op raakt. Voor ouders kan die feestdagenperiode dus behoorlijk stressvol zijn. In dit artikel lees je hoe je zonder kleerscheuren samen gezellig de feestdagen doorkomt. Een spannende tijdDe feestdagen zijn een magische tijd voor kinderen. De glinsterende lichtjes, de cadeautjes die steeds dichterbij komen en de verhalen over de feesttradities maken hen erg enthousiast. Maar hoe meer de spanning stijgt, hoe moeilijker het voor hen wordt om tot rust te komen. Misschien merk je dat je kind 's avonds moeilijk in slaap komt, ‘s nachts vaker wakker wordt en langer wakker ligt en ’s ochtends alweer vroeg naast je bed staat. Het is belangrijk om te begrijpen dat dit gedrag vaak samenhangt met hun opwinding. En laten we eerlijk zijn, het is best schattig om te zien hoe ze de dagen aftellen, ook al voelen die lange avonden voor jou misschien wat zwaarder aan.Maak tijd voor rustmomentenHoewel kinderen vaak als energiebommetjes door de dag stuiteren, is het voor hen net zo belangrijk om even op adem te komen als voor jou. Plan dus bewust rustmomenten in. Dat kan met iets simpels zijn als samen een boekje lezen, even tekenen of een filmpje kijken. Die momenten van rust helpen om de balans te bewaren en zorgen ervoor dat ze hun energie niet in één keer verbranden. Het maakt de dag wat kalmer en geeft ruimte om van die gezellige momenten te genieten.Bereid je voor op verrassingenFeestdagen verlopen zelden zoals gepland, en dat is oké. Deze periode hoeft niet perfect te zijn. Misschien begint je kind juist tijdens het kerstdiner een driftbui, of stoppen ze al hun energie in het openmaken van één cadeautje en zijn ze daarna uitgeput. Door je verwachtingen wat los te laten en met hen mee te bewegen, kun je samen genieten van de spontane momenten. Geniet van de feestdagen op jouw manierElk gezin viert de feestdagen anders, en dat is juist wat deze periode zo bijzonder maakt. Of jullie nu houden van uitgebreid tafelen of juist van simpele spelletjes met de familie, het belangrijkste is dat jullie samen zijn. Kinderen voelen zich het fijnst als ze in een vertrouwde omgeving zijn en als er ruimte is om samen te lachen, te spelen en te ontspannen. Als ouder kun je die veiligheid bieden door niet te veel te plannen en wat ruimte te laten voor spontane momenten. Zo worden de feestdagen een fijne tijd voor iedereen.
-
Een gezonde zomer
We hebben er lang op gewacht maar inmiddels kunnen we eindelijk genieten van een heerlijke zomer waarbij de coronabeperkingen steeds minder worden. Een verademing! Los van corona zijn er echter nog steeds een aantal maatregelen die je eigenlijk elke zomer moet nemen om fit en gezond te blijven. Voor de kinderen én voor jezelf. We hebben de belangrijkste voor je onder elkaar gezet. Laat je huid wennen aan de zon In de zon liggen is heerlijk en een bruin kleurtje staat goed. Maar we weten inmiddels ook dat teveel zon, niet zo goed is. Het droogt de huid uit en het kan leiden tot verbranding en verhoogt de kans op huidkanker. Het scheelt al om je huid langzaam te laten wennen en het de kans te geven een beschermend pigmentlaagje op te bouwen. Ook voor de kinderen is het verstandig om niet te lang in de volle zon te zitten en het langzaam op te bouwen. Ga dus dagelijks kort in de zon (een kwartier tot maximaal een half uur) en smeer het hele gezin goed in met een beschermende zonnebrandlotion. Drink veel water Ook goed om in de zomer extra aandacht aan te besteden is de hoeveelheid water die jullie dagelijks drinken. Twee liter is minimaal nodig om je huid en je organen goed gehydrateerd te houden. Voor jonge kinderen is één tot anderhalve liter voldoende. Eet lekker en vers Door de warmte hebben veel mensen minder eetlust. Dat geldt ook voor veel kinderen. Geen probleem maar zorg dan dat wát jullie eten, in ieder geval goed is. Verse groenten en fruit vormen de basis en kunnen aangevuld worden met eiwitrijke producten als vlees, vis en zuivel. Ook noten en peulvruchten doen het goed in een gezonde zomerse maaltijd. Luister naar je lijf Sporten en bewegen is gezond en moeten jullie in de zomer ook zeker blijven doen. Maar als het erg warm is, kan teveel inspanning leiden tot oververhitting. Merk je dat je duizelig wordt, je huid gaat tintelen of koud aanvoelt en dat je hartslag te snel gaat? Stop dan met je activiteit en ga minimaal een kwartier op een schaduwrijke plek zitten om bij te komen. Drink water en houd je polsen onder de koude kraan. Bespreek dit ook met eventuele pubers in het gezin. Zij hebben nog wel eens de neiging dit soort signalen te negeren. Investeer in een goede nachtrust In de zomer hebben veel mensen moeite met slapen. Het blijft lang ligt en het wordt in menig slaapkamer erg warm. Kinderen kunnen hier dreinerig van worden. Houdt daarom de gordijnen in de slaapkamer overdag dicht en zet de ramen pas wijd open wanneer ‘s avonds de ergste warmte weg is. Probeer de kamer zo donker mogelijk te maken. Leg een dunne deken op het bed en zorg dat de voeten niet bedekt zijn. Een plantenspuit met koud waternevel kan door de nacht heen wat extra verkoeling geven. Probeer bij kinderen een vaste routine aan te houden. Af en toe later naar bed is prima maar een totaal gebrek aan regelmaat gaat het inslapen niet makkelijker maken.
-
Ziek kind? Wat nu?
Ziek worden hoort bij opgroeien. Het immuunsysteem van je kind heeft zeker 5 jaar nodig om een beetje bestand te zijn tegen de meest voorkomende bacteriën en virussen. Een ziek kind is dus niet direct iets om je zorgen over te maken. Maar wat moet je nu eigenlijk doen als je kind ziek is en wanneer is het tijd om een dokter te bellen? Wanneer is een kind eigenlijk ziek Daar verschillen de meningen een beetje over en het verschilt per kind. Een kind is ziek wanneer het zich ziek voelt. Ook als een kind geen koorts of diarree heeft en niet hoeft over te geven, kan het toch ziek zijn. Je kunt dus niet stellen dat een kind met een temperatuur van 38,5° ziek is en met een temperatuur van 37,5° niet. Wel is het goed om er rekening mee te houden dat een kind dat nerveus of gespannen is zich ook ziek kan voelen zonder dat er medisch iets aan de hand is. Wat de oorzaak ook is, het is goed om een kind dat zich ziek voelt wat extra aandacht en verzorging te geven en goed in de gaten te houden. Verzorgen van een ziek kind De belangrijkste dingen voor het verzorgen van een ziek kind zijn: vochtinname temperatuur slapen gedrag - Zorg dat je kind ieder uur drinkt. Zeker bij gevallen van diarree of overgeven is het belangrijk om uitdroging te voorkomen. - Houd de temperatuur van je kind in de gaten. Dat kan met een hand op het voorhoofd maar beter is om elke 4 uur even de temperatuur te meten met een thermometer. Overigens hoeft een kind met koorts niet dik ingepakt te worden en zelfs niet in bed te blijven. Sterker nog, vaak is het beter om vooral de handen en voeten bloot te houden omdat het lichaam op deze manier de hitte goed kan afvoeren. - Laat je kind lekker slapen wanneer het aangeeft moe te zijn. Merk je echter dat je kind uren slaapt en moeilijk wakker wordt, dan is het goed om de huisarts te bellen - Hou het gedrag van je kind in de gaten. Een ziek kind kan vaak prima spelen maar moet het wel iets rustiger aandoen. Merk je dat je kind zich heel anders gedraagt dan normaal en maak je je zorgen, bel dan de huisarts. Wanneer bel je de dokter? Als je kind steeds zieker wordt of een van de onderstaande klachten heeft is het altijd goed om de dokter te bellen. Neem contact op met de huisarts wanneer: je baby langer dan een dag overgeeft of spuugt je kind koorts heeft en jonger is dan drie maanden je kind opnieuw koorts krijgt nadat het koorts heeft gehad je kind koorts en een verminderde weerstand heeft je kind buiten Europa is geweest en de verschijnselen binnen 4 weken optreden je kind vlekken op de huid heeft je kind een halve dag niet geplast heeft of geen natte luier heeft je kind niet of nauwelijks drinkt de buikpijn van je kind steeds erger wordt je kind slijm en bloed bij de ontlasting heeft je kind pijn heeft bij het plassen of bloed bij de urine heeft je kind een heftige oorontsteking heeft het oor van je kind ineens van zijn of haar hoofd afstaat Bel direct de dokter of 112 wanneer: je kind niet of nauwelijks reageert op wat je zegt je kind kreunt, zwak huilt of op hele hoge toon en niet te troosten is je je kind niet wakker krijgt je geen contact meer krijgt met je kind je kind benauwd is. je kind een versnelde ademhaling heeft je kind een piepende ademhaling heeft de huid tussen de ribben en in de hals intrekt ee neusgaten van je kind op een opvallende manier bewegen tijdens het ademhalen je kind vreemde geluiden maakt en kwijlt tijdens het ademhalen je kind niet of nauwelijks meer iets kan zeggen je kind soms stopt met ademen je kind een bleke en grauwe kleur heeft je kind bleke of blauwe nagels heeft je kind suf is, een droge mond heeft, droge ogen heeft, een droge neus heeft en slap is. Dit kan betekenen dat je kind uitgedroogd raakt of is je kind pijn heeft bij het vooroverbuigen van het hoofd de buikpijn van je kind verergerd als je kind beweegt de buikpijn van je kind rechts in de onderbuik zit je kind een koortsstuip heeft
-
De leukste moderne kinderboeken
Iedereen kent sprookjes over prachtige prinsessen en stoere prinsen, en verhalen van werkende vaders en moeders die het huishouden doen. Maar deze verhalen beïnvloeden de manier waarop jouw kind naar de maatschappij kijkt. Mogen mannen nooit huilen? En vrouwen niet werken? De maatschappij van vandaag ziet er anders uit. Er zijn leuke kinderboeken die dat terug laten komen in hun verhalen. We zetten een paar tips voor je op een rij: 1. Mama is profvoetballer Voor ieder kind dat van voetballen houdt, is ‘Mama is profvoetballer’ een aanrader. Dit boek is extra leuk wanneer er een spannende wedstrijd van je kind aan zit te komen. 2. Bedtijdverhalen voor rebelse meisjes Ondanks de titel is dit boek ook leuk voor jongens! Inspireer je kinderen met de meest bijzondere vrouwen uit de geschiedenis. Valt het boek in de smaak? Dan is er gelukkig ook nog een deel 2. 3. De avonturen van de dappere ridster Meisjes kunnen ook ridders zijn! De dappere ridster uit dit boek bewijst dat het allerbeste. De verhalen uit deze bundel zijn niet alleen leuk, maar komen ook tot leven in de mooie afbeeldingen. 4. De serie van Teckel Tom Teckel Tom woont bij Saar en haar twee vaders. De drie boeken uit deze serie, geschreven vanuit een Teckel, zijn leuk om voor te lezen voor het slapen gaan. 5. Waar is mijn noedelsoep? In dit boek gaat Sam-Ming alle broodtrommeltjes uit zijn klas af op zoek naar zijn noedelsoep. Een leuke manier om kinderen kennis te laten maken met andere culturen en het eten dat daarbij hoort. 6. Prinses Kevin Als je je verkleedt, ben je iemand anders. Kevin verkleedt zich het liefst als prinses, maar dat vinden mensen in zijn omgeving een beetje gek. Een leuk boek om je kind te leren gewoon zichzelf te zijn. 7. Lance en Lot zoeken zich rot Ridder Lance en ridder Lot zijn heel gelukkig samen. Toch ontbreekt er iets in hun veel te grote kasteel. Maar wat of wie…? Dit boek is een toegankelijke manier om je kinderen te leren wat adoptie is en hoe het precies werkt. 8. Mijn schaduw is roze Jongens houden van blauw en meisjes van roze, toch? Daar is dit boek het niet mee eens. Dit boek over zelfacceptatie is behulpzaam en leerzaam voor ieder kind die het moeilijk vindt zichzelf te zijn. 9. Held op sokken In de middeleeuwen hadden alle ridders baarden. Behalve ridder Roderik, maar laat hij nu nét iets kunnen waarmee hij alle andere ridders aftroeft… Dit kinderboek op rijm laat zien dat je geen macho hoeft te zijn om toch super stoer te zijn.
-
Zwanger worden is soms moeilijker dan je denkt
Het moment dat jij en je partner besluiten om te proberen zwanger te worden, is het begin van een nieuwe periode. Jullie zijn er klaar voor en kunnen niet wachten om ouders te worden. Maar wanneer na een half jaar nog steeds elke test negatief blijkt, worden veel stellen ongerust. Wat als er iets mis is? Ineens wordt het duidelijk dat zwanger worden helemaal niet zo makkelijk of vanzelfsprekend is als het soms lijkt. Tips om de kans op zwangerschap te vergroten Er zijn een aantal dingen die je zelf kunt doen om de kans op een zwangerschap te vergroten. Lees onze tips. 1: Gezond eten en vitamines slikken Een gezond lichaam biedt altijd een betere basis voor een succesvolle zwangerschap. Daarom is het erg belangrijk om bewust gezond te eten. Dat geldt niet alleen voor de vrouw, maar ook voor de man. Jullie doen het per slot van rekening samen. Als vrouw kun je jouw lichaam daarnaast een handje helpen door het slikken van bepaalde vitamines zoals foliumzuur en vitamine D. Overgewicht kan ook de kans op een zwangerschap verkleinen. Heb je overgewicht; probeer dan wat kilo’s kwijt te raken. Vraag eventueel hulp van een diëtist als je dit moeilijk vindt. 2: Niet roken en/of drinken Zowel roken als het gebruik van alcohol kan de kans om zwanger te worden behoorlijk verlagen. Het is dus heel belangrijk om daar direct mee te stoppen en niet pas als je al zwanger bent. 3: Je cyclus goed bijhouden Een vrouw heeft gemiddeld een cyclus van ongeveer 28 dagen die eindigt met een menstruatie. Ongeveer 14 dagen voor de menstruatie vindt de eisprong plaats (ook wel ovulatie genoemd). In de dagen voor je eisprong ben je het meest vruchtbaar. Dit is biologisch gezien dus het perfecte moment om het te proberen. Sperma kan zo'n 4 dagen overleven, waardoor je bijvoorbeeld zwanger kan raken wanneer je 4 dagen voor je eisprong seks hebt gehad. Houd je cyclus maandelijks bij zodat je steeds beter kunt bepalen wanneer jullie het beste seks kunnen hebben. Er bestaan apps voor je telefoon die het precies voor je uitrekenen en je een seintje geven op het juiste moment. 4: Efficiënt seks hebben Ook de manier waarop jullie seks hebben, kan van invloed zijn op de kans om zwanger te raken. Zo is het aan te raden dat tijdens de seks de vrouw op haar rug ligt met een kussen onder haar billen. Op die manier krijgt het sperma alle gelegenheid om de baarmoeder te bereiken. Gebruiken jullie graag glijmiddel? Controleer dan of dit niet toevallig een zaaddodend middel bevat. 5: Stress vermijden Spanning en stress kunnen een belangrijke rol spelen in het moeizaam zwanger worden. Het lichaam gaat bij stress namelijk automatisch op een soort ‘spaarstand’ waardoor het minder ontvankelijk is voor een zwangerschap. Plezier hebben, lachen, lekker slapen en ontspannen helpen dus écht. Een jaar proberen is geen uitzondering En juist dat laatste punt wordt steeds lastiger naarmate het langer duurt om zwanger te worden. Bedenk echter dat het helemaal niet zo ongebruikelijk is om niet binnen een paar maanden zwanger te zijn. Slechts 30% van de vrouwen is binnen 3 maanden zwanger; pas na een jaar is ruim 80% zwanger. Ben je na een jaar niet zwanger, dan kun je rustig gaan onderzoeken of er misschien een andere reden is waarom het minder makkelijk gaat. Ook bij verminderde vruchtbaarheid zijn er nog mogelijkheden Via je huisarts kunnen jullie een verwijzing krijgen voor een vruchtbaarheidsonderzoek. Hierbij wordt zowel het sperma als de eicellen, eileiders en baarmoeder onderzocht op mogelijke afwijkingen. Mocht er bij één van jullie een verminderde vruchtbaarheid worden vastgesteld, dan zijn er in de meeste gevallen nog een heleboel opties om de natuur een handje te helpen en alsnog zwanger te worden. Je huisarts kan je hier meer over vertellen. Tot die tijd is het belangrijkste om niet teveel te piekeren en vooral zoveel mogelijk te genieten van deze bijzondere reis die jullie samen maken.
-
Film kijken tijdens het eten of niet?
Kunnen we het erover eens zijn dat jonge kinderen vaak niet makkelijk zijn met eten? Óf ze lusten iets niet, óf ze kunnen niet stil zitten door te veel energie en te weinig focus, waarna hun eten koud wordt en ze het niet meer willen. In plaats van te eten, speelt een kind van nature veel liever. Met het eten bijvoorbeeld. Het lijkt dan ook makkelijker om je kind tijdens het eten een tablet voor te schotelen, iets op te zetten wat hij of zij leuk vindt, en hem of haar wanneer nodig aan te sporen het bordje leeg te eten. Voordat je dit als de gouden regel ziet, wil je misschien eerst weten wat hiervan de gevolgen zijn voor jou en je kind. Film kijken tijdens het, ja of nee? Hoewel het een gemakkelijke manier is om je kind met een film af te leiden tijdens het eten, kan dit negatieve gevolgen hebben voor diens voedingsgewoonten. Het is dus niet raadzaam om afleiding zoals tv, telefoon of tablet te gebruiken om je kind aan het eten te krijgen. Door de afleiding maken de hersenen van je kind geen nieuwe herinneringen aan tijdens het eten. Doordat je kleine het eten niet goed registreert tijdens het kijken ontstaat de neiging tot overeten. Eten met afleiding voorkomt dat je kind naar zijn of haar lichaam luistert en beseft of hij of zij nog honger heeft óf vol is. De gevolgen van schermtijd tijdens het eten Als schermtijd een gewoonte wordt voor je kind tijdens de maaltijd, verhoogt dat niet alleen de algemene blootstelling aan beeldschermen, maar beïnvloedt het ook het eetgedrag van je kind. Schermtijd is gekoppeld aan een lage groente- en fruitconsumptie en een hoge consumptie van ongezonde snacks zoals chips, koekjes en chocolade. Gewenning aan schermtijd is ook zorgelijk. In het algemeen kan te veel schermtijd zorgen voor een vertraging in de taalontwikkeling, de vermindering van sociale vaardigheden, slechte emotionele regulatie en verminderde prestaties op school. In feite belemmeren gadgets het leren door zintuiglijke ervaringen te beperken. Maximale schermtijd per dag Is jouw kind tussen 2 en 4 jaar oud, dan is het verstandig om een maximum van één uur per dag aan te houden. Daarna is het maximum twee uur. Minder is altijd beter, want kinderen die meer kijken dan het maximum kunnen hun energie vaak niet kwijt, snacken te veel en bewegen te weinig. Hierdoor neemt de kans op overgewicht toe. Ook slechter slapen als gevolg van blauw licht van het beeldscherm ligt op de loer. Om de gezondheid van je kind op peil te houden adviseren oog- en rugexperts minstens twee uur per dag buitenspeeltijd. Als je kind van school thuiskomt en direct achter een scherm gaat zitten, haalt hij of zij dit niet. Om bijziendheid te voorkomen zou je kind ook iedere twintig minuten achter een scherm even in de verte moeten kijken. Beweging maakt hongerig Als ouder kun jij je kind zoveel mogelijk aanmoedigen om buiten te spelen. Het gebruik van energie helpt ook om eetlust op te wekken, waardoor hij of zij beter eet zonder dat hier afleiding voor nodig is. Daarnaast helpt het om op vaste tijdstippen lekkere, gezonde voeding voor te schotelen. Belangrijk is om je kind bewust te maken van zijn of haar behoeften en dat je kind een gezonde relatie met voeding ontwikkelt. Dit kun je doen door middel van spel, een actieve levensstijl en evenwichtige maaltijden. Creëer gezonde speelroutines voor je kind om zijn of haar verbeelding en creativiteit te prikkelen. Dit beïnvloedt niet alleen de metabolisme, maar zorgt ervoor dat je kind ook niet zo afhankelijk wordt van beeldschermen. Sociale ontwikkeling en familiewaarden Uiteindelijk is het handig als je kind zo snel mogelijk zelfstandig wordt en zelf afwegingen maakt. Het is belangrijk om, zodra je kind dit kan, je kind zelf te laten eten. De zelfstandigheid om zelf eten op te dienen en te eten geeft hen meer verantwoordelijkheid en stimulans. Dwing je kind ook niet om meer te eten, maar leer hem of haar te eten wanneer hij of zij honger heeft. Door de afwezigheid van een scherm zal je kind bewust blijven van het voedsel dat hij of zij eet en leren luisteren naar de lichamelijke signalen die hem of haar vertellen dat hij of zij vol zit. De afwezigheid van beeldschermen laat ook meer ruimte om tijdens het eten met elkaar te verbinden. Verwijder de gadgets en geef je kind jouw volledige aandacht. Geef het goede voorbeeld door als eerste jouw telefoon weg te leggen. Leer je kind dat maaltijden gaan over eten en familiegesprekken. Deel ervaringen, bespreek onderwerpen of maak plannen voor gezamenlijke activiteiten. Zo heeft je kind vanzelf geen behoefte aan schermen voor vermaak en afleiding. Jij en het gezin zijn voor je kind veel leuker! Dit is goed voor de sociale ontwikkeling van je kind, waar hij of zij later veel profijt van zal hebben.
-
De taalontwikkeling van je kind stimuleren
Een goede taalontwikkeling is een belangrijke basis voor de toekomst van je kind. Een goede beheersing van taal is nodig om later succesvol te zijn tijdens studies en werk. Helaas blijkt uit onderzoek dat steeds meer kinderen een taalachterstand hebben. Dit komt bijvoorbeeld doordat er thuis weinig (voor)gelezen wordt, of omdat de ouders thuis een andere taal spreken.Waarom is taalontwikkeling zo belangrijk?Goede taalvaardigheden zijn belangrijk voor succes op school en in het latere leven. Ze helpen bij het ontwikkelen van lees- en schrijfvaardigheden, maar ook bij het oplossen van problemen, het nemen van beslissingen, en het kritisch denken. Bovendien is taal een belangrijk middel voor sociale interactie; kinderen die goed kunnen communiceren, voelen zich vaak zelfverzekerder en maken makkelijker contact met anderen. Kortom, een sterke taalontwikkeling geeft je kind een stevige basis voor de toekomst.Hoe begint taalontwikkeling?Ongeboren baby's horen vanuit de baarmoeder stemmen van buiten en maken zo al heel vroeg kennis met taal. Na de geboorte gaat de taalontwikkeling in sneltreinvaart verder. Je baby begint te reageren op geluiden en gaat zelf ook geluiden maken. Hij oefent eindeloos verschillende geluiden, totdat het na een tijdje de eerste woordjes uitspreekt.Hoe stimuleer je taalontwikkeling?Er zijn veel manieren waarop je als ouder de taalontwikkeling van je kind kunt stimuleren:Praat veel tegen je baby. Ook al begrijpt je baby nog niet wat je zegt, praten helpt hen om woorden en zinnen te leren herkennen. Beschrijf wat je aan het doen bent, praat over de dingen die je ziet, en reageer op de geluidjes die je baby maakt.Lees samen. Voorlezen is een van de beste manieren om taalontwikkeling te bevorderen. Begin al met boekjes voor baby’s en blijf regelmatig samen lezen, ook als je kind ouder wordt. Praat met oudere kinderen na over wat jullie gelezen hebben. Stel vragen zoals ‘Wat vond je van het verhaal?’ of ‘Wat denk je dat er hierna gebeurt?’ Dit stimuleert kritisch denken en taalvaardigheid.Zing liedjes. Zingen helpt je kind om ritme en klankpatronen te begrijpen. Het herhalen van eenvoudige liedjes versterkt hun woordenschat en helpt hen om de melodie van taal te leren.Speel taalspelletjes. Spelletjes waarbij je woorden herhaalt, rijmt of vragen stelt, stimuleren taalvaardigheid. Dit kan al heel simpel door te vragen: “Waar is je neus?” en te wachten op een reactie.Wees geduldig en luister. Wanneer je kind begint te praten, is het belangrijk om geduldig te luisteren en hen de tijd te geven om hun gedachten te verwoorden. Reageer positief op hun pogingen om te spreken. Zorg ervoor dat je kind zich altijd vrij voelt om vragen te stellen, hoe groot of klein ook. Elk gesprek is een kans om taalvaardigheid te ontwikkelen en nieuwe woorden te leren.Speel woordspelletjes. Spelletjes zoals Scrabble, Galgje of woordzoekers kunnen leuk zijn en tegelijkertijd de taalvaardigheid verbeteren. Het helpt kinderen om hun woordenschat uit te breiden en te leren hoe woorden zijn opgebouwd.Betrek ze bij gesprekken. Moedig je kind aan om deel te nemen aan gesprekken aan tafel of tijdens gezinsactiviteiten. Vraag hun mening over onderwerpen die bij hun leeftijd passen en moedig hen aan om hun standpunt uit te leggen.Schrijf samen verhalen. Stimuleer creativiteit en taalontwikkeling door samen verhalen te verzinnen. Dit kan een kort verhaaltje zijn voor het slapen gaan of een langer project waarin jullie samen een boek schrijven. Laat je kind de leiding nemen en help waar nodig.Tot slotTaalontwikkeling is een leuk en belangrijk onderdeel van de kindertijd. Door vanaf het begin aandacht te besteden aan de taalontwikkeling van je kind, leg je een sterke basis voor de toekomst. Als ouder ben jij de eerste en belangrijkste taalcoach van je kind. Door te praten, voor te lezen en geduldig te luisteren, help je je kind om zich taalvaardig en zelfverzekerd te ontwikkelen.
-
Een zomervakantie met veel pret voor minder geld
Nog eventjes en dan start voor veel kinderen de zomervakantie. Kunnen jouw kinderen ook niet wachten? En jij? Niet elke ouder kijkt uit naar de vakantie, want laten we eerlijk zijn; het is hartstikke leuk die vakantie, maar wat kost het een hoop geld! Gelukkig zijn er ook een aantal leuke activiteiten te bedenken die helemaal niet zoveel hoeven te kosten. Budget-pret! Tip 1: WoningruilHeb je geen geld voor een dure vakantie in een luxe bungalow, maar wil je er toch graag met je gezin een weekje tussenuit? Denk eens aan een woningruil. Er zijn diverse sites waar mensen hun woning aanbieden voor een uitruil. Het betekent dat je kosteloos toch even weg kunt uit de sleur van alledag en in een andere omgeving volop nieuwe avonturen kunt beleven. Tip 2: SpeurtochtHet kost wel wat tijd, maar kinderen zijn er dol op. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt; een speurtocht door het huis of helemaal door het bos. Teken pijlen met stoepkrijt, hang briefjes aan een tak of teken een schatkaart met aanwijzingen. Laat ze onderweg opdrachten uitvoeren en raadsels oplossen om zo bij het eindpunt te komen, waar ze bijvoorbeeld een ijsje of een kleinigheidje als prijs krijgen. Tip 3: Zwemmen in de natuurHet zwembad brengt toch weer extra kosten met zich mee terwijl er in natuurgebieden, maar ook in steden, ontzettend leuke zwemmeertjes en stadsstranden zijn. Het water wordt regelmatig gecontroleerd, dus er zijn geen gezondheidsrisico’s en het is er meestal gezellig en laagdrempelig. Boterhammen en een paar flessen water mee en je kinderen hebben gegarandeerd urenlang waterpret, terwijl jij lekker een boek leest. Tip 4: PannenkoekenpartyMet gemak maak je hier een middagvullend programma van én hoef je daarna niet meer te koken. Eerst samen een boodschappenlijstje maken, dan samen naar de supermarkt en vervolgens de tafel mooi dekken en een menukaart tekenen. En natuurlijk gaan jullie dan ook samen de pannenkoeken bakken en serveren. Mogen de buren ook mee-eten? En wie versiert de mooiste pannenkoek? Tip 5: Nachtje kamperen in de tuinVoor kinderen betekent kamperen dat je gaat slapen in een tent. Waar die tent staat is een stuk minder belangrijk. Een tentje in de tuin met luchtbedden en een slaapzak, knuffels en een zaklamp erbij, is dus al snel een geweldig avontuur. En met een klein kampvuurtje in een vuurkorf en een zak marshmallows is het feest helemaal compleet.Gebruik je fantasie en wees creatiefHeb je zelf nog andere ideeën hoe je van de zomervakantie een feest kunt maken zonder hoge kosten, deel ze dan vooral met andere ouders. Er zijn veel meer mensen dan je denkt die niet de mogelijkheid hebben om dure vakanties te boeken. Dit soort low-budget activiteiten maken zelfs van je eigen achtertuin een leuke vakantiebestemming. Fijne vakantie gewenst!
-
Schermpjes en kinderen: wat is verantwoord?
Tablets, smartphones en tv’s maken een groot deel uit van het dagelijks leven, en kinderen groeien ermee op. Dat is niet per se verkeerd – schermen kunnen een bron van vermaak en educatie zijn. Maar hoe zorg je ervoor dat je kind op een gezonde manier met media omgaat? En wat is een goede balans tussen schermtijd en andere activiteiten? In dit artikel bespreken we waar je als ouder op kunt letten.Schermgebruik bij baby’s en dreumesenDe Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om kinderen onder de twee jaar zo min mogelijk naar schermpjes te laten kijken en in elk geval geen passieve schermtijd (zoals filmpjes kijken) te laten hebben. Baby’s en dreumesen leren vooral door te kijken, luisteren en spelen. Bovendien begrijpen ze nog weinig van wat ze op een schermpje zien.Toch worden veel jonge kinderen al vroeg blootgesteld aan schermen, bijvoorbeeld wanneer ouders even iets moeten doen of een rustmoment zoeken. Af en toe een kort filmpje kijken kan geen kwaad, maar kijk altijd samen. Benoem wat er gebeurt en zorg dat het past bij de belevingswereld van je kind. Denk bijvoorbeeld aan korte filmpjes met rustige beelden en herhaling, zonder snelle flitsen of drukke muziek. Maar liever nog: zing een liedje, lees een boek of laat je kind de wereld ontdekken door te spelen.Schermgebruik bij peuters en kleuterVanaf een jaar of twee worden kinderen steeds nieuwsgieriger naar de digitale wereld. Ze willen zelf dingen aanklikken en ontdekken. Dit kan leerzaam zijn, maar het is belangrijk dat ze dit niet alleen doen. Samen kijken en praten over wat ze zien helpt hen om verbanden te leggen en dingen beter te begrijpen.Het kan verleidelijk zijn om een scherm te gebruiken als ‘oppas’ wanneer je even je handen vrij wilt, maar probeer schermtijd bewust in te zetten. Korte momenten van educatieve content kunnen prima, maar het blijft belangrijk dat je kind ook speelt, beweegt en sociale interactie heeft. Vermijd snelle, drukke beelden en zorg dat je kind niet zomaar op willekeurige video’s klikt. De WHO adviseert om peuters en kleuters maximaal 1 uur per dag naar een schermpje te laten kijken, bij voorkeur verdeeld over korte momenten.Schermgebruik bij basisschoolkinderenVanaf de basisschoolleeftijd willen kinderen zelfstandiger met media omgaan. Ze leren lezen, begrijpen verhalen beter en worden steeds handiger met technologie. Dat betekent niet dat ze alles maar moeten kunnen bekijken. Sommige kinderen gaan op deze leeftijd al zelfstandig op zoek naar filmpjes of games, waardoor ze mogelijk content zien die niet geschikt voor ze is.Zorg ervoor dat je kind weet dat niet alles op internet betrouwbaar of passend is. Bespreek wat ze leuk vinden om te kijken of spelen en maak afspraken over wat ze mogen kijken. Websites als kijkwijzer.nl helpen om in te schatten of een bepaalde film of serie geschikt is voor je kind. Wat schermtijd betreft raadt het WHO aan om kinderen tussen de zes en negen jaar maximaal anderhalf uur per dag naar een scherm te laten kijken. Vanaf negen jaar is de richtlijn tot twee uur schermtijd per dag. Belangrijk hierbij is wel dat er voldoende balans blijft met andere activiteiten, zoals buitenspelen en huiswerk maken.Schermgebruik bij pubersVoor veel pubers zijn sociale media, gamen en video’s kijken dagelijkse bezigheden. Ze gebruiken hun telefoon niet alleen voor vermaak, maar ook om contact te onderhouden met vrienden en klasgenoten. Het is goed om je puber wat meer vrijheid te geven, maar dat betekent niet dat er geen begeleiding meer nodig is. Bespreek wat de gevaren zijn van social media en maak samen afspraken over het gebruik ervan. Vermijd strenge regels en zorg ervoor dat je puber weet dat hij of zij bij je terecht kan, wanneer er online iets misgaat. Verder is het belangrijk dat de schermtijd van je kind niet ten koste gaat van slaap, school of sociale interactie in het echte leven. Een goede richtlijn is maximaal drie uur per dag.Hoe zorg je voor gezonde schermgewoonten?Schermpjes zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Gelukkig kunnen ze voor kinderen leuk en leerzaam zijn, zolang we ze hierin goed begeleiden. Met deze tips kom je al een heel eind:Geef het goede voorbeeldKinderen nemen het gedrag van ouders over. Als jij voortdurend op je telefoon zit, zullen zij dat ook sneller doen.Plan schermvrije momenten inGebruik bijvoorbeeld geen schermpjes tijdens het eten, of vlak voor het slapen.Praat over wat je kind kijkt en speeltToon interesse in de favoriete programma’s of games van je kind, zodat je op de hoogte blijft van diens mediagebruik.Gebruik ouderlijk toezicht en filtersVeel apps en streamingdiensten hebben mogelijkheden om content te filteren of tijdslimieten in te stellen.Laat je kind zelf meedenken over afsprakenSpreek samen regels af en houd je eraan. Als je kind mag meedenken, voelt het zich meer betrokken en zal het zich er eerder aan houden.Meer weten over mediawijsheid en schermgebruik bij kinderen? Neem een kijkje op Mediawijsheid.nl voor extra tips en informatie.
-
Hoe verdeel je de taken binnen een jong gezin?
De geboorte van je eerste kind maakt jullie niet alleen voor het eerst ouders; jullie zijn nu ook echt een gezin. De komst van jullie kindje brengt, naast een hoop liefde en slapeloze nachten, ook een grote verandering in jullie huishouden met zich mee. Want hoe gaan jullie de zorg voor jullie kind combineren met werk en huishouden? En denken jullie daar eigenlijk wel hetzelfde over? Een scheve verdeling van huishoudelijke taken kan tot veel irritatie en discussies leiden. Vaak hebben partners verschillende opvattingen over wie welke taak moet uitvoeren en op welke manier dit moet gebeuren. Dit kan tot behoorlijk wat frustraties leiden. Gelukkig kan je zelf veel doen om dit te voorkomen. Zorg en werk combineren Bij de komst van een kindje kan het lastig zijn om het eens te worden over de verdeling van werk, huishouden en zorgtaken. Gaat een van jullie minder werken of blijven jullie allebei evenveel werken? En als een van jullie minder gaat werken, hoe worden de financiën dan verdeeld? Het kan nodig zijn om samen te onderhandelen om zo een afspraak te maken waar jullie allebei achter staan. Praat met elkaar Zorg ervoor dat je van elkaar weet wat jullie verwachtingen zijn. Wat vinden jullie belangrijk in het huishouden en de opvoeding? Spreek wensen en verwachtingen naar elkaar uit en wees hier duidelijk in. Zo ontdek je waar jullie verschillend over denken. Misschien vindt je partner het vervelend als er overal speelgoed rondslingert, maar erger jij je meer aan vieze was op de vloer. Als je dit van elkaar weet, wordt het gemakkelijker om rekening met elkaar te houden. Maak duidelijke afspraken Het kan handig zijn om een concrete taakverdeling te maken. Vind jij het prima om de was te doen, maar heb je een hekel aan stofzuigen? Dan kan je afspreken dat je partner dit altijd doet. Hetzelfde geldt voor andere taken. Schrijf op welke verantwoordelijkheid bij wie ligt. Zo kan je meteen controleren of de taken een beetje gelijk verdeeld zijn. Probeer bij het maken van een taakverdeling zo compleet mogelijk te zijn. Taken als de kinderen naar vriendjes brengen, financiële administratie doen of contact met het kinderdagverblijf horen er ook bij. Mentale last Bij sommige taken komt ook een “mentale last” kijken: een belasting van je brein omdat je iets moet onthouden of ergens over na moet denken. Denk bijvoorbeeld aan het kiezen wat er gegeten wordt, traktaties samenstellen, cadeautjes kopen of verjaardagskaartjes op de post doen. Deze mentale taken komen vaak terecht bij de ouder die de meeste tijd thuis met de kinderen doorbrengt. Dit kan stressvol zijn, zeker in combinatie met werk en het jonge ouderschap. Wil je weten of de taken en mentale last bij jullie thuis eerlijk zijn verdeeld? Doe dan deze online test van de Volkskrant. Stuur je score door naar je partner en ga het gesprek met elkaar aan. Wees mild Slaapgebrek en stress kunnen ervoor zorgen dat discussies hoog oplopen. Hierin schuilt het gevaar dat je elkaar dingen kwalijk gaat nemen en dat er een negatieve sfeer ontstaat. Probeer de rust te bewaren en goed naar elkaar te luisteren. Nemen je emoties de overhand? Loop dan even weg en ga het gesprek weer aan wanneer je gekalmeerd bent. Het helpt om vanuit jezelf te blijven praten. Zeg bijvoorbeeld: ‘Als jij klaagt dat er speelgoed rondslingert, voelt het voor mij alsof ik het niet goed genoeg doe’. Dit werkt beter dan met de vinger wijzen, zoals: ‘Jij zeurt altijd, maar je doet veel minder dan dat ik doe’. Blijf evalueren Wat op dit moment werkt, kan over een jaar weer heel anders voelen. Blijf daarom in gesprek met elkaar en bespreek regelmatig hoe jullie vinden dat het gaat. Las eventueel een wekelijks momentje in om met elkaar te praten. Komen jullie er niet uit? Het CJG geeft bijeenkomsten en cursussen voor ouders/opvoeders die ondersteuning willen. Hier krijg je de mogelijkheid om vragen te bespreken met elkaar of met professionals.
-
Taskforce pleit om aantal mishandelde kinderen te halveren
60.000 minder mishandelde kinderen binnen tien jaar. Dat is het doel van het ‘Nationaal Programma Kindermishandeling en Huiselijk geweld’ dat er volgens de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik in 2017 moet komen. De Taskforce schrijft dit in haar advies ‘ik kijk niet weg’ dat vandaag bij de start van de Week tegen Kindermishandeling is gepresenteerd. In de eindrapportage blikt de Taskforce terug op de afgelopen vier jaar en kijkt zij vooruit naar de komende jaren. De voorzitter van de Taskforce, de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan, geeft aan dat de Taskforce gemengde gevoelens heeft over wat er is bereikt. “We hebben de afgelopen jaren naar vermogen bijgedragen om de aanpak van kindermishandeling te verbeteren. We hebben kennis en good practicesverspreid, bruggen geslagen tussen organisaties, netwerken aan elkaar geknoopt en nieuwe acties in gang gezet. Door ons toedoen wordt de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verbeterd waardoor meer kinderen op de radar van Veilig Thuis komen. Ook hebben we een Week tegen Kindermishandeling op poten gezet die ook dit jaar weer veel publieke aandacht genereert. Maar van een echt resultaat kunnen we pas spreken als de aanpak heeft geleid tot een substantiële en duurzame vermindering van het aantal jaarlijks mishandelde en misbruikte kinderen. En dat hebben we in Nederland nog lang niet bereikt. Vandaar ons ambivalente gevoel. We moeten ook onder ogen zien wat we helaas níét hebben kunnen realiseren. We geven daarom vandaag advies over wat er verder moet worden gedaan om het aantal jaarlijks mishandelde en misbruikte kinderen substantieel naar beneden te krijgen. En dat is fors meer dan we nu met z’n allen doen”. Nationaal programma Om werkelijk vooruitgang te boeken - aanzienlijk minder verwaarloosde, mishandelde en misbruikte kinderen dus – moet een trendbreuk worden geforceerd. En het Rijk is hiervoor aan zet, vindt de Taskforce. Van der Laan: “Na de decentralisaties in 2015 lijkt het er soms op dat alleen gemeenten nu aan zet zijn bij het aanpakken van kindermishandeling. Dat is natuurlijk niet zo. De opdracht om te komen tot een effectief stelsel voor die trendbreuk ligt allereerst op landelijk niveau. Het Rijk is verantwoordelijk voor de naleving van internationaalrechtelijke verplichtingen, zoals bijvoorbeeld het Internationaal verdrag voor de rechten van het kind. Ook kunnen sommige onmisbare elementen bij de aanpak van kindermishandeling, zoals adequate wet- en regelgeving en monitoring van de gewenste landelijke trendbreuk, alleen op nationaal niveau worden gerealiseerd. De noodzaak om te komen tot een trendbreuk rechtvaardigt een Nationaal Programma waar één coördinerend minister verantwoordelijk voor is”. De Taskforce benadrukt in haar rapportage dat alle relevante betrokken partijen bij de ontwikkeling en uitvoering van dit programma moeten worden betrokken. Ook het bedrijfsleven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bedrijfsartsen en bedrijfsmaatschappelijk werkers. En zeker ook het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want belangrijke risicofactoren voor kindermishandeling in een gezin, zoals armoede en werkloosheid, moeten ook worden meegenomen in de aanpak. Inhoud van het programma De Taskforce benoemt in haar rapportage ook tien speerpunten die in ieder geval een plek moeten krijgen in dit programma. Zo vindt zij onder meer dat preventie topprioriteit moet zijn in het jeugdbeleid van gemeenten en dat alle aanstaande ouders verplicht voorlichting moeten krijgen over opvoedingsvraagstukken. Na de geboorte moeten bewezen effectieve programma’s worden ingezet, gericht op het verbeteren van de ouder-kindrelatie daar waar het dreigt mis te gaan. Ook wil de Taskforce de positie van kinderen bij vechtscheidingen verbeteren. In de huidige echtscheidingsprocedure hebben kinderen nauwelijks iets te vertellen, waardoor zij fijngemalen kunnen worden tussen hun strijdende ouders. De Taskforce vindt daarom dat – als er signalen zijn dat scheidende ouders er niet in slagen ‘goed en veilig’ uit elkaar te gaan - de Raad voor de Kinderbescherming een gedegen conflictanalyse moet uitvoeren. Blijkt daaruit dat het belang van het kind om veilig en onbeschadigd door ouders op te groeien in het geding is, dan dient een bijzonder curator te worden aangewezen, ongeacht de leeftijd van het kind. Deze moet gevraagd en ongevraagd aan de rechter advies kunnen uitbrengen ten behoeve van het kind. De bijzonder curator moet juridisch beter worden beschermd. Verder wil de Taskforce dat de Wet meldcode ook gaat gelden voor advocaten, echtscheidingsmediators, notarissen en andere beroepen met een geheimhoudingsplicht, zoals bedrijven die bij het leveren van hun dienst of product geconfronteerd kunnen worden met uitingen van kindermishandeling of seksueel misbruik. Dit zorgt ervoor dat nog meer kinderen op de radar komen. Een andere aanbeveling van de Taskforce is de introductie van een ‘kindveiligheidsbrevet’ voor alle professionals in alle sectoren die met kinderen werken: een certificaat waaruit blijkt dat zij signalen herkennen die kunnen wijzen op kindermishandeling of seksueel misbruik, en dat zij weten hoe daarmee om te gaan. Dit is in Nederland geen norm, zoals in Engeland bijvoorbeeld wel het geval is. De Taskforce verbaast zich er ook over dat we op dit moment nog steeds instrumenten inzetten om kindermishandeling te voorkomen, signaleren, stoppen of behandelen, terwijl we niet weten of die wel effectief zijn. Van slechts een enkele interventie is dat wel bekend. De Taskforce wil daarom dat het Rijk over een periode van tien jaar jaarlijks drie miljoen euro ter beschikking stelt voor het uitvoeren van effectgericht onderzoek. Bron: Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik
Hulp nodig of vragen?
-
Mail ons
Binnen 2 werkdagen antwoord
Stuur een e-mail -
Bezoek ons
Bekijk onze openingstijden hier
Adresgegevens