Zoekresultaten

178 resultaten voor 'slapen'

  • Slapen

    Goed slapen is belangrijk om te groeien, je te ontwikkelen en om overdag genoeg energie te hebben. Maar voor veel jongeren is goed slapen niet altijd vanzelfsprekend. Hoe komt dat eigenlijk? En welke slaapproblemen hebben jongeren dan? Slaapproblemen Slaapproblemen komen best vaak voor onder jongeren. Bijvoorbeeld omdat ze: 's nachts wakker liggen; moeilijk in slaap vallen; heel vroeg wakker worden; slaapwandelen; last hebben van slaapapneu; snurken; nachtmerries hebben; een paar keer per nacht wakker worden. Moe Vanaf ongeveer je twaalfde jaar krijg je een ander slaapritme. Veel jongeren kunnen 's avonds lang doorgaan, maar komen 's morgens moeilijk uit hun bed. Dat is vooral op schooldagen lastig. Je bent nog moe als je moet opstaan. Op school klaagt iedereen dat hij moe is. Dan heb je ook geen energie om leuke gesprekken te voeren met je klasgenoten. Veel jongeren hebben het weekend nodig om uit te slapen. Maar te lang uitslapen is ook weer niet goed. Slaaptekort inhalen is een fabeltje. Hoe komt het dat je slecht slaapt? Als je aan jongeren vraagt hoe het komt dat ze slecht slapen krijg je vaak de volgende antwoorden: stress van school; te laat naar bed; 's avonds energydrank drinken of andere cafeïne houdende dranken; problemen thuis; te veel aan je hoofd hebben; lawaai in de buurt. Beeldschermen Als je vaak last hebt van slaapproblemen, kan dat ook komen door je beeldschermgebruik. Veel jongeren zitten tot laat achter hun laptop of op hun telefoon. Het licht van de beeldschermen beïnvloedt je slaapritme. Het licht zorgt ervoor dat je niet slaperig wordt. Jongeren weten wel dat het niet goed is, maar ze doen het toch. Het is moeilijk om de discipline op te brengen om je telefoon neer te leggen en op tijd naar bed te gaan. Maar daardoor ben je de volgende ochtend extra moe. Merk je dat je iedere avond veel ligt te denken of je zorgen maakt over dingen? Blijf er niet mee zitten, bespreek het met je ouders of een mentor. Je kan ook advies vragen bij de jeugdgezondheidszorg of bij de huisarts. Een goede nachtrust Wat is eigenlijk een goede nachtrust? De meeste jongeren denken bij goede nachtrust aan: niet heel lang wakker liggen voor je in slaap valt; zeven tot acht uur slaap per nacht, maar eigenlijk heb je in de puberteit nog negen uur slaap nodig; uitgerust wakker worden; niet tussendoor wakker worden. Tips om beter te slapen Wees je bewust wat de gevolgen zijn van te weinig nachtrust: je presteert minder en bent eerder gestrest. Ook is fietsen of op je scooter rijden in het verkeer gevaarlijker als je niet goed uitgerust bent. Als je wel uitgerust bent gaan dingen gemakkelijker en voel je je beter. Gebruik geen elektronica voor je gaat slapen (telefoon, gamen, televisie). Het licht van beeldschermen remt de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. Ook is het onrustig als er steeds informatie binnenkomt, zoals berichten of spelletjes. Het is het beste om anderhalf uur voor het slapen gaan alle digitale apparaten uit te doen. Deskundigen raden aan om je telefoon of tablet buiten je slaapkamer te laten. Probeer je schoolwerk goed te plannen, zodat je 's avonds minder stress hebt. Houd steeds hetzelfde ritme aan. Probeer op tijd naar bed te gaan. Als je in het weekend uitslaapt, probeer dan maximaal twee uur later dan normaal op te staan. Zorg voor een prettige slaapomgeving: een fijne pyjama, een lekkere matras met goed beddengoed, een comfortabele slaapkamer die rustig en donker is. De beste temperatuur is tussen 16° en 18°C. Zorg voor frisse lucht in je kamer door goed te ventileren. Probeer regelmatig te sporten, liefst buiten. Genoeg zonlicht zorgt voor een goed lopende biologische klok. Beweging overdag zorgt voor een goede nachtrust. Maar sport niet te laat op de avond. Dan duurt het weer langer voordat je in slaap valt. Drink 's avonds geen dranken waarin cafeïne zit. Dus geen koffie, thee, ice-tea, cola, chocolademelk of energiedrank. Drink ook geen alcohol en rook niet vlak voor het slapen. Je slaap kan dan ook verstoord worden. Melatonine (maar niet zonder advies van je huisarts) Blijft slapen een probleem? Ga dan eens langs bij je huisarts. Die kan kijken of je een tekort hebt aan melatonine. Dat is een lichaamseigen stof die ervoor zorgt dat je in slaap kunt komen. Extra melatonine kan helpen, maar alleen wanneer het in de juiste dosering en op het juiste tijdstip wordt genomen. Daarom moet je altijd eerst naar de huisarts gaan voordat je melatonine gaat gebruiken. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor het inslapen niet goed lukt. In dat geval kan melatonine juist voor meer klachten zorgen en kunnen de problemen blijvend worden. Het advies van je huisarts is dus heel belangrijk.

  • Slecht slapen

    Veel kinderen hebben een periode dat ze niet goed slapen. Meestal gaat dat vanzelf weer over. Slaapt je kind vaak slecht? Dan kunnen jij en je kind daar veel last van hebben. Het heeft invloed op jullie gezin en zorgt vaak voor stress. Wat kun je doen? Je kunt een aantal dingen doen om je kind beter te laten slapen. In elk geval is het handig dat je over het slapen duidelijke afspraken maakt en dat je duidelijke grenzen stelt. Je kind wil niet naar bed Bij een kleuter kun je een vaste volgorde aanhouden van alles wat bij het naar bed gaan hoort. Door dit bedritueel weet je kind waar het aan toe is. Laat eventueel de slaapkamerdeur op een kier of laat een lampje aan. Dan vindt je kind het misschien minder eng om alleen te zijn. Als kinderen ouder worden, gaat angst in het donker meestal vanzelf over. Grotere kinderen vinden het vaak gezellig om even met hun ouder(s) alleen te zijn als hun jongere broer of zus al naar bed is. Geef je oudste kind extra aandacht en zeg dan rustig dat het nu echt bedtijd is. Je kind slaapt niet in Probeer de reden te ontdekken waarom je kind moeilijk inslaapt en zoek dan samen naar een goede oplossing. Praat erover met je kind. Misschien is je kind tot vlak voor het naar bed gaan nog druk met het gamen of kijkt het naar spannende televisie. Dan kun je dat veranderen. Kan het zijn dat je kind echt te vroeg naar bed gaat? Spreek dan af dat het wat langer mag opblijven of nog even mag lezen. Soms liggen kinderen na te denken over een heleboel dingen. Misschien maakt je kind zich zelfs zorgen? Toon begrip voor die zorgen, maar ga er alleen op in als het echt niet kan wachten. Zeg anders dat je er de volgende dag samen over praat of samen een oplossing zoekt. Houd je aan deze afspraak. Wanneer kinderen wat ouder zijn kunnen ze er over tekenen of schrijven. Ook kinderen die 's avonds actiever zijn, moeten op tijd in bed liggen om uit te rusten als ze er 's morgens vroeg uit moeten. Je kind slaapt niet door Het is heel normaal als je kind wakker wordt omdat het moet plassen, dorst heeft of droomt. De meeste kinderen gaan dan weer gewoon terug in bed en slapen verder. Kinderen willen soms graag in bed bij de ouders slapen. Ouders denken hier verschillend over. Er bestaan wereldwijd verschillende visies over. Het is belangrijk dat je als ouder weet wat je wilt en dat je daar afspraken over maakt met je kind. Zo weet je kind ook waar het aan toe is. Het kan ook zijn dat je kind 's nachts slaapwandelt of dat het bang is in bed. Geen melatonine zonder doktersadvies Als slapen een probleem blijft heb je misschien al eens nagedacht over het gebruiken van melatonine. Melatonine is een stof die het lichaam zelf maakt en ervoor zorgt dat je in slaap kunt komen. Sommige kinderen hebben een tekort aan deze stof en komen hierdoor moeilijk in slaap. Extra melatonine in de vorm van medicatie kan dan helpen, maar alleen wanneer het in de juiste hoeveelheid en op het juiste tijdstip wordt gegeven. Kinderartsen raden af om melatonine zonder doktersadvies te gebruiken. Het is belangrijk om er eerst achter te komen of het om een melatoninetekort gaat. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor het inslapen niet goed lukt. In dat geval kan melatonine juist voor meer klachten zorgen en kunnen de problemen blijvend worden. Bespreek het gebruik dus altijd met een arts, ook al is het vrij verkrijgbaar bij de drogist.

  • Samen slapen

    Het is belangrijk dat jij en je baby direct vanaf de geboorte veel bij elkaar zijn. Het bevordert de band tussen jullie. Het is dus ook goed om tijdens het slapen dicht bij je baby in de buurt te zijn. Samen in de kamer, niet samen in bed Laat je baby als het kan, zeker het eerste halfjaar, in zijn eigen bed bij jou op de kamer slapen. Dit wordt ook wel rooming-in genoemd. Jij en je baby leren elkaars geluiden kennen en je kunt goed op je baby letten. Ook kan het makkelijker zijn voor de nachtvoedingen. Bovendien is het veilig en verklein je hiermee de kans op wiegendood. Probeer dit vol te houden tot je baby zichzelf vlot kan omdraaien. Het is aan te raden om ook overdag dicht bij je baby in de buurt te blijven. Het wordt afgeraden om samen met je baby in een bed te slapen, zeker tijdens de eerste zes maanden. Vooral als je rookt, alcohol drinkt of erg vermoeid bent, is samen slapen geen goed idee. In je slaap kun jij je omdraaien en ongemerkt op je baby gaan liggen. Ook kan je baby verstrikt raken in het dekbed of het te warm krijgen. Digitale apparaten Zet geen tv in de slaapkamer. Zorg dat tijdens het slapen alle digitale apparaten in een andere kamer liggen. Deze verstoren de nachtrust, ook al staan ze "op stil". Aanschuifbed Een aanschuifbed of co-sleeper kan aan één kant open. Je kunt het bed tegen je eigen bed schuiven. Het is belangrijk dat het aanschuifbed stevig vastgemaakt wordt aan het ouderlijk bed, zodat er geen ruimte kan ontstaan tussen de bedden. Zo slaapt je baby naast je, maar toch op een eigen plek. Het aanschuifbed moet een tussenhekje hebben dat je omhoog kunt trekken als je gaat slapen. Zo komt je kind niet per ongeluk bij jou in bed terecht. Toch in jouw bed in slaap gevallen? Gebeurt het toch een keer dat je in bed met de baby in slaap valt, voel je daar dan niet ongelukkig of schuldig over. Leg je baby zodra je wakker wordt weer op de eigen plek. Overdag In het begin kan het voor je baby heel rustgevend zijn om overdag bij jou in je armen of in de draagzak te slapen. Dat lijkt op de situatie voor de geboorte, toen je baby je hartslag en andere lichaamsgeluiden hoorde. Als jij je er prettig bij voelt is er niets mis mee. Wanneer je er genoeg van hebt, kun je je baby langzaam laten wennen aan steeds meer en steeds vaker slapen in zijn eigen wieg. Dat kun je ook doen als je merkt dat je baby dat zelf prettig vindt. Samen op de bank Samen op de bank met je baby is heel fijn en hoeft niet gevaarlijk te zijn. Het is wel belangrijk dat je hierbij zelf niet in slaap valt. Je baby kan wegglijden of in ademnood komen door kussens en rugleuningen. Tweeling Als je een tweeling hebt is het niet veilig om de kinderen in hetzelfde bed te laten slapen. Ze kunnen elkaar in ademnood brengen, als zij op of tegen elkaar komen te liggen. Je kunt de wiegen natuurlijk wel naast elkaar zetten. Toch samen in bed met je baby ouder dan zes maanden? Is je kind ouder dan zes maanden en wil je het toch bij jou in bed laten slapen, bijvoorbeeld omdat het angstig of niet lekker is? Maak dan in ieder geval je bed wat veiliger. Gebruik geen dekbed en zorg ervoor dat je kind niet tegen een kussen kan gaan liggen. Houd je baby uit de buurt van de kier tussen twee matrassen. Het is belangrijk dat je een stevig matras hebt. Heb je een waterbed of een traagschuimmatras? Dan is je bed niet veilig voor je baby. Gebruik geen slaapmiddelen, alcohol of drugs en zorg ervoor dat je niet oververmoeid of gestrest bent. Zorg ervoor dat je kind niet uit bed kan vallen. Kijk voor meer informatie over veilig slapen op de website van VeiligheidNL. Doe de slaaptest en bekijk deze korte video: De 4 van Veilig SlapenBron: VeiligheidNLIn deze video legt VeiligheidNL uit hoe je baby veilig slaapt.

  • Slapen baby

    Elke baby slaapt anders. De ene baby slaapt langer en eerder door dan de andere. Voor jou als ouder zijn de gebroken nachten vaak vermoeiend. Maar ze horen bij het hebben van jonge kinderen. Slaapritme ontwikkelen Pasgeboren baby's weten nog niet het verschil tussen dag en nacht. Het is dus normaal dat een baby 's nachts wakker wordt. Na enige tijd komt er steeds meer een dag- en nachtritme en zal je baby vaker doorslapen. Maar ook dan is hij 's nachts nog wel eens wakker. Bijvoorbeeld als je baby verkouden is, droomt, last heeft van een mug of gewoon zomaar. Soms laat je baby zich niet eens horen. Een regelmatig slaappatroon Baby's van nul tot zes maanden hebben een slaappatroon van zo'n 50 tot 60 minuten. In die 50-60 minuten hebben ze eerst een actieve slaap en daarna een stille slaap. In de actieve slaap kan je baby geluidjes maken en bewegen. Je baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt je baby snel en onregelmatig. In de stille slaap beweegt je baby bijna niet en ademt veel dieper. In deze slaap wordt je baby minder snel wakker door bijvoorbeeld geluid. Na afloop van de stille slaap wordt je baby wakker of begint aan de volgende periode van 50-60 minuten. Voorspelbaarheid en structuur Baby's hebben veel slaap nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Voorspelbaarheid en structuur helpen bij het slapen. Zorg zoveel mogelijk voor een vast dag- en nachtritme. Probeer je baby op zijn vaste slaapplek te laten slapen en bijvoorbeeld niet in de box. De baby went er zo aan dat de slaapplek is om te slapen en de box om te spelen. Kijk goed naar je baby. Hij geeft signalen dat hij moe is! Maak van het naar bed gaan een positief en rustig ritueel van ongeveer 20 tot 30 minuten. Houd een vaste volgorde aan. Bijvoorbeeld eerst even zingen en dan de knuffels welterusten wensen. Daarna een kus van broer of zus en ten slotte de muziekdoos aanzetten. Hoeveel slaap heeft een baby nodig? Alle kinderen zijn anders. De ene baby slaapt uren achter elkaar, de andere doet kortere slaapjes. Door goed naar je kind te kijken, leer je zijn slaapritme kennen. Je baby voelt zich het fijnst als je in dat ritme meegaat, ook als je bijvoorbeeld een dag op stap gaat. Om je een beetje houvast te bieden, zijn onderstaande feiten fijn om te weten. Pasgeboren baby's slapen gemiddeld 14-18 uur per 24 uur. 's Nachts slaapt een baby meestal 2½ tot 4 uur achter elkaar. Vanaf 10 tot 12 weken begint er een dag- en nachtpatroon te ontstaan. Na ongeveer zes maanden slaapt je kind overdag twee of drie keer. Gemiddeld slaapt het dan één of twee uur achter elkaar. Sommige baby's slapen 's nachts al 5 uur achter elkaar. Na ongeveer negen maanden slapen de meeste kinderen ongeveer twee keer per dag. Rond deze leeftijd vinden de meeste baby's het niet zo leuk om alleen te zijn 's avonds. Misschien gaat je baby dan niet meer rustig liggen. Je baby maakt overdag veel mee en verwerkt dat 's nachts. Hij kan gaan dromen en bang wakker worden. Kinderen van 1 jaar oud slapen gemiddeld zo'n 8 tot 9 uur achter elkaar door. Vaak doen ze ook nog een middagslaapje van 1½ tot 2 uur. Elk kind is verschillend. Dus het kan bij jouw baby anders zijn. Lekker slapen Een rustige, donkere en veilige kamer is belangrijk voor een goede nachtrust. Zorg dat het niet te warm of te koud is in de kamer waar je baby slaapt. Als je baby bang is in het donker kun je het licht op de gang laten branden of een nachtlampje gebruiken. Meer slaaptips Kijk ook bij de slaaptips voor nog meer adviezen om je baby beter te laten slapen. Fiona deelt in onderstaand en andere filmpjes handige tips voor vaders en moeders. Benieuwd wie Fiona is? Fiona stelt zich voorBron: Opvoedinformatie NederlandWie is Fiona? Filmpje: Ritme en regelmaatBron: Opvoedinformatie NederlandIn dit filmpje geeft Fiona tips over hoe je ritme en regelmaat aanbrengt bij het naar bed brengen van je baby.

  • Slapen en nachtrust

    Kinderen van 4 tot 12 jaar hebben nog veel slaap nodig. Sommige kinderen van vier hebben nog behoefte aan een middagslaapje. Zolang dat kan, is het goed om dat mogelijk te maken. Genoeg slaap is goed voor de groei van kinderen, en voor hun humeur. Gemiddeld aantal uren slaap Het ene kind heeft behoefte aan meer slaap dan het andere. Er zijn geen regels die zeggen dat kinderen zoveel uur moeten slapen of op een bepaald tijdstip naar bed toe moeten. Meestal is het zo dat wanneer kinderen ouder worden, ze minder uren slaap nodig hebben. Komt je kind 's morgens meestal uitgerust uit bed? En kan het zich overdag goed concentreren? Dan heeft je kind voldoende slaap. Kijk dus altijd goed naar je kind. De gemiddelden hieronder geven je een richting. Kinderen in de leeftijd tussen 4 en 5 jaar slapen ongeveer 11 tot 12 uur per nacht. Kinderen van zes jaar hebben soms nog wel bijna tien uur slaap per dag nodig. Stel dat je om half zeven 's morgens opstaat, dan is half acht 's avonds dus een mooie bedtijd voor je kind. Als je kind negen is, heeft het rond de negen-en-half uur slaap nodig. Als je kind twaalf is, heeft het nog ongeveer negen uur slaap nodig. Een goede slaapplek Zorg ervoor dat het niet te warm of te koud is in de slaapkamer. De ideale temperatuur ligt tussen 16 en 18°C. Het is voor je kind vaak prettig als het licht op de gang brandt. Of doe een nachtlampje aan op de kamer. Een knuffel geeft je kind houvast. Als het erg licht is in de kamer, kun je misschien een dicht rolgordijn ophangen of een niet doorschijnend overgordijn. Stapelbed of hoogslaper Overweeg je een stapelbed of hoogslaper voor je kind aan te schaffen? Veel ouders kiezen voor een hoog bed als hun kind uit het eerste bed is gegroeid. Hoe kun je voorkomen dat je kind uit bed valt en zich ernstig bezeert? Tips om een val te voorkomen: Laat kinderen onder de 6 jaar niet in een hoog bed slapen. Kijk naar je kind. Sommige kinderen zijn zich nog niet goed bewust van gevaar of zijn lichamelijk nog wat onhandig. Begin pas aan een hoogslaper als je denkt dat je kind er klaar voor is. Controleer of het bovenste bed van een stapelbed of de hoogslaper aan alle zijden een opstaande rand heeft om te voorkomen dat je kind uit bed valt. Moeite met naar bed gaan Misschien gaat je kind niet graag naar bed? Je kunt je kind helpen de overgang van de dag naar de nacht makkelijker te maken. Het is handig om daarbij een vast slaapritueel te hebben. Spreek af met je kind wat de vaste bedtijd is. Vertel ruim voor de start (bijvoorbeeld 20 minuten) van het slaapritueel dat het bijna bedtijd is. Je kind kan dan afmaken waarmee het bezig is. Herhaal deze boodschap nog eens (bijvoorbeeld na 10 minuten) voor het ritueel begint. Als je kind wat ouder wordt, is het zelfstandiger. Je kind kan zelf naar bed gaan en volgt dan zijn eigen ritueel. Maak goede afspraken over wanneer je kind gaat slapen en praat erover als je kind zich niet aan de afspraken houdt. Slaaptekort Als je je kind 's vaak ochtends wakker moet maken, heeft je kind waarschijnlijk slaap te kort. Je weet dat zeker als je kind in het weekend, als je het niet wakker maakt, meer dan een half uur langer slaapt dan op schooldagen. Een slaaptekort zorgt vaak voor hoofdpijn en een slechte concentratie, op school bijvoorbeeld. Kinderen die wakker gemaakt moeten worden, hebben vaak minder trek in een ontbijt. Vervroeg de bedtijd van je kind met stapjes van een kwartier in plaats van meteen een uur. Zo houdt je kind zijn ritme, ligt het niet te lang wakker en krijgt het geen last van een mini-jetlag. Vroeg wakker worden Als je kind altijd erg vroeg wakker wordt en overdag niet moe is, kun je de vaste bedtijd een kwartier opschuiven. Kijk na een week of je kind nu wat later wakker wordt. Als ouder ga je meestal een stuk later naar bed dan je kind en 's morgens is het dan soms wel erg vroeg dag. Met wat oudere kinderen kun je afspreken hoe laat ze mogen opstaan. Op die manier kun je zelf nog even doorslapen terwijl je kind ligt te lezen of in bed speelt. Spreek eerst korte tijden af, bijvoorbeeld een kwartier. Stel een beloning in het vooruitzicht als je kind zich rustig houdt tot de afgesproken tijd. Als beloning kun je bijvoorbeeld samen een spelletje doen in de ochtend. Slaapproblemen Sommige kinderen in de basisschoolleeftijd hebben slaapproblemen. Meestal gaat het dan om slecht in slaap kunnen komen. Maar ook nachtmerries, slaapwandelen en te vroeg wakker worden komen voor. Wat kun je zelf doen? Je kunt met je kind over de slaapproblemen praten. Doe dat het liefst op een rustig moment en niet 's avonds laat, als je zelf moe bent. Probeer samen met je kind oplossingen te vinden. Geduld, goed luisteren en het verhaal van je kind serieus nemen zijn belangrijk. Ook een kind moet leren om zich over te geven aan de slaap en gedachten of zorgen voor morgen te laten. Een vast ritueel zoals een liedje zingen kan daarbij helpen.

  • Mijn peuter wil alleen maar gaan slapen als ik erbij blijf. Hoe kan ik dat veranderen?

    Huilen zodra vader of moeder de kamer verlaat, is een veelvoorkomend probleem bij peuters. Erbij blijven helpt om je kind te kalmeren, maar voor je het weet rekent je kind daar elke avond op en dan is het lastig om die gewoonte weer af te leren. Bedritueel Neem ’s avonds de tijd om je kind met een vast ritueel naar bed te brengen. Zorg dat het laatste stukje van het ritueel, bijvoorbeeld voorlezen of een liedje zingen, in bed gebeurt. Daarna geef je een nachtzoen en zeg je heel beslist: ‘Nu ga je lekker slapen.’ Dat werkt beter dan vragen of je kind lief gaat slapen. Als je kind vervolgens gaat protesteren, kun je kiezen voor de directe of de geleidelijke aanpak. Directe aanpak Ga resoluut de kamer uit. Negeer alle gehuil en protest. Ga niet meer bij je kind kijken totdat je zeker weet dat het in slaap is gevallen. Dat moment komt zeker, maar kan de eerste avonden lang duren. Dat vraagt veel zelfbeheersing van jou als ouder. De directe aanpak werkt alleen als je gemotiveerd bent om het echt vol te houden. Bij deze methode heb je meestal binnen een week succes. Geleidelijke aanpak De geleidelijke aanpak kost meer tijd. Als je kind het op een krijsen zet, ga je wel de kamer uit. Je wacht vijf minuten voordat je weer teruggaat. Doe geen licht aan en haal je kind niet uit bed. Praat geruststellend of aai wat over het bolletje, maar ga niet uitgebreid troosten. Het doel is om je kind en jezelf gerust te stellen. Na ongeveer één minuut neem je opnieuw afscheid. Je zegt dat het tijd is om te slapen en dat je zo weer komt kijken. Je blijft nu zeven minuten weg. Dan ga je opnieuw één minuut naar binnen om je kind gerust te stellen en te laten merken dat je er nog bent. Voer de tussenpozen steeds op met twee extra minuten, dus 5 - 7 - 9 - 11 minuten. Je blijft terugkomen om je kind even gerust te stellen, maar tegelijkertijd maak je duidelijk dat je peuter echt moet slapen en er niet meer uit mag. Je herhaalt dit net zo lang totdat je peuter slaapt. De eerste avonden kan dat lang duren, maar uiteindelijk zal je kind zich erbij neerleggen. Wachten terwijl je kind huilt, duurt lang. Een minuut lijkt dan al gauw een eeuwigheid. Een klok of kookwekker kan helpen om je aan het schema te houden. Blijf niet langer dan een minuut om je kind gerust te stellen. Ga dan weer de kamer uit, ook als je kind nog niet gestopt is met huilen.  

  • Tintelende en slapende handen

    Slapende handen en tintelende pijn in de handen of onderarmen zijn klachten die vaak voorkomen in de zwangerschap. Meestal komen de klachten vooral ’s nachts opzetten, maar er zijn vrouwen die er ook overdag last van blijven houden. Krachtverlies Soms is het moeilijk om je handen normaal te gebruiken. Er kan krachtverlies optreden en soms gaan de klachten gepaard met vrij veel pijn. Deze klachten zijn te wijten aan een vochtophoping in het kanaaltje in de onderarm (de zogenaamde carpale tunnel) waardoor belangrijke zenuwen naar de hand lopen. Vingeroefeningen in een bakje warm water kunnen helpen. Na de bevalling zullen de klachten na enkele maanden weer wegtrekken. Omgaan met carpaletunnelsyndroom Let op welke bewegingen pijn veroorzaken (denk aan wringen, aardappels schillen, schroeven indraaien) en probeer die te vermijden. Activiteiten waarbij je de armen langdurig op dezelfde manier gebruikt, zoals autorijden, kun je beter vaker onderbreken. ’s Nachts kun je de pols rust geven door hem te spalken. Dat kun je het makkelijkst doen door polsbeschermers voor skaters te dragen. Zijn de klachten echt ernstig, ga dan naar de huisarts of een fysiotherapeut. Een injectie in de carpale tunnel is nog een mogelijke behandeling die tijdelijk verlichting geeft.

  • Slapen en angst

    Ieder kind is wel eens bang in bed of heeft een enge droom. Dat wordt meestal minder als het ouder wordt. Is je kind bang? Probeer erachter te komen wat er aan de hand is. Bang in de slaapkamer Kleuters kunnen nog niet goed werkelijkheid en fantasie uit elkaar houden. Je kind kan bijvoorbeeld denken dat er iets engs in de kamer is. Kijk dan samen eens goed rond en praat over de dingen waar het bang van kan worden. Bedenk samen een manier om die dingen te laten verdwijnen, weg te denken of weg te fantaseren. Hierdoor krijgt je kind een gevoel van controle over de angsten of de gedachten. Daardoor kan je kind zich gemakkelijker overgeven aan ontspanning en de slaap. Bewegen er schaduwen van buiten over de muren? Ziet een pop er in het halfdonker misschien eng uit? Of zorgt de wind voor enge geluiden? Misschien kun je daar iets aan doen, zoals de pop ergens anders neerzetten of een tochtstrip plaatsen. Nachtlampje Misschien vindt je kind een nachtlampje fijn? Kleuters vinden dit vaak prettig. Als je kind wat ouder is, wil het dit waarschijnlijk niet meer. Dromen en nachtmerries Je kind verwerkt wat het overdag meemaakt tijdens het dromen. Soms wordt het huilend of bang wakker van een nare droom of nachtmerrie. Als je zoon of dochter wat ouder wordt, gebeurt dat meestal steeds minder. Nachtangsten Nachtangst is iets anders dan een nachtmerrie. Als je kind overgaat van diepe slaap naar lichte slaap kan het nachtangsten krijgen. Dat is vooral in de eerste helft van de nacht en vaak op een vaste tijd. Kinderen tussen 3 en 12 jaar kunnen er last van hebben, maar soms komt het ook voor bij jongere of oudere kinderen. Bij nachtangst is je kind niet wakker, maar lijkt het ergens van overstuur. Als je je kind wilt troosten, dan lijkt het alsof je geen contact krijgt. Hoe reageer je op nachtangsten? Nachtangst kan er naar uitzien en jou als ouder een machteloos gevoel geven. Weet dat je kind geen angst ervaart, ook al ziet het er wel zo uit. Maak je kind niet wakker. Je kunt het best je kind vasthouden totdat het weer rustig is en verder slaapt. Als het niet lukt om je kind vast te houden, blijf er dan bij en zorg ervoor dat je kind zich niet bezeert. Praat op een geruststellende toon tegen je kind. De volgende morgen herinnert je kind zich er niets meer van. Hoe voorkom je nachtangsten? Waarschijnlijk heeft de rijping van de hersenen te maken met nachtangsten van kinderen. Spanning en slaaptekort kunnen ervoor zorgen dat je kind nachtangsten krijgt. Zorg daarom voor vaste bedtijden en genoeg nachtrust. Rust en regelmaat overdag kunnen ook helpen. Als het vaak voorkomt, haal je kind dan een kwartier voordat het meestal gebeurt even uit bed om bijvoorbeeld te plassen. Soms voorkomt dit de nachtangst. Als je kind ouder wordt gaat nachtangst vanzelf over. Je hoeft je er geen zorgen om te maken. Vaak gaat nachtangst later over in slaapwandelen.

  • Slechte slaap en gezondheid

    28 juni 2018Bron: www.trimbos.nl Slecht slapen is van invloed op de gezondheid. Zo kan te kort of juist te lang slapen bij volwassenen het risico op ziektes als obesitas, diabetes, depressie, en beroerte verhogen en het dagelijks functioneren belemmeren. Slechte slaap kan ook leiden tot hoge economische en maatschappelijke kosten, bijvoorbeeld door verzuim en verminderde schoolprestaties. Meer aandacht voor preventie van slaapproblemen is daarom van belang. Dit blijkt uit de strategische verkenning ‘Slechte slaap: een probleem voor de volksgezondheid?’ van het Trimbos-instituut, het RIVM en de Hersenstichting. Slaapproblemen voorkomen Uit de verkenning blijkt dat in Nederland nog relatief weinig aandacht is voor de preventie van slaapproblemen. Er is een gebrek aan kennis en (bewezen effectief) aanbod voor preventieve interventies. Voor slaapstoornissen is meer aanbod en kennis beschikbaar. Slaapvoorlichting, richtlijnen voor een goede slaap en gedragsinterventies zijn mogelijke aanknopingspunten voor preventie. Aandachtspunten daarbij zijn om de bewustwording van het belang van gezonde slaap te bevorderen, kennis over de samenhang tussen slaap en gezondheid te verhogen en preventieve interventies te ontwikkelen en evalueren. Slechte slaap en risicogroepen In de strategische verkenning is goede en gezonde slaap gedefinieerd als voldoende uren slaap van goede kwaliteit. Met slechte slaap wordt te weinig of teveel slaap en slaap van slechte kwaliteit bedoeld. Goed slapen bleek bij een deel van de bevolking een probleem te zijn. Er zijn verschillende risicogroepen voor slecht slapen: vrouwen, pubers/jongvolwassenen, ouderen, lager opgeleiden en Nederlanders met een migratie-achtergrond. De kennis over slechte en goede slaap als leefstijlfactor was gefragmenteerd. Daarom zijn de gevolgen van slecht slapen en kennis over preventiemogelijkheden op een rij gezet in opdracht van het ministerie van VWS. Deze verkenning is mede mogelijk gemaakt door ZonMw.

  • Hou je hoofd en je huis koel

    Een beetje warm is lekker, te warm is vervelend. Zeker kinderen kunnen hier veel last van hebben. Dat resulteert soms in dreinen, hangen en slecht slapen en daar wordt je als ouder ook niet gezelliger van. We hebben daarom een paar tips voor je onder elkaar gezet die je helpen om cool te blijven in de zomerhitte. Ramen gesloten en gordijnen dicht. Houd het binnen koel door warme lucht van buiten en hete zonnestralen niet binnen te laten. Alleen ‘s ochtends vroeg en ‘s avond als het is afgekoeld, kun je lekker even alles tegen elkaar open zetten om te luchten. Als je zonwering hebt, hou die dan de hele dag omlaag. Vermijd het gebruik van apparaten die warmte opwekken.  Hang de was buiten in plaats van de droger aan te zetten. Maak een koude salade en koude tapas voor het avondeten, in plaats van de kookplaat of oven aan te zetten. Gebruik in plaats van de stofzuiger tijdens hete dagen een bezem of een vloerwisser. Scheelt ook nog eens een hoop energie. Koel je polsen en je nek Door je polsen even onder de koude kraan te houden of een koude natte doek in je nek te leggen, koel je lekker snel af. Dat komt omdat daar de slagaders vlak onder de huid liggen. Door juist op die plekken te koelen, verlaag je de temperatuur van je hele lichaam. Kinderen overdag met hun handen in koud water laten spelen, heeft hetzelfde effect. Draag lichte kleding van natuurlijke stoffen Witte of lichtgekleurde kleding reflecteert het zonlicht en houdt minder warmte vast. Daarnaast zijn stoffen als katoen en linnen het best geschikt in de zomer, omdat ze luchtdoorlatend zijn en vocht (zweet) snel laten verdampen.  Doe rustig aan Rennen, stressen, haasten; het zijn allemaal no-go’s in de hitte. Plan wat meer tijd in voor alle activiteiten die je moet doen of plan ze op een tijdstip dat het minder warm is. Neem ook tijd om even niks te doen. Sommige dingen kunnen best tot morgen wachten. Ook voor de kinderen is af en toe een uurtje niksen met een filmpje of luisterboek heel fijn op hete dagen. Koel je bed voor het slapen Leg een half uurtje voor je naar bed een paar flessen met ijskoud water in je bed en dat van je kind. Dit werkt als een soort omgekeerde kruik. Zo stap je in een heerlijk koel bed. Ga onder een laken of dunne deken liggen. Als je het erg warm hebt kun je een ventilator naast het bed zetten. Zorg dan wel dat deze op de onderste helft van het lijf is gericht en niet op het gezicht om onderkoeling en uitdroging tijdens de nacht te voorkomen. Voorkomen is beter Last but not least: zorg dat je lichaam goed gehydrateerd blijft. Dat geeft de ingebouwde thermostaat in je lichaam de kans om op temperatuur te blijven. Veel water drinken dus. 2 liter voor een volwassene en een liter voor een kind. Daarnaast voorkom je dat jullie het te warm krijgen, door tijdens de heetste uren van de dag in de schaduw te blijven.   

Hulp nodig of vragen?