Zoekresultaten

178 resultaten voor 'slapen'

  • Slaaptips voor iedere baby

    Baby's hebben veel slaap nodig om te groeien en zich goed te kunnen ontwikkelen. Deze tips kunnen helpen bij een goede nachtrust. Voordat baby's echt gaan huilen omdat ze moe zijn, geven ze al op verschillende manieren aan dat ze moe zijn. Baby's die moe zijn wrijven bijvoorbeeld in hun ogen, trekken aan hun oortje, of gaan gapen. Jonge baby's kijken ook vaak weg als ze moe zijn. Ze kijken je dan niet direct aan, maar de andere kant op. Elke baby geeft op zijn eigen manier aan wanneer hij moe is. Leer dus de signalen van vermoeidheid bij jouw baby goed kennen. 1. Leg je baby moe in bed Leg je baby in bed als hij moe is, maar nog wel wakker. Geef hem de kans om zelf in slaap te vallen. Soms huilt hij nog even, dat is niet erg. Zo leert je baby om zonder hulp te gaan slapen. Natuurlijk ga je wel naar je baby toe als hij na een paar minuten blijft huilen (zie punt 7). Jonge baby's kunnen vaak nog niet zelf in slaap vallen, maar hebben daar de ouder bij nodig. Ze willen bijvoorbeeld graag gewiegd worden of dat de ouder hen vasthoudt. Dat is heel normaal babygedrag. Baby's leren, als ze ouder worden, vanzelf om zonder hulp in slaap te vallen. 2. Volg een vast bedritueel Duidelijkheid en structuur zijn belangrijk. Ook bij het slapengaan. Zorg vooral 's avonds voor een positief en rustig ritueel. Doe alles steeds in dezelfde volgorde. Bijvoorbeeld eerst je kind in bad doen, dan de pyjama aantrekken en daarna een verhaaltje voorlezen. Zo leert je kind tot rust komen. Als er dan ooit slaapproblemen komen, heb je een ritueel om op terug te vallen. Als je ergens anders bent, probeer dan zoveel mogelijk hetzelfde patroon te volgen. Vertel anderen ook over deze gewoonten, bijvoorbeeld wanneer je baby bij familie slaapt. 3. Eigen bed of wieg Geef je baby een vaste slaapplek. Het best is: in zijn eigen wieg of ledikant. Zorg ervoor dat je baby lekker ligt, om te beginnen op een goed matras. Let ook op hoe je het bed opmaakt. 4. Zorg voor rust Zorg dat het rustig is aan het eind van de dag. Zet de tv en computer uit. Breng je baby ook rustig naar bed. Als er te veel prikkels zijn, kan je baby gaan huilen of slecht slapen. Zet geen tv in de kamer. Zorg dat tijdens het slapen alle digitale apparatuur in een andere kamer ligt. Deze verstoren de nachtrust, ook al staan ze 'op stil'. 5. Maak het 's nachts donker Het kan helpen als je het 's nachts zo donker mogelijk maakt. Als je baby 's nachts wakker wordt, maak het dan niet te gezellig. Als het nodig is, geef je hem voeding en/of een schone luier. Vertel dat het nacht is en tijd om weer te gaan slapen. Houd het licht gedempt door een nachtlampje te gebruiken. Of zet een dimmer op de plafondlamp. 6. Verschonen als het echt nodig is Verschoon 's nachts alleen als het echt nodig is. Heeft je baby een kwetsbare huid en luieruitslag, dan is dat wel een reden om ook 's nachts een schone luier te geven. In de warme zomermaanden hebben baby's sneller geïrriteerde billetjes. Ook dan is vaker verschonen fijn. 7. Troost je baby als hij hard huilt Het kan zijn dat je baby hard moet huilen voor het slapen. Troost je baby, want als hij overstuur is, valt hij niet zo makkelijk in slaap. Je kunt hem wiegen, strelen of knuffelen, maar je kunt ook zachtjes zingen, neuriën of praten. Als je baby rustig is, leg je hem weer terug in bed. 8. Zorg voor een goede temperatuur in de kamer De beste temperatuur voor de babykamer ligt tussen 16 en 18 graden. Als je baby te vroeg is geboren, is dat een te grote overgang. Dan is het advies 18 tot 20 graden. Dit kun je langzaam afbouwen naar 16 tot 18 graden. Zorg voor goede ventilatie. Als je wilt controleren of je slapende baby het niet te warm heeft, voel dan even aan zijn nekje. Als dat erg warm en zweterig is, heeft je baby het te warm. In de warme zomermaanden is de temperatuur vaak iets hoger. Dit is niet erg, houd hier wel rekening mee bij het aankleden en het toedekken van je baby. 9. Zorg ook goed voor jezelf Het is belangrijk dat je zelf ook rust krijgt. Rust bijvoorbeeld uit als je baby slaapt en doe af en toe ook iets voor jezelf. Ben je heel erg moe? Laat je baby dan eens bij iemand anders slapen. Als je je baby 's nachts graag dicht bij je wilt houden, kun je het best de wieg naast je eigen bed neerzetten. Dat is veel veiliger dan samen bij jou in bed slapen. Iedere baby slaapt wel eens slecht. Misschien heb je iets aan tips om slaapproblemen te voorkomen.

  • Bedinrichting

    Bij het kiezen van beddengoed voor je baby wil je de veiligste keuzes maken. Een veilig bed met het juiste beddengoed verkleint namelijk de kans op wiegendood. Te warm is gevaarlijk voor baby's Beddengoed (kleding, slaapzak en eventueel een deken) is bedoeld om je baby warm te houden tijdens de slaap. Maar té warm kan gevaarlijk zijn. De temperatuur in de slaapkamer samen met het beddengoed bepaalt hoe warm het is om te slapen. Als je wilt controleren of je slapende baby het niet te warm of te koud heeft, voel dan met de bovenkant van je vingers aan de achterkant van het nekje. Voelt dit lauw aan, dan heeft je baby het aangenaam. Bedenk dat een gezonde baby niet zomaar onderkoeld raakt in de goed geïsoleerde en verwarmde Nederlandse huizen. Een slaapkamertemperatuur van 16 - 18°C is ideaal. Slaapzakken, dekens en kleding hebben een bepaalde TOG-waarde (Thermal Overall Grade) die aangeeft hoe warm ze zijn. Hoe hoger de TOG-waarde van bijvoorbeeld een slaapzak of deken, hoe warmer ze zijn. Hoe lager de TOG-waarde, hoe meer warmteverlies er is. Slaapzak Een baby slaapt het veiligst in een babyslaapzak. Het is belangrijk dat de babyslaapzak goed past. De armsgaten en de halsopening mogen niet te groot zijn. En de slaapzak moet sluiten met een rits naar de onderkant. Zo kan je baby zich niet uit of dieper in de slaapzak wurmen. Gebruik ook geen babyslaapzak zonder armsgaten. Hierin kunnen de armen van je baby niet goed bewegen. Dit kan gevaarlijk zijn als je baby zich vanaf drie maanden naar de buik draait en niet meer terug kan draaien naar de veilige rugligging. In een babyslaapzak kan je baby niet onder de dekens kruipen. Daardoor is het risico dat je baby veel te warm wordt lager en is de kans op verstikking kleiner. Als je een gewatteerde slaapzak gebruikt, is ander beddengoed niet nodig. Een dunne slaapzak kun je eventueel combineren met een laken en een dunne deken. Het bed moet dan wel op de juiste manier zijn opgemaakt. Combineer een babyslaapzak nooit met een dekbed. Deken Kies je voor een deken, zorg er dan voor dat je het bed kort en stevig opmaakt en dat de voeten van je baby bijna tegen de onderkant van het bed liggen. Je baby kan zo niet met het hoofd onder de dekens kruipen. Controleer of je kind het niet te warm krijgt door aan de achterkant van de nek te voelen. Voelt dit prettig aan, dan is het in orde. Koude handen zijn normaal. Als je baby zweet heeft hij te warm. Opmaken babybedjeBron: NCJLeg je baby met zijn voeten bijna tegen het voeteneind van het bed. Dekbed De eerste twee jaar kun je beter geen dekbed gebruiken. Het gevaar is dat je baby het onder een dekbed te warm krijgt. Bovendien kan je baby door zijn getrappel makkelijker onder het dekbed komen en in de hoes verstrikt raken. Dat is allebei een risico voor wiegendood. Matras Houd bij het kiezen van een matras rekening met een aantal zaken. Kies een matras dat vlak en stevig is. Kies een matras dat goed in het bed past zodat je kind niet tussen het matras en de zijkant van het bed beklemd kan raken. Kies een matras dat niet kan omklappen. Zo voorkom je dat je kind onder het matras terecht komt. Gebruik geen matras dat ingespoten is tegen insecten of huisstofmijt. Je kunt bijvoorbeeld wel een hor, een klamboe en een wasbare matrashoes gebruiken. Koop het liefst een matras dat in Europa gemaakt is. Matrassen van buiten Europa zijn namelijk in een zeecontainer vervoerd. In zeecontainers worden soms desinfecterende stoffen gespoten. Gebruik het liefst een nieuw matras. Je mag ook een matras gebruiken, waar een oudere broer of zus op heeft geslapen. Maar zorg er dan wel voor dat het matras schoon is en voldoet aan de eisen die hierboven staan. Kies niet voor een matras met luchtkamers, omdat je baby dan op de buik zou kunnen slapen. Er is van geen enkele matras bewezen dat je baby zonder risico op zijn buik kan slapen. Er mag geen plastic hoes om het matras zitten. Plastic ventileert niet en hierdoor kan je kind het te warm krijgen. Om het matras te beschermen kun je wel een zeiltje of een dunne, ondoorlaatbare matrashoes gebruiken. Maak het bed zo op dat je baby er met het onderlichaam op ligt, maar niet met het hoofd en de schouders. Kussens en knuffels Gebruik geen kussens en grote knuffels in bed tot je kind twee jaar is. Je kind kan daar met het gezicht tegenaan kruipen en daardoor in ademnood komen. Wanneer je kind wat ouder is en in een groter bed slaapt, kun je wel knuffels en kussens in het bed leggen. Een kleine, zachte knuffel of geurdoekje van een niet te zware stof is niet gevaarlijk. Let erop dat er geen zacht plastic in verwerkt is en dat er geen versiersels (zoals oogjes of knoopjes) aan vastzitten, die kunnen losraken. Hoofdbeschermers en bedverkleiners Je kunt ook beter geen hoofdbeschermers of bedverkleiners gebruiken, want ook die kunnen ervoor zorgen dat je baby niet kan ademhalen als hij er tegenaan komt. Kies je toch voor een bedverkleiner, let dan op dat deze niet kan losschieten of kan worden losgemaakt door je baby. Gebruik nooit een gewoon kussen om het bed te verkleinen. Kruik Een kruik is alleen nodig voor pasgeboren baby's die moeite hebben om op temperatuur te blijven. Vraag de kraamverzorgende of het nodig is bij jouw baby en hoe lang. Gebruik de kruik alleen om het bed te verwarmen voordat je baby erin gaat. Haal de kruik uit het bed als je je baby in bed legt. Wil je toch de kruik gebruiken wanneer je baby in bed ligt, overleg dit eerst met een arts, kraamverzorgende of verloskundige. Als de deskundige het wenselijk vindt om de kruik in het bed te leggen bij je baby, leg de kruik dan op de deken op een handbreedte afstand van je baby. De kruik mag niet te dicht bij je baby liggen, vanwege verbrandingsgevaar van de tere huid. Er zijn verschillende soorten kruiken te koop, zoals elektrisch oplaadbare kruiken, pittenkruiken en warmwaterkruiken. Lees op Veiligheid.nl meer over hoe je deze kruiken het best kunt gebruiken. Kijk voor meer informatie over veilig slapen op de website van VeiligheidNL. Doe de slaaptest en bekijk deze korte video: De 4 van Veilig SlapenBron: VeiligheidNLIn deze video legt VeiligheidNL uit hoe je baby veilig slaapt.

  • Slaapplek

    Een rustige en veilige omgeving zorgt voor een goede nachtrust. Kijk samen met je kind wat jullie kunnen doen om de slaapplek zo prettig en veilig mogelijk te maken. Een goede slaapplek Zorg ervoor dat het niet te warm of te koud is in de slaapkamer. De ideale temperatuur ligt tussen 16 en 18°C. Het is voor je kind vaak prettig als het licht op de gang brandt. Of doe een nachtlampje aan op de kamer. Een knuffel geeft je kind houvast. Als het erg licht is in de kamer, kun je misschien een dicht rolgordijn ophangen of een niet doorschijnend overgordijn. Stapelbed of hoogslaper Overweeg je een stapelbed of hoogslaper voor je kind aan te schaffen? Veel ouders kiezen voor een hoog bed als hun kind uit het eerste bed is gegroeid. Hoe kun je voorkomen dat je kind uit bed valt en zich ernstig bezeerd? Tips om een val te voorkomen: Laat kinderen onder de 6 jaar niet in een hoog bed slapen. Kijk naar je kind. Sommige kinderen zijn zich nog niet goed bewust van gevaar of zijn lichamelijk nog wat onhandig. Begin pas aan een hoogslaper als je denkt dat je kind er klaar voor is. Controleer of het bovenste bed van een stapelbed of de hoogslaper aan alle zijden een opstaande rand heeft om te voorkomen dat je kind uit bed valt.

  • Bedritueel

    Voor kinderen is het fijn om de dag rustig af te sluiten. Een dag- en nachtritme geeft duidelijkheid. Een vast ritueel bij het naar bed gaan en het leren van enkele regels voorkomt problemen. Zorg ervoor dat je dit met volle aandacht doet. Doe dus geen andere activiteiten tussendoor. Je peuter naar bed brengen Gebruik een vast dagritme, met vaste momenten voor opstaan, wassen en aankleden, eten en naar bed gaan. Breng je kind iedere avond op dezelfde tijd naar bed. Sluit de avond rustig af. Doe bijvoorbeeld geen wilde of drukke spelletjes meer. Kijk vlak voor het slapengaan niet meer naar de televisie en gebruik geen computer. Het licht van de schermen zorgt ervoor dat je kind minder snel slaap krijgt. Zeg vijf of tien minuten van tevoren dat het bedtijd is. Zeg het duidelijk als je je kind naar bed gaat brengen en doe het dan ook echt. Zegt je kind dat het niet naar bed wil, ga er dan niet over discussiëren. Je kind leert zo dat naar bed gaan geen keuze is, maar er gewoon bij hoort. Je kunt er een grapje van maken en met een glimlach zeggen: 'Je hebt geen zin, maar we gaan wel.' Of beloof iets wat je peuter interessant vindt, bijvoorbeeld zelf tandenpoetsen. Maak het ritueel leuk voor je peuter, zodat hij er zin in heeft. Verhaaltje voor het slapengaan Bijna alle kinderen vinden het leuk om voor het slapengaan nog even voorgelezen te worden. Kleine kinderen kun je steeds opnieuw hetzelfde boekje voorlezen. Houd je wel aan de slaaptijd. Als het slaaptijd is, zorg er dan voor dat er geen afleiding meer is, zodat je kind de kans krijgt om te gaan slapen. Neem de tijd Zorg voor een rustig avondritueel dat 20 tot 30 minuten duurt. Neem die tijd er ook voor. Jouw rust straalt af op je kind. Als jij, of iemand anders die je kind naar bed brengt, gehaast bent, voelt je kind die onrust. Dat helpt juist niet bij het slapen gaan. Houd een vaste volgorde aan bij het naar bed gaan. Kinderen weten dan dat ze na het voorlezen en de knuffel gaan slapen. Na het slaapritueel zeg je welterusten. Regels Het geeft je peuter veel duidelijkheid als er rond het slapengaan ook een paar regels zijn. Zo kun je je kind bijvoorbeeld leren om in de slaapkamer rustig te zijn. En ook kun je leren dat je peuter tot de volgende ochtend in het eigen bed blijft. Regels geven je peuter duidelijkheid en houvast. Het helpt je peuter als je consequent bent en heldere en duidelijke grenzen aangeeft. Dat is overdag belangrijk, maar ook bij het slapen gaan. Zo help je je kind om gemakkelijker te gaan slapen. In bed blijven Wanneer je wilt dat je peuter in bed blijft, kun je dat het beste als volgt aanpakken: Na het slaapritueel zeg je welterusten en vertrek je of je gaat in een hoek van de kamer zitten (uit het zicht). Peuters vragen op dat moment nog wel eens opnieuw om aandacht. Om het afscheid uit te stellen, zeggen ze bijvoorbeeld dat ze weer moeten plassen. Ze stellen allerlei vragen of maken grapjes. Vertel dat het de volgende dag weer tijd is voor alle vragen en grapjes en zeg opnieuw welterusten. Als je kind uit bed gaat, begeleid je je kind weer naar zijn eigen bed. Als er iets is, troost je kind dan eerst in bed. Lukt dat niet? Neem je kind dan even bij je totdat het voldoende is gekalmeerd en breng het kind daarna weer naar zijn eigen bed. Geef de volgende dag een compliment als je kind de hele nacht lekker geslapen heeft. Blijft je peuter maar uit bed komen? Pak de slaapproblemen aan met een methode die bij jullie past. Kijk ook eens bij: Slapen Slecht slapen

  • Veilig in bed en in de box

    Prettig en veilig slapen is belangrijk voor de ontwikkeling van je baby. De kans op wiegendood is kleiner met een veilig bed. Veilig babybed Als je een babybed gaat kopen, let er dan op dat de afstand tussen de spijlen tussen de 4,5 en 6,5 centimeter is. Een goed babybed is gemaakt van stevig, glad afgewerkt materiaal en heeft een ventilerende bodem. Daar hoort een stevig en vlak matras op. Gebruik geen wieg of bed waarbij de wanden gesloten zijn. Er moet vanaf de slaapplek via de zijkant ventilatie mogelijk zijn. Een kinderwagenbak is niet geschikt als vaste slaapplaats, laat je baby niet voor een langere periode binnenshuis hier in slapen. Als je baby na het wandelen toch nog ligt te slapen in de kinderwagen, doe dan in elk geval de kap omlaag. Het bed verven? Als je van plan bent het bed zelf te gaan schilderen, vraag dan advies bij de verfwinkel zodat je verf kiest zonder giftige stoffen. Kleine kinderen bijten en sabbelen ook aan hun bed. Veilige bedinrichting Voor het bed van baby's en peuters is er van alles te koop: babyslaapzakken, dekens en dekbedden. Een goede bedinrichting is belangrijk en kan de kans op wiegendood verkleinen. Veilig slapen Leg je baby altijd op zijn rug te slapen. Gebruik de eerste twee jaar geen dekbed, maar een laken met een deken, of trek je kind een babyslaapzak aan. Gebruik je een deken en/of een laken? Maak het bed dan kort op zodat de voeten van je kind bijna de onderkant raken. Zet het bed op ruime afstand van de verwarming en van (gordijn)koorden en snoeren. Zorg voor een koele omgeving. Een goede temperatuur in de slaapkamer is rond de 16 graden. Leg geen hoofdbeschermer, kussen of grote zachte knuffel bij je kind in bed. Als hij er met zijn gezicht tegenaan ligt, kan hij in ademnood raken. Laat je kind niet bij jou in bed slapen. Het is wel verstandig om zijn bed naast je eigen bed te zetten, dit is het prettigst en het veiligst. Slaap nooit met je kind op de bank. Leg je kind nooit vast om uit bed vallen of omrollen te voorkomen. Een babyslaapzak met een strak opgemaakt bedje is genoeg. Babynestjes Een babynestje is een nestje waar je je baby in kunt leggen met een opstaande rand. Babynestjes of slaapnestjes worden vaak in de box, het ledikant of de wandelwagenbak gebruikt. Of ouders gebruiken het om hun baby tussen hen in te laten slapen. Het gebruik van babynestjes in het ledikant of tussen de ouders in het grote bed, wordt afgeraden. Het vergroot de kans op wiegendood. Zodra je baby gaat omrollen, kan hij met het gezicht tegen dit kussenachtige materiaal aankomen. Hierdoor kan hij moeite krijgen met ademhalen. Gebruik je een babynestje in een box of kinderwagen? Blijf er dan altijd bij en houd het in de gaten. Meer informatie Kijk voor meer informatie over veilig slapen op de website van VeiligheidNL. Doe de slaaptest en bekijk deze korte video: De 4 van Veilig SlapenBron: VeiligheidNLIn deze video legt VeiligheidNL uit hoe je baby veilig slaapt.

  • Slaap

    In de puberteit had je kind nog ongeveer 9 uur slaap nodig per nacht. Dat begint pas minder te worden tegen de tijd dat je kind 18 jaar wordt. Als jongvolwassene wordt het ongeveer 8,5 uur. Hoeveelheid slaap Sommige jongeren hebben meer slaap nodig dan anderen. Er zijn grote verschillen. Er zijn jongeren die aan vijf uur slaap genoeg hebben. Anderen voelen zich na tien uur slaap nog niet uitgerust. Of je kind goed of slecht slaapt is het best te merken aan hoe je kind zich de volgende dag voelt. Voelt je zoon of dochter zich overdag moe of niet uitgerust? Dan heeft je kind waarschijnlijk niet genoeg slaap gehad. Leefgewoonten en slaaptekort Veel jongeren zijn voordat ze gaan slapen nog druk bezig met hun telefoon. Of met tv-kijken, computeren of op de tablet. Soms blijven zij tot heel laat series kijken. Door het licht van de beeldschermen kunnen ze moelijker in slaap komen en slapen ze minder. Veel smartphones hebben een nightshift functie. Vraag aan je zoon of dochter om de nightshift functie aan te zetten via de instellingen. Met die functie kun je instellen dat op bepaalde uren het witte en blauwe licht gefilterd wordt en warmere kleuren worden weergegeven. Dat kan bijdragen aan een betere nachtrust. Slaaptekort inhalen lukt niet. Ook al slaapt je kind in het weekend uit, toch kunnen er problemen ontstaan door te weinig slaap. Problemen door te weinig slaap Jongeren die weinig slapen kunnen concentratieproblemen krijgen. Hun concentratievermogen gaat achteruit. Hierdoor presteren ze minder goed op school of op hun werk. Ze kunnen minder goed onthouden wat ze overdag leren. Echte kortslapers kunnen zelfs leerproblemen krijgen. Die zijn met een beetje uitslapen niet in één keer over. Het is dus beter om de computer op tijd uit te zetten en te gaan slapen. Slaaptekort bij pubers kan ook problemen in de stemming veroorzaken, zoals angst en depressie. Ook kan het risicogedrag toenemen. Wat kun je als ouder doen? Jonge mensen hebben slaap nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen en overdag genoeg energie te hebben. Op deze leeftijd heb je als ouder niet meer zoveel invloed op de bedtijden van je kind. Als je kind nog thuis woont, kun je misschien nog eens wat sturen of adviseren. Het kan gebeuren dat jongeren wel genoeg slapen, maar dat ze veel wakker zijn of niet goed in slaap kunnen komen. Als dat bij jouw kind zo is, kijk dan eens samen met je kind wat hier de oorzaak van kan zijn.

  • Plek van het bed of de box

    Zodra ze kunnen grijpen, willen baby's alles vastpakken en overal aan trekken. Om ongelukken te voorkomen, kun je daar rekening mee houden wanneer je besluit waar je het bedje en de box neerzet. Is er voldoende frisse lucht? Het is belangrijk dat je kind voldoende frisse lucht krijgt tijdens het slapen, maar baby's mogen niet op de tocht liggen. Je kunt de babykamer het best regelmatig ventileren als je baby niet in bed ligt. De beste temperatuur voor de babyslaapkamer ligt tussen de 16 en 18 graden. Niet te dicht bij de kachel Zet het bed en de box liever niet te dicht bij een kachel of radiator. Je kind kan zich daaraan branden of het te warm krijgen. Koorden, snoeren en stopcontacten Het is verstandig om het bed en de box zo ver mogelijk bij elektriciteitssnoeren en gordijnkoorden vandaan te zetten, om te voorkomen dat je kind die vastpakt en erin verstrikt raakt. Ook stopcontacten kunnen gevaarlijk zijn. Zet het bed en de box er zo ver mogelijk bij vandaan of beveilig stopcontacten met speciale afdekplaatjes.

  • Slaaptips en bedritueel

    Voor je kind is het prettig om de dag rustig af te sluiten. Je kunt je kind helpen door alles op een vaste volgorde te doen. Bijvoorbeeld eerst uitkleden, wassen, tanden poetsen, pyjama aantrekken, en dan voorlezen en knuffelen. Je kind weet dan dat het na het verhaaltje en de knuffel moet gaan slapen. Dit geeft je kind duidelijkheid en rust. Slaaptips Stel een vaste bedtijd in. Begin een halfuur voor bedtijd met rustige activiteiten. Het is beter als je kind dan geen computerspel of wilde spellen meer doet. Leg digitale apparatuur als telefoons en tablets in een andere kamer. Leg de apparatuur niet weg als straf, maar gebruik de tijd die ontstaat als gezellige 'samen tijd'. Praat na over de dag of maak samen een puzzel. Zorg voor een rustige, donkere slaapkamer. De ideale temperatuur ligt tussen 16 en 18 °C. Geef je kind voor het slapengaan geen dranken met cafeïne, zoals cola, thee, Ice-tea en energydrinks. Leg je kind niet vlak na het avondeten in bed. Dan slaapt het moeilijk in. Bewegen in de buitenlucht is goed voor kinderen. Maar laat je kind niet sporten vlak voor het naar bed gaan. Dan valt je kind moeilijker in slaap. Breng je kind naar bed in een gezellige, ontspannen sfeer. Maak ook de slaapkamer gezellig en zorg voor een lekker bed. Wens je kind welterusten en ga de slaapkamer uit. Voorlezen of praten Bijna alle kinderen vinden het leuk om voor het slapengaan nog even voorgelezen te worden. Kleine kinderen kun je eindeloos hetzelfde boek voorlezen. Je kunt je kind ook zelf laten kiezen. Ook grotere kinderen vinden het nog leuk om naar een verhaal te luisteren. Soms vinden ze het ook leuk om zelf hun vader of moeder voor te lezen. Je kunt er ook voor kiezen om samen nog even te praten over de dag. Dit is een goed moment voor kinderen om te vertellen over iets leuks wat ze hebben meegemaakt. Of over iets dat niet leuk was. Stel je kind dan gerust en vertel dat je er de volgende dag samen verder over gaat praten, als dat nodig is. Houd je aan de slaaptijd. Dan moet je kind ook echt rustig gaan liggen om de slaap te laten komen. In bed blijven Na het slaapritueel zeg je welterusten en vertrekt. Het kan zijn dat je kind opnieuw onrustig wordt en begint te praten, omdat de slaap niet direct komt. Reageer hier rustig op. Herhaal dat het tijd is om de slaap te laten komen en dat er morgen tijd is voor alle vragen en grapjes. Blijf dit rustig herhalen. Als je kind uit bed komt, breng het dan terug met dezelfde geruststellende woorden dat het morgen weer tijd is voor alle ideeën. Is je kind angstig? Troost het dan in bed. Zeg dat je erop vertrouwt dat het goed komt en dat jullie morgen verder praten over wat je kunt doen aan verdrietig of bang zijn. Is je kind goed in bed gebleven? Geef het de volgende morgen dan een compliment en praat over het fijne gevoel van goed slapen. Oudere kinderen Als je kind wat ouder is, gaat het misschien alleen naar de kamer. Wil het op de eigen kamer nog wat lezen of muziek luisteren? Dat is prima, maar spreek een duidelijke slaaptijd af. Controleer of je kind dan ook echt stopt met lezen of luisteren. Help je zoon of dochter ook bij het volhouden van een eigen vaste volgorde.

  • Hoofdbonken

    Sommige kinderen bonken met hun hoofd tegen de muur of tegen de rand van hun bed. Daar kun je als ouder erg van schrikken. Toch komt het vaker voor. Sommige kinderen schudden hun hoofd of rollen met het hele lichaam heen en weer. Vaak brommen of neuriën ze erbij. Het bonken begint rond de leeftijd van 6 maanden. Jongens doen het meer dan meisjes. De meeste kinderen bonken een aantal maanden; sommige houden het (veel) langer vol. Na het 4e jaar gebeurt het bijna nooit meer. Het bonken gebeurt om tot rust te komen, meestal vlak voor het inslapen of net na het wakker worden. Hoofdbonken om in slaap te komen Soms gaan baby's of peuters met hun hoofd bonken als ze in bed liggen. Dit doen ze onbewust om zichzelf tot rust of in slaap te brengen. Soms brommen of neuriën ze er ook bij. Het maakt een indrukwekkend geluid. Het is te vergelijken met andere dingen die kinderen helpen om rustig te worden, zoals wiegen, duimzuigen of met een plukje haar spelen. Meestal doen kinderen zich geen pijn met hoofdbonken om in slaap te komen. Probeer het hoofdbonken te negeren. In het algemeen doen kinderen zich geen pijn. Het bonken onderbreken heeft weinig zin. Als je weg bent, bonkt je kind gewoon weer verder. Een slaapritueel kan helpen Hoofdbonken wordt erger bij spanningen. Probeer de dag rustig af te sluiten. Een jong kind heeft vaak een volwassene nodig om kalm te worden. Een slaapritueel kan je kind helpen om rustig te worden, zodat het hoofdbonken niet meer nodig is. Bijvoorbeeld je peuter even knuffelen, samen een boekje lezen, een liedje zingen of naar zachte muziek luisteren. Tip: ook als je je peuter daarna in bed hebt gelegd, kun je een ritmisch muziekje opzetten waardoor je peuter gemakkelijker in slaap valt. Als je kind boos is of pijn heeft Hoofdbonken uit woede is iets anders dan een aparte manier om in slaap te komen. Als je kind het uit woede doet, kun je het best rustig blijven en voor jezelf nagaan waar die woede vandaan kan komen. Het ene kind kan spanning beter aan dan het andere. Ga dus eerst eens na of er te veel spanningen zijn en wat je daar aan kunt doen. Soms gaan peuters met oorpijn ook met hun hoofd bonken tegen het nare gevoel van de pijn. Vaak friemelen ze daarbij steeds aan hun oor. Ga dan naar de huisarts. Maak je je zorgen? Gaat het hoofdbonken naar jouw idee niet snel genoeg over? Doet je kind zich wel pijn? Ben je bang dat er iets anders is? Als je je zorgen maakt over het hoofdbonken van je kind, dan kun je altijd contact opnemen met de huisarts, de jeugdarts of de Jeugdgezondheidszorg bij jou in de buurt. Zij kijken naar de specifieke situatie en kunnen advies op maat geven.

  • Uit bed vallen

    Om te voorkomen dat je kind uit bed valt, kun je een aantal voorbereidingen treffen. Verstelbare bodem Veel ledikanten hebben een verstelbare bodem. Vooral de eerste tijd, vlak na de bevalling, is de hoogste stand heel prettig omdat je dan niet zo diep hoeft te bukken om je kind in bed te leggen of eruit te halen. Tegen de tijd dat je kind kan omrollen, zet je de bodem op de middelste stand. Als je kind eenmaal kan zitten, moet de bodem op de laagste stand worden gezet, zodat het niet uit bed kan vallen. Tips om ongelukken te voorkomen Je kunt je baby laten slapen in een babyslaapzak. Je kind kan dan moeilijker uit bed klimmen. Leg voor de zekerheid iets zachts naast het bedje, voor het geval dat je kind toch uit bed valt. Het is niet aan te raden je kind vast te leggen in bed. Dan loop je het risico dat het verstrikt raakt. Gevallen Ondanks al je maatregelen kan je kind toch een keer uit bed vallen. Soms is een kusje of een pleister al voldoende, maar bij ernstige verwondingen kun je het best meteen je huisarts raadplegen.

Hulp nodig of vragen?