Cijfers zeggen ook niet alles

Het moment dat de rapporten weer worden meegegeven, is voor zowel ouders als kinderen vaak spannend. Welke cijfers zijn omhoog gegaan of misschien omlaag? Hoe succesvol een kind is, wordt vaak beoordeeld aan de hand van cijfers en toetsresultaten. Maar in hoeverre dat klopt?

Of een kind in staat is vriendschappen aan te gaan, problemen op te lossen, teleurstellingen te verwerken en vrijuit durft te lachen en praten, wordt doorgaans minder belangrijk gevonden. Terwijl het juist dat soort vaardigheden zijn die bepalen of een kind later sterk en weerbaar in het leven staat. Hoe belangrijk vind jij de cijfers van je kind en heb jij een idee hoe gelukkig en weerbaar hij of zij in het leven staat?

Vroeger kregen kinderen in groep 8 een CITO-toets en daarmee werd het advies voor het voortgezet onderwijs gegeven. Tegenwoordig beginnen we kinderen al te toetsen in groep 1. Leercurves en ontwikkelingsmarges bepalen of je kind gemiddeld, ondergemiddeld of bovengemiddeld presteert.
Daarnaast moet een kind voldoen aan allerlei vaardigheden als ‘werkverzorging’, luistervaardigheid’ en ‘concentratievermogen’. Als ouder, maar ook als kind, kun je volledig in de stress schieten van de druk die dit legt. Wat als de scores ondergemiddeld zijn? Is een kind dan ‘niet goed’?

Gelukkig zijn in de praktijk veel docenten ook actief bezig met het welzijn van de leerlingen. Ze begrijpen dat een kind dat niet lekker in zijn vel zit, ook op leer/werkniveau niet optimaal zal presteren.

Het is belangrijk dat je als ouder goed in contact blijft met de docent. En dat je dan dus niet alleen praat over de prestaties maar ook over de sfeer in de klas, of je kind contact maakt met klasgenoten, lacht, fantaseert en al die andere dingen die zo belangrijk zijn voor een volwaardige ontwikkeling.

Merk je dat je kind ongelukkig is, dan is dat waarschijnlijk ook de reden dat het niet goed presteert. Andersom kan natuurlijk ook. Je kind vindt de stof zo moeilijk dat het niet mee kan komen en daar ongelukkig van wordt. In alle gevallen is het van belang samen met school en eventueel met hulp van buitenaf, te zoeken naar een situatie waarin het kind zich geaccepteerd, veilig en vrolijk voelt. De goede cijfers volgen dan vanzelf.